De bijna-doodervaring blijft een fascinerend onderwerp voor onderzoek. Wetenschappers hebben nu voor het eerst systematisch aangetoond wat patiënten ervaren tijdens hun reanimatie door onder meer hun hersengolven te meten. Mensen blijken dus echt herinneringen te hebben aan de periode waarin ze werden gereanimeerd, een bijna-doodervaring dus.
Zelfs patiënten die pas een uur na hun hartstilstand weer bij werden gebracht, hebben hersenpatronen die duiden op een vorm van geheugen en gedachten, terwijl ze bewusteloos op de operatietafel lagen.
Getuigenissen
Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek bij 567 mannen en vrouwen die tussen mei 2017 en maart 2020 in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk in het ziekenhuis waren opgenomen met een hartstilstand. Van hen waren er 85 tijdens de reanimatie gekoppeld aan een hersenmonitor. Daarnaast werden de getuigenissen van 126 overlevenden naderhand opgetekend. Hun zelfgerapporteerde herinneringen hielpen om een beter begrip te krijgen van de thema’s die een rol spelen bij een (bijna-)doodervaring.
Pieken in hersenactiviteit
Ondanks de goede zorgen herstelde slechts een kleine 10 procent van de gereanimeerde patiënten die in het onderzoek zijn bestudeerd zo goed dat ze weer uit het ziekenhuis werden ontslagen. Vier van de tien patiënten die de reanimatie overleefden, hadden herinneringen aan een bepaalde mate van bewustzijn tijdens het reanimeerproces, die niet door standaardmetingen konden worden opgepikt.
De onderzoekers ontdekten bij de mensen die aan de hersenmonitor lagen tijdens de reanimatie, dat de hersenactiviteit bij 40 procent van deze groep terug naar normaal of bijna normaal ging vanuit een ‘flatline’-staat, zelfs als het bijbrengen een uur duurde. De EEG liet zien dat patiënten pieken in gamma-, delta-, thèta-, alfa-, en bètagolven hadden, die geassocieerd worden met hogere mentale functies.
Lucide herinneringen
Overlevenden rapporteren al veel langer een verhoogd bewustzijn en krachtige, lucide ervaringen, volgens de auteurs van de studie. Denk daarbij aan het gevoel uit je lichaam te treden en van bovenaf naar jezelf en de omgeving te kijken zonder pijn of stress te ervaren. Ook ervoeren ze soms een betekenisvolle evaluatie van het eigen handelen en de omgang met mensen om hen heen. In de nieuwe studie worden deze bijna-doodervaringen onder een ander kopje geplaatst als hallucinaties, illusies, waanideeën, dromen of een reanimatie-geïnduceerde vorm van bewustzijn.
Nieuwe dimensies van de werkelijkheid
De onderzoekers stellen dat het stervende brein de natuurlijke, remmende systemen uitzet. Deze processen, die gezamenlijk ‘ontremming’ of ‘disinhibitie’ genoemd worden, openen mogelijk een deur naar ‘nieuwe dimensies van de werkelijkheid’, zeggen de wetenschappers.
Hiertoe behoren lucide ervaringen van alle opgeslagen herinneringen van de vroege jeugd tot de dood, geëvalueerd vanuit het moraliteitsperspectief. Het is niet duidelijk wat het evolutionaire nut is van dit fenomeen, maar het ‘opent een deur richting het systematisch ontdekken van wat er gebeurt als iemand overlijdt’, aldus de schrijvers.
Een uur na de dood
“Artsen hebben lange tijd gedacht dat het brein ongeveer tien minuten nadat het hart stopt met pompen permanente schade oploopt door een gebrek aan zuurstof”, zegt hoofdonderzoeker Sam Parnia van de NYU. “Maar wij hebben in ons onderzoek iets anders gevonden. Het brein kan ver in de reanimatie nog tekenen van leven afgeven in de vorm van herstelprikkels. Dit is de eerste grote studie die laat zien dat deze herinneringen en veranderingen in hersenactiviteit tekenen kunnen zijn van universele, gedeelde elementen van zogenaamde bijna-doodervaringen”, klinkt het.
“Deze ervaringen geven een kijkje in een ware, maar nog slecht begrepen dimensie van het menselijk bewustzijn, die zijn kop opsteekt tijdens het sterven. De bevindingen kunnen mogelijk ook dienen als richtlijn voor nieuwe manieren om het hart te herstarten en hersenbeschadiging te voorkomen. Ook kunnen ze een rol spelen op het gebied van transplantatie.”
Klinisch bewustzijn
De wetenschappers concluderen dat de huidige staat van het onderzoek de echtheid of de betekenis van de patiëntervaringen niet kan bewijzen of ontkrachten. Er is meer onderzoek nodig om het fenomeen van de bijna-doodervaring te doorgronden. Het idee is dan ook om de biomarkers van klinisch bewustzijn nog preciezer te definiëren en te meten. Ook moeten de psychologische langetermijneffecten van reanimatie na een hartstilstand verder worden onderzocht.