Wanneer we ouder worden, krimpt ons brein. En dat is uniek: alleen mensen hebben daar namelijk last van, zo blijkt.
Mensen die tachtig jaar oud zijn, hebben een veel kleiner brein dan mensen van twintig. Op ons tachtigste is de omvang van ons brein gemiddeld met vijftien procent afgenomen. Wetenschappers vroegen zich af of ook onze nabije familielid de chimpansee daar last van had.
WIST U DAT…
Ze verzamelden tachtig gezonde mensen en tachtig chimpansees. Ze ontdekten dat de oudere mensen een veel kleiner brein hadden, maar dat de oudere chimpansees daar geen last van hadden. Tussen de chimpansee en de evolutie van de moderne mens zit vijf tot acht miljoen jaar. Aangezien de chimpansee geen last heeft van een krimpend brein, moet de mens die vatbaarheid voor ouderdom in die vijf tot acht miljoen jaar ontwikkeld hebben. Het onderzoek toont aan dat een krimpend brein een echt menselijke afwijking is.
Waarom mensen wel last hebben van zo’n kleiner wordend brein en chimpansees niet? Onderzoekers hebben daar wel ideeën over. Mensen leven langer dan chimpansees. En terwijl een chimpansee tot aan zijn dood vruchtbaar blijft, is dat bij mensen niet het geval. Toch heeft ouder worden zeker wel een functie. De oudere, onvruchtbare mensen kunnen helpen bij het grootbrengen van de kleinkinderen: een lastige taak die ouders vaak niet alleen aankunnen. De ouderdomsverschijnselen – zoals een krimpend brein en geheugenproblemen die daarmee samen kunnen hangen – ontstaan doordat de mens lang moet leven om de zorg voor anderen te kunnen dragen, zo vermoeden de wetenschappers.