Zwitserse onderzoekers tonen aan dat Duitssprekende studenten Nederlandse woordjes die ze net geleerd hebben beter kunnen onthouden als ze die woordjes terwijl ze slapen nog eens horen. Nieuw bewijs dat slapend leren werkt.
De onderzoekers verzamelden zestig Duitssprekende proefpersonen en lieten ze om tien uur ‘s avonds een aantal Nederlandse woordjes leren. De helft van de proefpersonen ging daarna naar bed. Terwijl ze sliepen, klonken de woorden die ze geleerd hadden zachtjes door de kamer. De andere helft van de proefpersonen bleef wakker en luisterde ondertussen ook naar de woordjes.
Toets
Rond twee uur ‘s nachts maakten de onderzoekers de slapende proefpersonen wakker. Kort daarna maakten zowel de slapende proefpersonen als de proefpersonen die wakker waren gebleven een testje om te kijken in hoeverre ze zich de Nederlandse woorden nog konden herinneren. De slapende studenten konden zich de Duitse vertalingen van de Nederlandse woordjes die ze in hun slaap gehoord hadden, veel beter herinneren. De proefpersonen die wakker waren gebleven bleken zich de woordjes die ze later nog gehoord hadden niet beter te kunnen herinneren dan de woordjes die niet meer door de kamer hadden geklonken.
Versterken
Het is nieuw bewijs dat slapen het geheugen versterkt. Mogelijk doordat het slapende brein spontaan eerder geleerde stof activeert. Doordat deze stof opnieuw wordt geactiveerd, kunnen mensen de stof later ook gemakkelijker activeren en dus oproepen en herinneren.
Wie nu denkt dat studeren overbodig is en slapen voldoet, heeft het mis, zo benadrukken de onderzoekers. “Je kunt de woordjes alleen activeren als je ze kort voor je bent gaan slapen geleerd hebt,” stellen ze. “Het tijdens je slaap afspelen van woordjes die je niet kent, heeft geen effect.”