Onze voorouders jaagden in Europa zeker 54.000 jaar geleden al met pijl en boog

En daarmee ging de jacht ze waarschijnlijk beter af dan de Neanderthalers – die vast bleven houden aan speren.

Onderzoekers hebben in een Franse grot een bijzondere ontdekking gedaan. In de ‘Grotte Mandrin’ troffen ze maar liefst 54.000 jaar oude pijlpunten aan. Het zijn de oudste exemplaren die tot nu toe in Europa zijn aangetroffen. Deze verrassende vondst betekent niet alleen dat de kunst van het boogschieten tienduizenden jaren eerder in Europa verscheen dan tot nu toe gedacht, maar dat ook de moderne mens veel eerder in Europa rondliep dan verondersteld.

Oudste exemplaren
Dat onze verre voorouders wel raad wisten met pijl en boog, is bekend. Zo weten we dat ze in Afrika al 70.000 jaar geleden zich op deze manier van voedsel verzekerden. Het eerste bewijs van het gebruik van pijl en boog in Europa is echter veel jonger. De voorheen oudste pijl en boog, opgegraven in veenmoerassen in Duitsland, zijn ‘slechts’ 10.000 tot 20.000 jaar oud.

Opmars van de moderne mens in Europa
De opkomst van mechanisch aangedreven wapens, zoals pijl en boog, wordt over het algemeen gezien als één van de kenmerken van de opmars van de moderne mens op het Europese continent. Of en wanneer zij precies deze techniek onder de knie kregen, is lastig te achterhalen. Dat komt omdat veel van de materialen die gebruikt worden om pijl en boog te vervaardigen, bederfelijk zijn. Hout, vezels, hars en pezen weten de tand des tijds bijvoorbeeld nauwelijks te doorstaan. Het betekent dat er op Europese paleolithische vindplaatsen weinig bewijs voor deze wapens wordt gevonden. Alleen stenen punten zijn beter bestand tegen verval. En daarom vormen die vaak de belangrijkste bewijsvorm.

In de nieuwe studie analyseerden wetenschappers verschillende artefacten die in de
Grotte Mandrin werden opgegraven. Het is overigens bekend dat meerdere mensensoorten deze grot bewoonden. Zo zijn er verschillende aanwijzingen dat de grot ook, met tussenpozen, aan Neanderthalers toebehoorde.

Stenen punten
In de huidige studie concentreerden de onderzoekers zich specifiek op de grondlaag die aan de moderne mens wordt toegeschreven. En in deze laag vonden ze meer dan 1.000 stenen punten. Veel van deze punten wegen nauwelijks meer dan een paar gram. En dus vermoeden de onderzoekers dat deze waarschijnlijk als pijlpunten dienst deden.

Een kleine pijlpunt, gevonden in de Franse Grotte Mandrin. Deze stenen punt is waarschijnlijk 54.000 jaar geleden door onze verre voorouders gebruikt om op voedsel te jagen. Afbeelding: Philippe Psaila

Na datering blijken de pijlpunten maar liefst 54.000 jaar oud. En dat is opvallend. Tot voor kort werd gedacht dat de moderne mens pas circa 45.000 jaar geleden in Europa leefde. Dat baseren wetenschappers op ontdekte menselijke fossielen en artefacten opgegraven in Tsjechië en Bulgarije. Maar nu blijkt dat de moderne mens dus waarschijnlijk al 10.000 jaar eerder in West-Europa te vinden was. Bovendien beheersten onze verre voorouders toen dus al de kunst van het boogschieten. Dat duwt het eerste gebruik van pijl en boog in Europa met maar liefst 40.000 jaar op de tijdlijn terug.

Neanderthalers
Omdat de grot tevens door Neanderthalers bewoond werd, besloten de onderzoekers ook enkele wapens van onze verre neven aan een inspectie te onderwerpen. Hun wapenarsenaal bestond echter uit niet veel meer dan speren. “Terwijl Neanderthalers nog traditionele wapens gebruikten, zoals speren die ze met de hand gooiden, wisten de eerste moderne mensen dus al raad met pijl en boog,” zegt onderzoeker Laure Metz. “Dat was waarschijnlijk een stuk efficiënter. Met pijl en boog kun je namelijk snel en heel nauwkeurig schieten. Bovendien kun je meerdere pijlen in een koker meedragen. De jacht ging de Neanderthaler mogelijk wat minder soepel af, omdat ze door hun jachtmethode in nauw of direct contact stonden met hun prooi. Dit is veel gevaarlijker, zeker wanneer ze het op groot wild, zoals bizons, hadden gemunt.”

Tijdgenoten
Het gebruik van pijl en boog gaf de moderne mens dus een grote voorsprong op hun Neanderthaler-buren. Bovendien illustreert de studie het diepgaande technologische contrast tussen Neanderthalers en de eerste moderne mensen die op het Europese continent arriveerden. Of de twee mensensoorten gedurende die periode de deur bij elkaar platliepen, is overigens raadselachtig. Hoewel het nu vaststaat dat ze tijdgenoten waren en zelfs na elkaar in dezelfde grot leefden, lijkt het er niet op dat ze veel kennis met elkaar deelden. Neanderthalers bleven bijvoorbeeld hun traditionele wapens gebruiken en namen het gebruik van pijl en boog niet over. Hun tradities en technologieën waren dus zeer verschillend. Het betekent dat de moderne mens mogelijk een belangrijk technologisch voordeel had. En dat kan hen weleens hebben geholpen in hun verdere verspreiding op het Europese continent.

Of dit ook mede de reden is geweest dat de Neanderthaler rond deze tijd uitstierf, is nog niet met zekerheid te zeggen. Maar misschien dat de Grotte Mandrin ons daarover meer zou kunnen vertellen. Het laatste woord over deze grot is dan ook vast nog niet gezegd. “De grot heeft ons begrip van de laatste Neanderthalers en de eerste kolonisatie van de moderne mens in Europa al volledig hervormd,” zegt Metz. “Het heeft onze kijk op deze belangrijke gebeurtenis in de menselijke geschiedenis veranderd.” En meer ontdekkingen liggen alweer in het verschiet. De onderzoekers zijn momenteel namelijk bezig met meerdere analyses. “We kunnen niet wachten op de resultaten,” besluit Metz.

Bronmateriaal

"New Study Shows Archery Appeared in Europe Thousands of Years Earlier than Previously Thought" - University of Connecticut
Afbeelding bovenaan dit artikel: Philippe Psaila

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd