Beroepskeuze van vrouwen kan helpen verklaren waarom ze een grotere kans hadden om op de brandstapel te eindigen

Vrouwen werden in de zestiende en zeventiende eeuw veel vaker van hekserij beticht dan mannen. En dat heeft mede te maken met de beroepen die vrouwen in die tijd beoefenden, zo stelt een Britse historicus.

Hoewel films en series vaak een ander beeld lijken te schetsen, waren vrouwen in de vroegmoderne tijd zeker niet de enigen die soms van hekserij beschuldigd werden. Ook mannen kon het overkomen. Maar wel veel minder vaak: onderzoek suggereert dat slechts 10 tot 30 procent van de vermeende heksen in de zestiende en zeventiende eeuw van het mannelijk geslacht was. Het roept natuurlijk de vraag op waarom vrouwen vaker van hekserij beschuldigd werden. In het verleden stelden historici wel dat misogynie – oftewel vrouwenhaat – een belangrijke drijvende kracht achter de heksenjachten was en dus kon helpen verklaren waarom vrouwen vaker op de brandstapel eindigden.

Beroep
Maar dat is niet het hele verhaal, zo stelt historicus Philippa Carter nu in het blad Gender & History. Ze heeft namelijk aanwijzingen gevonden dat ook de beroepen die vrouwen kort na de middeleeuwen veelal beoefenden, de kans dat zij voor heks werden aangezien, vergrootten.

Voedsel
Veel van die beroepen betroffen het maken van voedsel of zuivelproducten en de zorg voor (andermans) kinderen en/of vee. En dat werk – met bederfelijke producten, kwetsbare jonge kinderen en vee dat zomaar ziek kon worden – bracht automatisch een verhoogde kans met zich mee om voor heks te worden aangezien, zo stelt Carter. Want beschuldigingen van hekserij klonken vaak wanneer mensen te maken kregen met bedorven voedsel, ziekte of sterfte, oftewel gebeurtenissen die zich allemaal afspeelden binnen het werkveld van vrouwen. In zekere zin zou je dan ook kunnen zeggen dat beschuldigd worden van hekserij voor vrouwen een beroepsrisico was. Voor mannen – die heel andere taken vervulden en daarbij ook vaak met onbederfelijke materialen, zoals ijzer en steen, werkten – lag dat vanzelfsprekend anders.

Meerdere banen
De kans om als vrouw van hekserij te worden beschuldigd, nam bovendien nog verder toe doordat vrouwen in die tijd meestal meerdere baantjes hadden. In plaats van mannen – die veelal de hele dag in het veld of in hun werkplaatsen aan het werk waren – haastten vrouwen zich van het ene naar het andere werkhuis. “Vrouwen combineerden vaak meerdere inkomstenstromen, werkten in meerdere huishoudens om de eindjes aan elkaar te knopen: ze pasten op kinderen, maakten voedsel klaar, verzorgden zieken. Ze werkten niet in slechts één hoogrisico sector, maar in meerdere tegelijk,” stelt Carter. “En de frequentie van sociaal contact vergrootte de kans om verstrikt te raken in ruzies of misverstanden die vaak aan beschuldigingen van hekserij ten grondslag lagen.” Daar komt nog eens bij dat veel beschuldigingen van hekserij hun oorsprong vonden in het simpele feit dat de vermeende heks op het moment dat het noodlot toesloeg in de nabijheid was. En gezien hun beroepskeuze – die vrouwen bij anderen in huis of op het erf bracht en waarbij er vaak met zieken of zwakken gewerkt werd en het noodlot dus eigenlijk altijd al op de loer lag – was het logisch dat vrouwen vaker dan mannen van hekserij beschuldigd werden, zo redeneert Carter.

Napier
Carter baseert haar conclusies onder meer op de aantekeningen van Richard Napier: een astroloog, gevestigd in Birminghamshire, die zijn klanten met behulp van elixers en sterrenkaarten ten tijde van de 16e en 17e eeuw verder probeerde te helpen. “Hoewel hun klachten uiteenliepen van een gebroken hart tot kiespijn, kwamen velen ook naar Napier, omdat ze bezorgd waren dat ze door een buur behekst waren,” vertelt Carter. “Klanten gebruikten Napier als een klankbord voor hun angsten.” En ze vroegen hem die angsten al dan niet te bevestigen aan de hand van wat de sterren vertelden of verzochten hem om amuletten die hen tegen boosaardige spreuken beschermen konden. En de astroloog schreef het allemaal op. Die aantekeningen zijn inmiddels voor 2,5 procent gedigitaliseerd. En in dat kleine deel van Napiers notities ging Carter op zoek naar heksenbeschuldigingen. En niet zonder resultaat: tussen 1597 en 1634 noteerde Napier 1714 beschuldigingen van hekserij. En meestal betroffen deze een vrouw. In 802 gevallen werd deze bij naam genoemd en in 130 van deze 802 gevallen werd ook het beroep vermeld. En in veel gevallen waren het beroepen die in die tijd exclusief door vrouwen werden uitgevoerd.

Aantekeningen
Zo is in de aantekeningen van Napier te lezen dat ene Alice Gray vermoedt dat haar buurvrouw een heks is, omdat de kaas die zij van haar gekregen heeft opeens opzwol. En andere klanten van Napier beschuldigen vrouwen van hekserij, omdat ze ziek zijn geworden na het eten van voedsel dat door die vrouwen is bereid. Ook vrouwen die werkzaam waren als genezeressen, liepen een groot risico om van hekserij te worden beschuldigd: verschillende klanten van Napier spreken het vermoeden uit dat hun verzorgende een heks is, omdat haar behandeling niet (voldoende) werkt. Daarbij valt op dat met name vrouwen die voor jonge of zieke kinderen en zwangeren zorgen, een verhoogde kans hebben om van hekserij beschuldigd te worden. Het is te herleiden naar de hoge kindersterfte uit die tijd, zo stelt Carter. De kans dat een kind kwam te overlijden, was nu eenmaal groot en wanhopige ouders beschuldigden vervolgens niet zelden de verzorgster van hun kind van kwade, door magische krachten werkelijkheid geworden, bedoelingen. Ten slotte beschuldigden ook verscheidene klanten van Napier vrouwen van hekserij nadat hun schapen of runderen het loodje hadden gelegd. “Een vroegmoderne huisvrouw was verantwoordelijk voor het handhaven van de gezondheid van vee en mensen,” stelt Carter. “Ze maakte de kompressen en drankjes die nodig waren om beide groepen te behandelen. En als een dier opeens zieker werd, kon dat geïnterpreteerd worden als een kwaadaardig misbruik van haar geneeskrachtige gaven.”

Van beschuldiging naar veroordeling
En zo vergrootten vrouwen door hun harde werken en inzet voor anderen – waarschijnlijk onbewust – ook hun kans om voor heks te worden aangezien. En dat kon, zeker in tijden van crisis – als de samenleving onder grote druk stond – verstrekkende gevolgen hebben. “In tijden van crisis konden sluimerende vermoedens worden omgezet in massale veroordelingen,” bevestigt Carter. Zo eisten Engelse heksenjachten halverwege de zeventiende eeuw in drie jaar tijd honderden vrouwenlevens.

“Elke Halloween worden we eraan herinnerd dat de stereotype heks een vrouw is,” concludeert Carter. “En de risico’s die historisch gezien met ‘vrouwenwerk’ samenhingen, kunnen dat helpen verklaren.”

Bronmateriaal

"Witchcraft accusations an ‘occupational hazard’ for female workers in early modern England" - University of Cambridge
Afbeelding bovenaan dit artikel: Diepold Schilling (via Wikimedia Commons)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd