De meeste mannetjesdieren zijn helemaal niet groter dan vrouwtjes (in tegenstelling tot wat Darwin beweerde)

Mannen zijn gemiddeld groter dan vrouwen, maar dat is helemaal niet zo vanzelfsprekend in de dierenwereld. Uit nieuw onderzoek blijkt dat bij een behoorlijk deel van de soorten mannetjes en vrouwtjes ongeveer even groot zijn. En daarmee zat Darwin er dus naast.

Want Charles Darwin schreef in 1871 in zijn boek The Descent of Man: “De mannetjes van de meeste soorten zijn groter en sterker dan de vrouwtjes.” Meer dan een eeuw lang werd dit idee omarmd, vooral als het om zoogdieren gaat. Maar het blijkt een vooroordeel dat door een paar slimme Princeton-onderzoekers eindelijk definitief onderuit is gehaald.

Allemaal even groot
Ze deden een uitgebreide meta-analyse met data van meer dan vierhonderd soorten, die samen bijna alle groepen zoogdieren vertegenwoordigen. En wat blijkt: bij bijna 39 procent van alle zoogdiersoorten zijn de mannetjes en vrouwtjes ongeveer even groot. Bijna 45 procent van de soorten kent grotere mannetjes dan vrouwtjes en in 16 procent van de gevallen zijn de vrouwtjes groter. Maar de verschillen waren zelden erg groot.

“Hoewel de soorten met grotere mannetjes de grootste categorie vormen, hebben we ontdekt dat mannetjes bij de meeste zoogdiersoorten niet groter zijn dan vrouwtjes en dat het bijna net zo vaak voorkomt dat mannetjes en vrouwtjes even groot zijn dan dat het mannetje groter is”, leggen de ecologen uit.

Vooroordelen
Het is niet verrassend dat de verschillen in grootte het meest voorkomen bij soorten die veel bestudeerd zijn door wetenschappers, zoals carnivoren, primaten en hoefdieren. Bij deze dieren zijn grotere mannetjes de norm. Daardoor zijn we misschien enigszins bevooroordeeld geraakt en gaan denken dat mannetjes altijd groter zijn dan vrouwtjes.

Daarnaast maakt het ook nog uit hóé je de grootte van dieren meet. Je kunt kijken naar het gewicht van dieren, zoals de onderzoekers in eerste instantie deden, of naar de lengte. Meet je de lengte dan blijkt zelfs de helft van de soorten even grote mannetjes als vrouwtjes te hebben.

Klein volgzaam vrouwtje
Sinds de jaren zeventig zijn er al evolutiebiologen die zeggen dat er maar een zwak bewijs bestaat voor het idee dat mannetjeszoogdieren groter zijn. Maar omdat het tot nu toe ontbrak aan deugdelijk onderzoek bij een grote diversiteit aan soorten, bleef deze stelling onder de radar.

Kijk maar naar een willekeurige natuurdocumentaire en je zult zien dat het meestal om een groot, sterk mannetje draait dat met andere mannetjes concurreert om de aandacht van een klein, volgzaam vrouwtje. Denk aan twee herten die in de strijd met hun gewei in elkaar verstrikt raken of twee zeeolifanten die strijden om een harem. Dat zijn de verhalen die je het meest hoort, maar dat betekent niet dat ze representatief zijn voor de meeste zoogdieren.

Sterker nog, de zeeolifant was een uitzondering in de huidige studie. Er was geen soort waarbij het verschil tussen de geslachten zo groot is: het mannetje weegt meer dan drie keer zoveel als het vrouwtje.

Meer studie nodig
Volgens de ecologen van Princeton is het laatste woord nog niet gezegd over de verschillen in grootte tussen mannetjes en vrouwtjes. Het team heeft uiteindelijk maar 5 procent van alle zoogdiersoorten bestudeerd.

“Maar toch tonen onze eerste resultaten aan dat veel mannetjes en vrouwtjes even groot zijn, wat duidelijk maakt dat het tijd wordt om een eind te maken aan het ‘grotere mannetjes’-narratief”, concluderen de onderzoekers.

Big Mother
Zij vinden ook dat er veel meer aandacht moet komen voor de manier waarop seksuele selectie en andere overlevingsmechanismen impact hebben op de evolutie van vrouwtjes. Zo is er bijvoorbeeld een vleermuis waarbij de vrouwtjes bijna anderhalf keer zo groot zijn als de mannetjes. Hun grotere formaat zou handig zijn om embryo’s of nageslacht te dragen tijdens het vliegen.

Dit is in lijn met de al decennia oude ‘Big Mother’-hypothese, die verklaart waarom niet zelden vrouwen een groter lichaam hebben. “Nu oude aannames worden herzien door gebruik van grotere datasets en beter onderzoek, is er een enorm potentieel voor nieuwe doorbraken in de seksuele selectietheorie”, schrijven de onderzoekers in Nature.

Natuurlijke versus seksuele selectie
Seksuele selectie gaat over de selectie van een partner op grond van eigenschappen die als aantrekkelijk worden ervaren. Selectie in het algemeen draait om de competitie tussen dieren om nageslacht te produceren en zo hun genen door te geven. Als een eigenschap belangrijk is voor overleving of voor bijvoorbeeld de verzameling van voedsel, spreken we van natuurlijke selectie. Helpt een eigenschap bij de voortplanting dan heet het seksuele selectie.

Bronmateriaal

"New estimates indicate that males are not larger than females in most mammal species" - Nature
Afbeelding bovenaan dit artikel: Foto4440 / Getty (via Canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd