Op zes verschillende plekken in de Amerikaanse staat Ohio zijn ten minste drie virusvarianten bij wilde witstaartherten ontdekt.
Ook herten blijken het coronavirus te kunnen krijgen. Tot die conclusie komen wetenschappers in een nieuwe studie, gepubliceerd in het vakblad Nature. Op verschillende plekken in de Amerikaanse staat Ohio zijn wilde herten gevonden die besmet zijn met het virus. En dat kan verstrekkende gevolgen hebben. “Het kan bijvoorbeeld toekomstige mitigatie- en controle-inspanningen voor COVID-19 bemoeilijken,” aldus onderzoeker Andrew Bowman.
Herten
Het nieuws komt overigens niet als een grote verrassing. In een eerdere studie hadden wetenschappers al wilde herten met antilichamen ontdekt. Maar nu blijkt dat wilde witstaartherten ook daadwerkelijk COVID-19 kunnen krijgen. Bovendien zijn op zes verschillende plekken in de Amerikaanse staat Ohio ten minste drie varianten van het virus bij wilde witstaartherten aangetroffen.
Van mens op hert
De onderzoekers namen tussen januari en maart 2021 neusuitstrijkjes bij 360 witstaartherten op verschillende plekken in Ohio. Maar liefst 35 procent (129 herten) testten positief op verschillende stammen van het coronavirus. Op vier van de locaties waren herten bovendien besmet met virusvarianten die op dat moment veel voorkwamen bij coronapatiënten in Ohio. Deskundigen vermoeden dat het virus van mens op hert is overgesprongen. “De werktheorie is dat mensen het virus aan herten geven,” zegt Bowman. “En blijkbaar hebben ze het meerdere keren overgedragen; we hebben bewijs van zes verschillende virale introducties in de hertenpopulaties.”
Daarnaast is het goed mogelijk dat herten het virus vervolgens weer aan elkaar doorgeven: de onderzoekers ontdekten verschillende mutaties in het virale spike-eiwit die niet vaak worden gezien bij menselijke infecties. En dat suggereert dat het virus van hert op hert is overgesprongen.
Coronareservoir
Het feit dat wilde herten besmet kunnen raken is enigszins verontrustend. Want de angst heerst dat herten een nieuw coronareservoir kunnen vormen, waaruit ze vervolgens ook weer mensen infecteren. “Als het virus zich kan vestigen en overleven in herten, kunnen ze een nieuwe potentiële bron van SARS-CoV-2 zijn,” zegt Bowman. Hoewel de onderzoekers nog geen bewijs hebben gevonden dat herten het virus kunnen doorgeven aan mensen, kan het virus mogelijk wel muteren terwijl het van hert op hert overspringt. En dat betekent dat het de opkomst van nieuwe varianten kan vergemakkelijken. Willen we de opkomst van nieuwe virusvarianten in de kiem smoren, dan zouden we volgens de onderzoekers herten – samen met andere dierlijke gastheren – scherp in de gaten moeten blijven houden.
Andere uitkomst
Maar de opkomst van nieuwe varianten is niet het enige waar de onderzoekers zich zorgen over maken. Het virus kan mogelijk ook ongemuteerd in herten overleven, terwijl het virus onder mensen wel blijft muteren. Dit kan erin resulteren dat mensen op een bepaald moment niet meer beschermd zijn tegen de stammen die herten dragen. De situatie kan vervolgens nijpend worden wanneer deze varianten op een bepaald moment op mensen terugvloeien.
De onderzoekers onderstrepen echter dat er momenteel nog veel onbekend is. Zo weten we nog niet hoe de herten besmet raken, of ze mensen en andere soorten kunnen besmetten, hoe het virus zich gedraagt in het lichaam van de dieren en of het een tijdelijke, of langdurige infectie is. Er is dan ook meer onderzoek nodig om de overdracht en evolutie van SARS-CoV-2 onder herten te begrijpen, zo concluderen de auteurs.
