Wetenschappers halen RNA uit meer dan 100 jaar oude, dode Tasmaanse tijger (en dat kan helpen deze uitgestorven soort terug te brengen!)

Wetenschappers zouden graag verschillende verdwenen dieren (zoals de mammoet, dodo en Tasmaanse tijger) nieuw leven in blazen. Nu, met de succesvolle isolatie van RNA uit een uitgestorven Tasmaanse tijger, lijkt het idee van het tot leven wekken van uitgestorven soorten opeens veel haalbaarder.

De laatste Tasmaanse tijger die de wereld kende, blies in 1936 in een Australische dierentuin zijn laatste adem uit. De dood van deze tijger betekende de dood van de gehele soort. En sindsdien is de Tasmaanse tijger uitgestorven. Veel mensen beschouwen de verdwijning als een enorm verlies en recent spelen wetenschappers met de gedachte om de tijger uit de dood te laten herrijzen. Een bizar en ambitieus project. Maar nu onderzoekers voor het eerst RNA-moleculen uit een oude, dode Tasmaanse tijger hebben gehaald, lijkt het idee toch ineens zo gek niet meer.

Meer over de verdwijning van de Tasmaanse tijger
De Tasmaanse tijger was een opvallend roofzuchtig buideldier dat ooit in heel Australië en op het eiland Tasmanië voorkwam. Deze unieke soort kende zijn ondergang na de komst van Europese kolonisten, toen ze als een plaag voor de landbouw werden beschouwd. In 1888 werd er zelfs een beloning van £1 uitgeloofd voor elke volwassen tijger die werd gedood. Uiteindelijk werd een combinatie van factoren (waaronder overbejaging door menselijke kolonisten, habitatverlies en ziektes) het dier fataal. De Tasmaanse tijger is een iconisch voorbeeld van een uitgestorven diersoort en blijft een onderwerp van fascinatie en studie in de wetenschappelijke gemeenschap.

Dat onderzoekers hun pijlen op de Tasmaanse tijger richten, is niet zo vreemd. Een belangrijke reden hiervoor is dat het natuurlijke leefgebied van de tijger in grote mate intact is gebleven. Als deze soort opnieuw geïntroduceerd zou worden, zou het zelfs kunnen bijdragen aan het herstellen van ecologische evenwichten die verstoord zijn sinds de tijger verdween.

RNA
Maar eenvoudig is het niet. Het tot leven wekken van de Tasmaanse tijger vereist bijvoorbeeld niet alleen gedetailleerde kennis van zijn DNA, maar ook begrip van hoe genen in specifieke weefsels tot expressie komen en hoe genregulatie werkt. Dit inzicht kan alleen worden verkregen door het RNA van de tijger, het zogenaamde transcriptoom, te bestuderen. Kortom, door RNA te analyseren, krijgen wetenschappers een beter beeld van cruciale genetische informatie over genexpressiepatronen, genetische variatie, en specifieke genen die betrokken zijn bij verschillende eigenschappen en functies. Vervolgens kunnen ze dit vergelijken met nauw verwante, levende soorten, waardoor er een beter beeld ontstaat van genetische basis van specifieke kenmerken en gedragingen. “Het weer tot leven brengen van de Tasmaanse tijger of de wolharige mammoet is een complexe opgave,” zegt onderzoeker Emilio Mármo. “Dit vereist een grondig begrip van zowel het genoom (de genetische code) als de manier waarop genen in verschillende weefsels worden gereguleerd, een kennisgebied dat nu pas langzaam wordt ontrafeld.”

Primeur
In een nieuwe studie hebben onderzoekers nu gepoogd om RNA uit een dode Tasmaanse tijger te halen. Ze bogen zich over een 130 jaar oude, gedroogde Tasmaanse tijger die al die tijd bij kamertemperatuur in het Zweeds Museum voor Natuurgeschiedenis in Stockholm bewaard is gebleven. En hun inspanningen waren niet voor niets. Want uiteindelijk slaagden ze erin om voor de allereerste keer oud RNA te isoleren en te sequencen.

De dode, uitgedroogde Tasmaanse tijger die in deze studie werd bestudeerd. Afbeelding: Emilio Mármol Sánchez en Panagiotis Kalogeropoulos.

Goede kwaliteit
Het gereconstrueerde RNA was van zulke goede kwaliteit, dat het mogelijk was om RNA-moleculen die specifiek betrokken zijn bij spieren en huid te identificeren. Dit resulteerde in de ontdekking van unieke genexpressiepatronen in specifieke weefsels, die vergelijkbaar zijn met die van nog levende buideldieren en zoogdieren. De onderzoekers zijn enthousiast. “Dit is de eerste keer dat we een glimp hebben opgevangen van het bestaan van specifieke regulerende genen van de uitgestorven Tasmaanse tijger, zoals microRNA’s,” aldus onderzoeker Marc Friedländer.

Implicaties
De wetenschappers merken op dat hun bevindingen belangrijke implicaties hebben voor wereldwijde inspanningen om uitgestorven soorten weer tot leven te brengen, zoals de Tasmaanse tijger en de wolharige mammoet. Bovendien is hun onderzoek relevant voor ons begrip van RNA-virussen die pandemieën kunnen veroorzaken. “In de toekomst is het wellicht mogelijk om niet alleen RNA van uitgestorven dieren te herstellen, maar ook RNA-virusgenomen, zoals die van SARS-CoV-2 en hun vroege evolutionaire varianten, afkomstig van de huid van vleermuizen en andere gastheerorganismen die in museumcollecties zijn opgeslagen,” aldus onderzoeker Love Dalén.

Deze baanbrekende studie opent opwindende nieuwe mogelijkheden voor het onderzoeken van de enorme verzamelingen monsters en weefsels die wereldwijd in musea worden bewaard. Want mogelijk wachten er nog meer RNA-moleculen op ontdekking, die vervolgens kunnen worden onderzocht en in kaart gebracht. De auteurs van de studie zijn enthousiast over de toekomstige ontwikkelingen, die zowel genomica als RNA combineren en zo een nieuw tijdperk in de paleogenetica inluiden, dat verder gaat dan alleen DNA.

Bronmateriaal

"RNA for the first time recovered from an extinct species" - Stockholm University
Afbeelding bovenaan dit artikel: Baker; E.J. Keller van de Smithsonian Institution archieven (via Wikimedia Commons)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd