De grote geheimen van ruimtestof: een nieuwe manier om naar buitenaards leven te zoeken

Ruimtestof lijkt onbeduidend gruis waar we meestal overheen kijken op zoek naar spannende exoplaneten of andere ruimteobjecten. Maar dat zouden we weleens verkeerd kunnen hebben. 

Een asteroïde zorgde 66 miljoen jaar geleden voor het einde van het dinosaurustijdperk. Bij die gigantische kosmische botsing slingerden grote hoeveelheden gruis en stenen de ruimte in. De kans is aanwezig dat op deze manier tekenen van het leven op aarde als fossiele resten zijn meegelift naar zonnestelsels ver van hier.

Maar dat geldt natuurlijk ook andersom: door het analyseren van ander ruimtegruis komen we misschien wel op het spoor van buitenaards leven. Professor Tomo Totani van de University of Tokyo vertelt aan Scientias.nl over de mogelijkheden om ruimtestof op te vangen en te testen op biologische resten.

Stof zijt gij…
“Mijn onderzoek laat zien dat stofdeeltjes met afmetingen van enkele micrometers, afkomstig van het oppervlak van planeten die rondom verre sterren cirkelen, bij ons op Aarde belanden. Andersom gebeurt dat ook. Ik heb dit scenario niet volledig doorgerekend, maar bij grote komeetinslagen in het verleden, zoals de asteroïde die ervoor zorgde dat de dinosaurussen uitstierven, zijn er ongetwijfeld grote stukken van het aardse oppervlak, waaronder kleine stenen en gruis, de ruimte ingeschoten. Een aanzienlijk deel van deze deeltjes is het zonnestelsel uitgeslingerd, de rest heeft een nieuwe plek gevonden in het planetaire systeem van een van de andere ruimteobjecten in de buurt van de Aarde”, legt Totani uit.

Microbische fossielen?
Het ruimtegruis is mogelijk al tientallen miljoenen jaren geleden losgeslagen van een verre, onbekende planeet en heeft dus al gigantische afstanden afgelegd in onze richting. “In principe is het mogelijk dat we iets levends vinden in het ruimtegruis, maar de kans op niet-levende tekenen van buitenaards leven in de microdeeltjes is veel en veel groter. Hier heb ik dan ook mijn onderzoek op toegespitst. Een ruimtesteen moet flink groot zijn, zeker meer dan een kilo zwaar en meer dan enkele micrometers groot – om de microben te beschermen tegen de kosmische straling in de ruimte. Er bewegen niet zoveel van dit soort grotere stenen door de ruimte. De kans om een teken van leven te vinden in zulke stenen is dus ook een stuk kleiner.”

White blob on a grey background.
Ruimtestof uit het vroege zonnestelsel dat in onze atmosfeer is gevonden. Foto: NASA

Aerogel
Daarom zijn de piepkleine stofdeeltjes interessanter. Wie weet lukt het ons al in de nabije toekomst om deze microdeeltjes op te vangen, bijvoorbeeld via een aerogel in een baan rond de aarde. “Het is moeilijk om microdeeltjes afkomstig uit de ruimte te onderscheiden van het ‘gewone’ gruis dat op Aarde ligt. Het is daarom een stuk makkelijker om de deeltjes op te vangen in een aerogel buiten de dampkring. Op deze manier is er ook minder kans dat mogelijke fossielen zijn aangetast door de impact op het aardoppervlak. Toch is een zoektocht op Aarde ook waardevol. Mogelijk lukt het binnenkort al met gebruik van nieuwe technologie om beter onderscheid te maken tussen aardse en buitenaardse stofdeeltjes”, zegt de sterrenkundige.

Teken van leven. En dan?
Maar wat als we nu echt microdeeltjes opvangen in de ruimte, waarin fossielen van mogelijk buitenaards leven verstopt zitten? “Dan is de volgende stap om te bewijzen dat de microdeeltjes en de biologische inhoud daarvan ook écht hun oorsprong hebben buiten ons zonnestelsel. We zullen de fossiele resten scherp tegen het licht houden, de eigenschappen analyseren en we gaan ze vergelijken met het leven op Aarde. Door middel van isotopisch onderzoek (IRMS) kijken we naar de afkomst van het anorganische materiaal waar het microdeeltje uit is opgebouwd.”

Abiogenese
“Als blijkt dat het gruis daadwerkelijk afkomstig is uit een ander deel van het heelal, dan betekent dit dat er leven bestaat buiten ons zonnestelsel. Als de fossiele resten een andere oorsprong hebben dan het leven op Aarde, dan is de kans dat er buitenaards leven op een andere planeet bestaat erg hoog, bijna 100 procent”, aldus professor Totani. “Het kan ook zijn dat een fossiel dezelfde oorsprong blijkt te hebben als het leven op Aarde. Dan kunnen we concluderen dat de kans op abiogenese erg klein is.”

Abiogenese is het ontstaan van leven op een planeet uit niet-levende materie (zonder bovennatuurlijke of metafysische inbreng). “Levende organismen en bouwstenen van het leven liften mee met ruimtegruis en grotere stenen. Het is onze taak om hun inhoud en het materiaal waaruit de microdeeltjes bestaan te analyseren en de oorsprong ervan te ontdekken”, klinkt het tot besluit.

Bronmateriaal

"Solid grains ejected from terrestrial exoplanets as a probe of the abundance of life in the Milky Way" - International Journal of Astrobiology
Interview met professor Tomo Totani, University of Tokyo
Afbeelding bovenaan dit artikel: NASA

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd