Miljoenen mensen wereldwijd doen aan yoga. Maar wist je dat al die mensen terwijl ze de ontspannende oefeningen doen ook hun brein veranderen?
Yoga is hip, hot en happening. Volgens de Internationale Yoga Federatie beoefenen wereldwijd zo’n 300 miljoen mensen yoga en is de yoga-industrie één van de snelst groeiende industrieën ter wereld. Yoga lijkt hét pad dat je moet bewandelen voor een optimale balans tussen lichaam en geest. Maar hoe zit het met die geest? Wetenschappelijke studies laten zien dat yoga niet alleen leidt tot een vermindering van stress en angst, maar je concentratievermogen en stemming verbetert ook. Wat zijn de neurobiologische mechanismen die hiertoe leiden? We nemen een kijkje in het brein.
De structuur en activatie van de hersenen op de schop
Yoga zorgt allereerst voor een verandering in de structuur en activatie van bepaalde hersengebieden. Structurele veranderingen worden gemeten door middel van beeldvormende technieken zoals MRI, functionele MRI (fMRI) en PET-scans. Simpel gezegd maakt MRI het mogelijk om individuele structuren van het brein zichtbaar te maken, terwijl fMRI hersenactiviteit meet aan de hand van veranderingen in bloedtoevoer. Een grotere toevoer van zuurstofrijk bloed duidt op een hogere activatie van een desbetreffend hersengebied. Een PET-scan is een andere beeldvormende techniek die de stofwisseling van cellen in beeld brengt door middel van een kleine hoeveelheid radioactieve stof. Ook hier geldt: een verhoogde stofwisseling is een verhoogde activiteit. Onze gemoedstoestand en ons geheugen lijken vooral te profiteren van yoga. Gebieden in het brein die verantwoordelijk zijn voor het regelen van onze emoties en geheugen zijn met name de frontaalkwab en de amygdala. Een yogatraining van 12 weken lijkt al effect te hebben. Wetenschappelijke onderzoek laat namelijk zien dat yoga-beoefenaars (yogi’s) een verhoogde bloedtoevoer hebben naar de frontaalkwab en een verminderde bloedtoevoer hebben naar de amygdala tijdens geheugentaken en het zien van negatieve emotionele plaatjes.
Grijze stof
Wie al langere tijd aan yoga doet, heeft bovendien meer grijze stof. De hersenen bestaan uit zowel grijze stof als witte stof. De grijze stof bestaat uit de cellichamen van neuronen en de witte stof uit de lange uitlopers (de axonen) van neuronen. De buitenste laag van de hersenen, ook wel de cortex of hersenschors genoemd, bestaat voornamelijk uit grijze stof. De toename in grijze stof was over het hele brein te zien, maar voornamelijk in cortexgebieden die betrokken zijn bij aandacht, cognitieve en emotionele controle en gevoelens van compassie. Daarnaast hebben geoefende yogi’s in vergelijking tot mensen die niet aan yoga doen, meer grijze stof in de insula en de insular cortex, gebieden waar we moeten aankloppen voor het waarnemen van pijn. Meer grijze stof verhoogt de pijngrens.
Hersengolven
Niet alleen de structuur en activatie van de hersenen verandert. Yoga heeft ook een direct effect op onze hersengolven, zo blijkt uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken. Hersengolven weerspiegelen de elektrische activiteit van ons brein, of specifieker van onze hersencellen (neuronen). Communicatie tussen hersencellen verloopt namelijk via elektrische stroompjes. Deze elektrische stroompjes kunnen gemeten worden aan de hand van elektro-encefalografie (EEG). EEG maakt het mogelijk om een breed spectrum aan hersengolven te meten die doorgaans in vijf hoofdgroepen worden opgedeeld: delta, theta, alpha, beta en gamma. Deze hersengolven hebben ieder hun eigen trillingsintensiteit, uitgedrukt in Hz (trillingen per seconde), en worden in verband gebracht met verschillende mentale processen. Zo zien we deltagolven (0,5-4 Hz) met name gedurende diepe slaap, thetagolven (4-7 Hz) in een diepe staat van ontspanning en tijdens meditatie en alphagolven (8-13 Hz) wanneer we ontspannen maar helder zijn. Aan de andere kant zien we betagolven (12-38 Hz) wanneer we juist alert en waakzaam zijn en gammagolven (40-100 Hz) wanneer we in een opperste staat van concentratie verkeren.
Veranderde hersengolven door yoga
Wat doet yoga met de genoemde hersengolven? Yoga kent meer dan 50 stijlen die ieder een ander effect hebben op lichaam en geest. Grofweg kunnen ze onderverdeeld worden in drie groepen: yoga gebaseerd op fysieke poses (asana’s), op meditatie (sahaja) en op ademhaling (pranayama). Alle drie de vormen van yoga blijken zowel de hoogte als de frequentie van alphagolven te stimuleren, wat gezien kan worden als een verbetering. Dit leidt tot het ervaren van meer rust. Een verbetering in thetagolven is vooral te zien na asana- en ademhalingsgerichte yoga. Betagolven, die voornamelijk gelinkt zijn aan prestatie op cognitieve taken, verbeteren voornamelijk door yoga gericht op ademhaling, zowel tijdens als na een yogasessie. De positieve effecten van yogatraining door deze toename in hersengolven zijn een verbetering in cognitie, geheugen, stemming en een vermindering in angst. Dit komt met name doordat de veranderingen in hersengolven te zien zijn in hersengebieden die verbonden zijn met deze processen, waaronder de frontale cortex.
Verschillende neurowetenschappelijke studies geven hiermee antwoord op de vraag hoe yoga tot de vele positieve effecten leidt. De activiteit van onze hersengolven verbetert en neemt toe, de anatomie van onze hersenen verandert evenals de activatie in belangrijke hersengebieden. Deze veranderingen komen onze gemoedstoestand en cognitieve prestaties ten goede, wat weer zorgt voor een betere balans tussen lichaam en geest. Dus: haal dat yogamatje maar tevoorschijn en laat je brein het werk doen. Namasté.
Daniëlle van Spijker (1994) is tweedejaars masterstudent Neuroscience and Cognition aan de Universiteit Utrecht. Hiervoor heeft zij aan de Vrije Universiteit Gezondheid en Leven gestudeerd. Momenteel loopt zij stage bij de Hersenstichting in Den Haag. Dit artikel heeft zij geschreven voor het vak Public Science Communication with Multimedia.