Wetenschappers laten ratten plastic inademen en ontdekken dat dat misschien niet zo’n goed idee is

De luttele deeltjes plastic blijken geslachtshormonen te verstoren. En dat kan weleens het toenemende aantal zwaarlijvigen en afnemende vruchtbaarheid verklaren.

Kunststoffen worden sinds kort na de Tweede Wereldoorlog algemeen gebruikt. Fabrikanten hebben in de afgelopen zestig jaar maar liefst ongeveer 9 miljard ton plastic vervaardigd. En waar we dit eens zo revolutionaire plastic eerst nog zagen als een geweldig product, is het sinds enkele decennia een grote bedreiging geworden. Plastic blijkt namelijk niet alleen doorgedrongen in alle uithoeken van de wereld, het wordt ook steeds duidelijker dat luttele stukjes plastic te vinden zijn in het voedsel dat we eten, het water dat we drinken en de lucht die we inademen. Steeds meer onderzoeken proberen te ontraadselen in hoeverre dit kwaad kan. En een nieuwe studie naar ratten laat zien dat we de gevolgen niet moeten onderschatten.

Chemicaliën
Om plastic bepaalde eigenschappen te geven, worden er vaak chemicaliën toegevoegd. Denk bijvoorbeeld aan bisfenol-A (BPA) dat wordt gebruikt om kunststoffen stijver of flexibeler te maken. Ondertussen neemt het bewijs dat dergelijke chemische toevoegingen schadelijk zijn, almaar toe. Zo hebben verschillende studies aangetoond dat plastics bepaalde hormoonverstorende chemische stoffen loslaten, die vervolgens de vruchtbaarheid en voortplanting kunnen aantasten en het risico op zwaarlijvigheid vergroten. In een nieuwe studie wilden onderzoekers bestuderen in hoeverre niet alleen deze chemische toevoegingen, maar ook de plastic deeltjes zelf grote boosdoeners zijn.

Ratten
De onderzoekers gebruikten voor de studie microscopische deeltjes polyamide. Polyamide is een veelgebruikt plastic; nylon is bijvoorbeeld een synthetische textielvezel gemaakt uit polyamiden. Het team plaatste een extreem fijn, in de handel verkrijgbaar nylonpoeder op een basluidspreker, die het vervolgens de lucht in blies. Vrouwelijke, loopse ratten ademden daarna het nylonpoeder in.

Werkelijkheid
Deze methode komt het dichtstbij de manier waarop wijzelf microscopische deeltjes plastic inademen, zo stellen de onderzoekers. “Eerdere studies hebben dieren geïnjecteerd met de bestudeerde deeltjes of plastic aan hen gevoerd,” vertelt onderzoeker Phoebe Stapleton. “Wij hebben ontdekt hoe we micro- en nanoplastics kunnen vernevelen, om vervolgens te worden ingeademd, net zoals in het echt gebeurt. We verwachten dat veel laboratoria deze methode voor toekomstige experimenten zullen gebruiken, omdat het de werkelijke blootstelling beter nabootst.”

Longen
Na 24 uur namen de onderzoekers de ratten onder de loep. Ze schatten de hoeveelheid plastic dat de longen had doordrongen en maten de impact ervan op de longen, het cardiovasculair systeem en de hormoonregeling. Uit de resultaten blijkt dat de ingeademde deeltjes alle delen van de longen hadden bereikt, maar dat dit niet tot bijvoorbeeld een longontsteking had geleid. Wel constateerde het team een verslechtering van de vasculaire functie en een afname van het geslachtshormoon oestradiol.

Geslachtshormonen
Het betekent dat niet alleen chemische toevoegingen, maar ook plastic deeltjes zelf geslachtshormonen verstoren. En dat gebeurt al wanneer er matige hoeveelheden worden ingeademd. “Eerder onderzoek was bijna uitsluitend gericht op chemische additieven,” zegt Stapleton. “Dit is één van de eerste onderzoeken die hormoonontregelende effecten van het plastic deeltje zelf aantoont.” Volgens de onderzoekers kan dit weleens bepaalde gezondheidsproblemen helpen verklaren. Zo stellen ze dat de ontdekte verstoring van de hormoonhuishouding, veroorzaakt door ingeademde plastic deeltjes, weleens ten grondslag kan liggen aan het toenemende aantal zwaarlijvigen en afnemende vruchtbaarheid.

Bezorgd
De bezorgdheid over dat micro- en nanoplastics de menselijke gezondheid aantasten, blijft maar toenemen. Ondertussen is aangetoond dat microplastics in onze eigen bloedsomloop zitten – en zelfs doordringen tot de diepste delen van onze longen. Het is daarnaast bekend dat micro- en nanoplastics invloed hebben op het gedrag, de groei en de vruchtbaarheid van organismen. Laboratoriumonderzoeken met proefdieren hebben bovendien al uitgewezen dat kleine plastic fragmenten in het spijsverteringskanaal kunnen belanden, via het bloed door het lichaam getransporteerd kunnen worden en zich uiteindelijk in organen kunnen ophopen. Daar kunnen ze ontstekingen en verwondingen en dus littekens veroorzaken. En die kleine, door littekens getekende gebieden kunnen door de tijd heen in aantal toenemen. Ook hebben verschillende studies naar dieren aangetoond dat microplastics de stofwisseling en het darmstelsel kunnen verstoren. Bovendien toonde een onlangs gepubliceerde studie aan dat nanoplastics de ontwikkeling van vitale organen bij kippen dwarsbomen.

Kortom, plastic is in bijna alle gebieden op aarde al teruggevonden en het is aannemelijk dat blootstelling aan plastic voor de meeste – zo niet alle – levende organismen onvermijdelijk is. Ondanks de toenemende bezorgdheid over de impact van plastic op onze gezondheid, valt inademing dus waarschijnlijk niet te voorkomen. “Helaas kunnen mensen op dit moment weinig doen om de blootstelling te verminderen,” aldus Stapleton. “Je kunt er wel voor kiezen om natuurlijke vezels te dragen en geen voedsel meer in plastic bakjes bewaren. Maar onzichtbaar kleine plastic deeltjes zijn waarschijnlijk in bijna elke ademhaling aanwezig.”

Bronmateriaal

"Plastic Particles Themselves, Not Just Chemical Additives, Can Alter Sex Hormones" - Rutgers University
Afbeelding bovenaan dit artikel: pcess609

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd