Er verandert van alles in de hersenen van een zwangere vrouw. Allemaal ten gunste van het kind

Onder invloed van hormonen verandert er tijdens de zwangerschap een heleboel in de hersenen van een vrouw, voornamelijk om moedergedrag te stimuleren. Tot twee jaar na de geboorte zijn er op scans nog wijzigingen in de hersenstructuur en -functies te zien.

Om meer te weten te komen over hoe zwangerschap kan leiden tot veranderingen in de hersenen, onderzochten hersenonderzoeker Elseline Hoekzema en haar collega’s van het Amsterdam UMC veertig vrouwen op vier momenten: vóór de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en na de bevalling. 28 van deze vrouwen werden ook een jaar na de bevalling nog onderzocht.

Nesteldrang
Ze vonden een verhoogde functionele connectiviteit in het Default Mode Network (DMN), die samenhing met de zwangerschap van de proefpersonen. Een jaar na de bevalling keerde de activiteit en structuur van het DMN, een netwerk van hersengebieden dat vooral actief is in rust, terug naar het basisniveau. Ook ontdekte het team een verband tussen de functionele activiteit van het DMN tijdens de zwangerschap en de mate van binding tussen moeder en kind in de maanden na de geboorte. Deze veranderingen bleken samen te hangen met het niveau van de zwangerschapshormonen en stimuleerden ‘moederlijk’ gedrag tijdens en na de zwangerschap. Denk aan de hechting tussen moeder en foetus, nestgedrag, een fysiologische reactie op geluiden en andere signalen van de baby en binding tussen moeder en kind.

Hormoonbehandeling
Om erachter te komen wat er dan precies verandert in de hersenen tijdens de zwangerschap, keken de onderzoekers onder meer naar de structuur van de grijze massa, de wittestofbanen, hersenmetabolieten en of de functionele activiteit tijdens rust verandert. “We ontdekten dat er sterke structurele veranderingen zijn in de grijze massa van de hersenen en functionele veranderingen in de hersenactiviteit, terwijl de wittestofbanen en hersenmetabolieten geen grote wijzigingen lieten zien. Er is dus sprake van hele sterke maar selectieve veranderingen waarbij vooral bepaalde delen en netwerken van de hersenen sterk veranderen”, legt Elseline Hoekzema, hoofd van het Hoekzema Lab aan de afdeling Psychiatrie van het Amsterdam UMC, uit aan Scientias.nl.

Heel verrassend is dat niet per se. Ook uit dierstudies is gebleken dat zwangerschapshormonen een grote impact kunnen hebben op het gedrag en allerlei soorten moedergedrag stimuleren bij zoogdieren. “Zo kan bijvoorbeeld een behandeling met hormonen die lijken op die van de zwangerschap ervoor zorgen dat er hersenveranderingen optreden en vrouwtjesratten allerlei soorten moederlijk gedrag gaan vertonen, zoals nesteldrang en het verzorgen van de jongen, maar ook het onderdrukken van negatieve reacties zoals het ontwijken van of agressief reageren op de jongen”, verklaart Hoekzema.

Moedergedrag
Iets soortgelijks zagen de onderzoekers nu ook bij mensen. “We hebben in deze studie aanwijzingen gevonden dat er bij mensen ook relaties zijn tussen de hersenveranderingen en aspecten van ‘moedergedrag’. Deze veranderingen hangen samen met de fysiologische reacties die vrouwen laten zien bij kinderen, maar ook met moeder-kindhechting tijdens de zwangerschap en de postpartumperiode en met de mate van nestelgedrag die ze tijdens de late zwangerschap ervaren.”

Toch is het verband niet zo direct en sterk als bij andere zoogdieren, legt Hoekzema uit. “Wij hebben als mens immers een behoorlijke cognitieve controle over ons gedrag en ons uiteindelijke gedrag wordt door heel veel factoren bepaald. Ook zonder deze hormonale blootstelling zijn we prima in staat om al dit moedergedrag te vertonen, denk bijvoorbeeld aan adoptieouders. Al sluit dit ook wel weer aan bij wat we weten uit dierstudies, dat er meerdere ‘routes’ zijn die kunnen leiden tot het triggeren van moedergedrag, namelijk door hersenveranderingen die geïnduceerd worden door hormonen of door langdurige blootstelling aan jongen.”

Geheugenverlies
Je zou misschien denken dat de hersenveranderingen bij de ene moeder sterker zijn dan bij de andere, maar dat is niet zo. “Als je de veranderingen bij moeders met elkaar vergelijkt, zijn ze behoorlijk consistent. De structurele veranderingen in de hersenen waren zo sterk dat een algoritme automatisch kon herkennen of een vrouw zwanger was of was geweest, puur op basis van hersenscans. En als je kijkt naar de structurele veranderingen die we nu in deze studie hebben gevonden, dan laten die precies hetzelfde patroon zien als bij de vrouwen die we eerder in Spanje hebben onderzocht. Dus het gaat om hele duidelijke en hele consistente veranderingen, wat ook niet zo gek is als je kijkt naar de enorme vloed van hormonen waardoor deze veranderingen worden veroorzaakt, dat is ongekend en maak je op geen ander moment in je leven mee.”

Een bekende term is het Mom Brain, waarmee wordt gedoeld op het geheugenverlies waar veel zwangere vrouwen last van lijken te hebben. Ook daar vonden de onderzoekers iets van terug op de scans. “We zagen duidelijke veranderingen in de geheugengebieden van de hersenen, zoals de hippocampus, een gebied dat ook bij ratten hele sterke veranderingen ondergaat tijdens de zwangerschap en de postpartumperiode. Wat interessant is is dat dit wel het meest lijkt terug te veranderen in de postpartumperiode. Na twee jaar is de situatie bijna weer terug in de staat van voor de zwangerschap.”

Meer impact van hormonen
De onderzoeker was vooral verbaasd over hoe substantieel en hoe sterk de hersenveranderingen zijn. “Ik had wel verwacht dat zo’n enorme vloed aan hormonen een impact zou moeten hebben op de hersenen maar dat het zo sterk en duidelijk zou zijn, was een verrassing en heel mooi om te zien.”

Dat er veranderingen optreden in de structuur en de functie van de hersenen tijdens de zwangerschap is al best opmerkelijk. “Maar je kunt je bijna niet voorstellen dat zulke grote veranderingen niet ook implicaties zouden hebben voor andere processen. Bijvoorbeeld voor je geheugen, je sociale functies, maar ook voor de mentale gezondheid en de gevoeligheid voor het ontwikkelen van perinatale depressies, angsten of psychose. Dat zijn dingen waar we de komende jaren meer over te weten hopen te komen in mijn lab”, kijkt Hoekzema vooruit.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd