Ook apen masturberen graag en blijken daar heel goede redenen voor te hebben

Zo op het eerste gezicht lijkt masturberen evolutionair gezien nogal een domme zet te zijn. En toch doen heel veel dieren – waaronder ook met name primaten – het veelvuldig. Het plaatste onderzoekers voor een raadsel, dat nu lijkt te zijn opgelost. Want masturberen blijkt evolutionair gezien toch nut te hebben.

Tot die conclusie komen onderzoekers in het blad Proceedings of The Royal Society B. Ze baseren zich op een enorme dataset, bestaande uit informatie over masturberende primaten. En die dataset onthult dat in ieder geval de mannelijke primaten niet één, maar maar liefst twee heel goede redenen hebben om met enige regelmaat de hand aan zichzelf te slaan. Zo blijken ze door te masturberen hun voortplantingssucces te vergroten én de kans op seksueel overdraagbare aandoeningen te verkleinen.

Lange evolutionaire geschiedenis
Evolutionair gezien hebben dieren een duidelijk doel voor ogen: hun genetische materiaal doorgeven. Voor de meeste dieren kan dat maar op één manier: door te paren met een soortgenoot van het andere geslacht. Met dat in het achterhoofd lijkt het zeker in het geval van mannetjes allesbehalve voordelig om tussentijds te masturberen en zo hun zaad te verspelen. En toch zijn er in de wetenschappelijke literatuur talloze diersoorten beschreven die aan masturbatie doen. En dat suggereert dan weer dat het toch ook evolutionair gezien wel nut zal hebben. Die conclusie wordt verder onderschreven door het nieuwe onderzoek, waarin wetenschappers eveneens aantonen dat masturbatie – in ieder geval onder primaten – een lange evolutionaire geschiedenis kent. Zo zou zelfs de laatste voorouder die alle apen en mensapen (waaronder mensen) met elkaar delen al gemasturbeerd hebben.

Een masturberende bonobo. Afbeelding: Amy Parish.

De hypothesen
Maar wat is daar dan evolutionair gezien het nut van? Daar hebben onderzoekers eerder reeds twee verschillende hypothesen over geformuleerd die onderzoekers nu – met behulp van hun enorme masturbatie-dataset – getoetst hebben. En beide hypothesen blijken – in ieder geval voor mannelijke primaten – hout te snijden.

Oud sperma opruimen
De eerste hypothese stelt dat masturbatie de kans op een succesvolle voortplanting vergroot. Dat klinkt misschien wat tegenstrijdig, maar dat is het zeker niet, zo legt onderzoeker Matilda Brindle aan Scientias.nl uit. “Mannetjes kunnen masturbatie (zonder ejaculatie) gebruiken om van tevoren opgewonden te raken, waardoor ze tijdens de daad sneller kunnen ejaculeren. Dat is waarschijnlijk met name voor laaggeplaatste mannetjes – die snel moeten copuleren om te voorkomen dat een hogergeplaatst mannetje het ziet – een heel nuttige strategie. Daarnaast kan masturbatie met ejaculatie mannetjes helpen om ouder ejaculaat met kwalitatief minder goed sperma weg te werken en zo plaats te maken voor verser, kwalitatief beter sperma.” Ook dat is handig. Want: “Wanneer een vrouwtje met meerdere mannetjes paart, hebben mannetjes met beter sperma een grotere kans om de concurrentiestrijd met die andere mannetjes te winnen.” Dat deze hypothese een kern van waarheid bevat, blijkt volgens de onderzoekers uit het feit dat primaten in hun lange evolutionaire geschiedenis ongeveer op hetzelfde moment dat vrouwtjes met meerdere mannetjes gaan paren – en de concurrentie tussen mannetjes dus flink wordt aangewakkerd – ook beginnen met masturberen.

SOA’s te lijf
De tweede hypothese die de onderzoekers getoetst hebben, stelt dat masturbatie de kans dat een mannetje na geslachtsgemeenschap te hebben gehad een seksueel overdraagbare aandoening oploopt, verkleint. En wel doordat de urinebuis (de locatie waar veel seksueel overdraagbare aandoeningen in eerste instantie een infectie veroorzaken) tijdens het masturberen als het ware wordt schoongespoeld. Bewijs voor deze hypothese vonden onderzoekers in het feit dat het moment waarop primaten in hun evolutionaire geschiedenis begonnen met masturberen eveneens samenvalt met het moment waarop seksueel overdraagbare aandoeningen een grote tol gingen eisen.

Belangrijk
De bevindingen zijn interessant en belangrijk, vindt Brindle. “Eén van de belangrijkste redenen om masturbatie te onderzoeken, is dat het – zo op het eerste gezicht – een evolutionair raadsel is (…) Wij wilden achterhalen waarom evolutie zo’n schijnbaar niet-functionele en kostbare eigenschap zou voortbrengen.” En dat is gelukt nu Brindle en collega’s sterk bewijs hebben gevonden dat masturbatie – heel verrassend – toch evolutionair nut blijkt te hebben.

Taboe
Minstens zo verrassend is dat deze conclusie zo lang op zich heeft laten wachten, vindt Brindle. “Ik vind het verrassend dat niemand eerder echt goed onderzoek heeft gedaan naar de evolutie van masturbatie. Het komt binnen het dierenrijk zo wijdverspreid voor en zelfs mensen doen het voortdurend, maar het heeft tot op heden maar heel weinig wetenschappelijke aandacht gekregen. Dat komt waarschijnlijk door een stukje schaamte en preutsheid of misschien angst voor de publieke reactie. Er heerst namelijk nog altijd taboe rond masturbatie.” Grappig genoeg wijst het nieuwe onderzoek eigenlijk uit dat dat juist helemaal niet hoeft. “Wij geloven dat onze studie juist een sterk tegenargument is dat je kunt gebruiken in gesprek met mensen die masturbatie als iets onnatuurlijk zien.”

Hoe zit het met vrouwen?
In hun studie presenteren de wetenschappers een evolutionair nut voor masturbatie door mannetjes. Maar hoe zit het met de vrouwelijke primaten? Ook zij doen aan masturbatie, zo blijkt uit de dataset. Maar data over masturberende vrouwelijke primaten is veel beperkter. Dat komt enerzijds waarschijnlijk doordat masturbatie en opwinding onder vrouwtjes wat minder gemakkelijk te spotten is. Maar anderzijds is het ook het resultaat van het feit dat de focus als het om seksueel gedrag gaat historisch gezien toch altijd veel meer op mannetjes lag. Het resulteert nu in zo weinig data over vrouwtjes dat het onmogelijk is om harde conclusies te trekken over het evolutionaire nut van hun masturberen. Maar Brindle vermoedt wel dat masturbatie ook het voortplantingssucces van vrouwtjes kan vergroten, bijvoorbeeld doordat zij dankzij masturbatie al enigszins opgewonden zijn wanneer ze met een mannetje gaan paren en de kans op bevruchting daardoor zien toenemen. De hypothese dat masturbatie de kans op SOA’s verkleint, lijkt ondertussen in het geval van vrouwtjes geen hout te snijden. “Want opwinding en masturbatie maakt de vagina minder zuur en dus gastvrijer voor sperma, maar ook juist kwetsbaarder voor ziekteverwekkers.”

De belangrijkste conclusie die op basis van deze studie getrokken kan worden, is volgens Brindle dat masturbatie onder primaten een lange evolutionaire geschiedenis kent. “En in ieder geval onder mannetjes een evolutionaire functie lijkt te hebben, doordat deze het voortplantingssucces vergroot en de kans op SOA’s verkleint.” Ondertussen heeft de studie ook wel implicaties voor onze soort. “Het is belangrijk dat we ons realiseren dat masturbatie wijdverspreid plaatsvindt onder primaten, zowel onder vrouwtjes als mannetjes, levend in het wild of in gevangenschap. We hopen dat we met dat inzicht wat tegenwicht kunnen geven aan de negatieve houding ten opzichte van masturbatie. Simpelweg door te laten zien dat het onderdeel is van een breder scala aan gezond seksueel gedrag.”

Bronmateriaal

"The evolutionary origins and advantages of masturbation" - University College London
Interview met Matilda Brindle
Afbeelding bovenaan dit artikel: Trevorplatt from Getty Images (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd