Wanneer blanken denken dat ze een donkerdere huid hebben, verlaagt dit hun negatieve houding ten opzichte van donkergekleurde mensen: ze worden minder racistisch.
Doordat racistische vooroordelen vaak op jonge leeftijd ontstaan, lijken ze moeilijk veranderbaar gedurende volwassenheid. De resultaten van nieuw onderzoek dat in het blad Cognition staat, trekt deze gedachte in twijfel en suggereert dat vooroordelen wel ‘weggenomen’ kunnen worden. En wel door te begrijpen hoe de hersenen sensorische informatie van ons eigen lichaam en dat van anderen verwerken, vertelt Dr Manos Tsakiris, hoofd van het onderzoek.
Rubberen hand illusie
Voor het experiment gebruikten de onderzoekers van de Royal Holloway University of London de rubberen-hand-illusie. Hierbij ligt er naast de echte hand van de proefpersoon een nephand. Tussen de twee handen staat een tussenschot en de proefpersoon moet naar de nephand kijken. Beide handen worden eerst gekriebeld zodat het voor de proefpersoon voelt en eruit ziet alsof de nephand zijn echte hand is: de illusie dat de nephand de echte hand vervangt en deel uitmaakt van het lichaam. De onderzoekers vroegen zich af of dit ook zou werken wanneer de rubberen hand een andere huidskleur had dan die van de proefpersoon en of dat dan wellicht eventuele racistische vooroordelen zou beïnvloeden.
Voordat de blanke mensen de illusie kregen dat hun hand ineens een andere huidskleur had, werden zij getest op hun houding ten opzichte van donkere mensen. Na het experiment testten de onderzoekers eveneens deze mogelijke vooroordelen.
Hoe sterker de illusie was dat de donkerdere hand bij de deelnemer hoorde, hoe beter hij werkte tegen de vooroordelen. “Het komt neer op een waargenomen gelijkenis tussen blanke en donkere huid. De illusie creëert een overlap die op zijn beurt helpt om de negatieve houding ten opzichte van een andere huidskleur te verlagen,” zegt Lara Maister, één van de onderzoekers. “De deelnemers zien minder verschil tussen zichzelf en mensen met een donkere huid.”