Ouderwets stukje FOMO: de bijzondere reden waarom mensen soms kinderen krijgen

Heb je weleens een grotere auto gekocht, omdat je vrienden die ook aanschaften? Of een verre vakantie geboekt om stoer te doen tegen je broer? Of toch minstens een keer een te dure jurk aangetrokken om te flaneren op een feestje? Bijna niemand is ongevoelig voor sociale vergelijking. En bijna niemand doet graag onder voor zijn sociale omgeving. Het heeft zelfs invloed op het krijgen van kinderen.

Ongeveer een op de veertien ouders in de Verenigde Staten, zo’n 7 procent dus, zegt geen kinderen te willen als ze het opnieuw konden doen. In Europa liggen de cijfers nog hoger: van alle Duitse vaders en moeders heeft 8 procent spijt, in Polen is dat zelfs 13,6 procent. De redenen zijn divers, maar wat volgens een nieuwe studie van de Amerikaanse Rutgers University meespeelt is dat deze spijtouders kinderen hebben gekregen uit angst om anders iets te missen, ouderwetse FOMO dus.

Uit de taboesfeer
“Waarom wil je echt een kind? Wat is je motivatie?” vraagt onderzoeker Kristina Scharp van Rutgers. “In de context van wat het betekent om een ouder te zijn, kan FOMO een relevante afweging zijn.”

Spijt van het ouderschap begint langzaam uit de taboesfeer te komen, maar is nog altijd niet wat je hoort te voelen over je kinderen. De sociale norm schrijft voor, zeker voor moeders, dat je “onvoorwaardelijk van je kinderen houdt vanaf de conceptie tot in de eeuwigheid”, schrijven de onderzoekers. En natuurlijk doe je dat ook, maar daarnaast kan een gevoel van spijt bestaan.

Kijkje op Reddit
Om erachter te komen wat spijtouders bewoog om een gezin te beginnen, hebben de onderzoekers een wat incourante bron gebruikt, namelijk Reddit. Op dit onlineplatform is er een community met 1,5 miljoen kinderloze mensen. Ouders die spijt hebben van hun kinderen mogen er ook berichten plaatsen. Zo zijn er in tien jaar tijd 85 verhalen verschenen van spijtmoeders en -vaders.

Scharp en haar collega’s codeerden alle berichten met termen als ‘investering van tijd’ en ‘offer binnen je relatie’. Uiteindelijk konden ze drie categorieën vaststellen waarin het ouderschap viel in te delen: het hemelse ouderschap, het helse ouderschap en het ouderschap als (de enige) keus. Tenslotte keken de onderzoekers hoe deze categorieën pasten binnen de besluitvorming rond het krijgen van kinderen. En toen ontdekten ze iets opmerkelijks, dat eigenlijk nooit eerder is overwogen: FOMO. Ouders krijgen dus kinderen, omdat ze bang zijn iets te missen dat hun sociale omgeving wel heeft.

Autonome besluitvorming
Dit idee kan grote gevolgen hebben voor de keuze om kinderen te krijgen. “Door de potentiële motivatie voor hun acties beter te begrijpen zijn mensen misschien meer geneigd om een autonome beslissing te nemen over het stichten van een gezin, die in overeenstemming is met hun eigen waarden”, klinkt het.

Maar makkelijk is dat niet. In een wereld waarin je als kind al vadertje en moedertje speelt en uiteindelijk vrijwel iedereen ook kinderen krijgt, blijft het voor sommigen lastig om tegen de stroom in te zwemmen. “Vanwege de heersende sociale normen wordt iedereen, die niet meegaat in het dominante beeld over het ouderschap, gemarginaliseerd en gestigmatiseerd”, zegt Scharp. “Soms zijn sociale normen goed: we weten dat het verkeerd is om te stelen. Maar soms hebben sociale normen onbedoelde consequenties en worden mensen bestraft voor hun keuze, inclusief mensen die kinderloos willen zijn.”

Hoe zit het met ouderschap in Nederland?
Vrouwen waren vorig jaar gemiddeld 30,3 jaar oud toen ze hun eerste kind kregen, blijkt uit cijfers van het CBS. Dat was in 1970 wel anders: toen was een vrouw gemiddeld 24,3 jaar oud. Nog een interessant feitje: in 1975 had slechts 2 procent van de eerste kinderen een moeder van 35 jaar of ouder. In 2022 was dat 16,9 procent. Mannen zijn ietsje ouder bij de geboorte van hun eerste kind, namelijk 32,8 jaar. Verreweg de meeste mensen krijgen twee kinderen. Voor de vrouwen die in 1970 zijn geboren is dat 42,5 procent. Iets meer dan 21 procent van de moeders had drie kinderen of meer. Het aantal vrouwen zonder kinderen neemt gestaag toe. Van de vrouwen die in de jaren dertig en veertig zijn geboren, bleef 12 procent kinderloos. Van de generatie die in 1965 het levenslicht zag en dus 55 jaar was in 2020 had 18 procent geen kinderen. Bij ongeveer de helft is dat een bewuste keus geweest. Het verschil tussen hoger en lager opgeleide vrouwen is groot: van de hoogopgeleide vrouwen wordt ruim een kwart nooit moeder.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd