Kleinste vogels krimpen het hardst door klimaatverandering

Maar dat is niet per se slecht nieuws. Het lijkt erop dat ze zich zo sneller aanpassen aan nieuwe omstandigheden, wat mogelijk hun overlevingskans vergroot.

Al langer weten we dat vogels, aangespoord door klimaatverandering, fysiek veranderen. Zo worden ze kleiner, terwijl ondertussen hun vleugels ietsje langer worden. In een nieuwe studie hebben onderzoekers gegevens van tienduizenden Noord- en Zuid-Amerikaanse vogels bestudeerd. En uit de resultaten bijkt dat met name de kleinste vogeltjes het snelst veranderen.

Twee studies
De onderzoekers hebben de gegevens van twee verschillende studies doorgespit, waarin de lichaamsgrootte en vleugellengte van maar liefst 86.000 vogels is gemeten. De ene studie onderzocht trekvogels die dood waren aangetroffen na een botsing met een gebouw in de Amerikaanse stad Chicago. De andere keek naar niet-migrerende vogels die in de Amazone waren gevangen.

Meer over de bestudeerde vogelsoorten
De onderzoekers analyseerden gegevens van 129 vogelsoorten: 52 trekkende soorten die broeden in Noord-Amerika en 77 Zuid-Amerikaanse soorten. De 86.000 exemplaren werden in ongeveer dezelfde periode verzameld met verschillende technieken. De kleinste vogel die in de Chicago-studie is bestudeerd, is de Amerikaanse goudhaan, die gemiddeld slechts 5,47 gram woog. De grootste is de glanstroepiaal, met een gewicht van 107,90 gram. In de Amazone-studie is de vorkstaartbosnimf het kleinst, met een gewicht van 4,08 gram. Het grootst is de 131 gram zware Amazonemotmot.

Hoewel de twee datasets elkaar niet overlappen in zowel soortensamenstelling als geografie, en de gegevens ook nog eens onafhankelijk van elkaar waren verzameld met behulp van verschillende methoden, is de conclusie eenduidig: de bestudeerde vogelsoorten waren niet alleen in de loop van de tijd gekrompen, ze hadden ook nog eens langere vleugels gekregen. De nieuwe analyse heeft nu een nóg opvallender patroon onthuld: in beide onderzoeken krompen kleinere vogelsoorten verhoudingsgewijs sneller en kregen ook eerder langere vleugels.

Klimaatverandering
Beide onderzoeken schreven de waargenomen veranderingen toe aan de stijgende temperaturen van de afgelopen veertig jaar. Het lijkt erop dat de vogels zich hebben aangepast aan een heter, droger klimaat door hun vleugelbelasting te verminderen, waardoor ze energiezuiniger kunnen vliegen. Als een vogel een hogere vleugelbelasting heeft, moet ie namelijk sneller met zijn vleugels klappen om in de lucht te blijven. Dit kost niet alleen meer energie, maar er wordt ook meer metabolische warmte geproduceerd. Kortom, het verminderen van het lichaamsgewicht en het vergroten van de vleugellengte is een stuk efficiënter. En tegelijkertijd houden ze op deze manier hun lichaampjes ook nog eens koel.

Regel van Bergmann
Bovendien houdt de grootte van een dier ook verband met het klimaat waarin hij leeft. Zo stelt de regel van Bergmann dat dieren in koude gebieden meestal groter zijn dan dieren in warme streken. Een mogelijke uitleg voor dit patroon is dat grotere dieren minder huidoppervlak hebben in verhouding tot hun lichaamsvolume. Hierdoor kunnen zij makkelijker warmte vasthouden en dus overleven in koude omstandigheden. Kleinere dieren hebben meer huidoppervlak ten opzichte van hun lichaamsvolume. Deze dieren kunnen makkelijker warmte afgeven en hun lichaamstemperatuur op peil houden in warme omstandigheden.

Kleinste vogels
Toch blijft het een open vraag waarom soorten met een kleiner lichaam het hardst krimpen. Het zou kunnen dat vogels met een kleiner lichaam zich misschien sneller weten aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Het betekent dat kleinere vogels sneller evolueren dan hun grotere tegenhangers. Dit suggereert dat lichaamsgrootte een belangrijke bepalende factor kan zijn voor de reactie van soorten op klimaatverandering.

Prognose
Dus, als vogels met een groter lichaam langzamer reageren op klimaatverandering, wat is dan de prognose voor de komende decennia, als temperaturen onverstoorbaar blijven stijgen? “Onze resultaten suggereren dat vogels met een groter lichaam mogelijk kwetsbaarder zijn voor uitsterving,” zegt onderzoeker Marketa Zimova. “Dat komt omdat hun vermogen om zich aan te passen aan snelle, voortdurende, door de mens veroorzaakte veranderingen wordt beperkt.” Daarentegen hebben kleinere vogels mogelijk een voordeel. Zo hebben zij waarschijnlijk een grotere overlevingskans, aangezien ze zich sneller lijken aan te passen aan veranderende omstandigheden.

Generatietijd
Hoewel deze theorie nog verder moet worden bestudeerd, is het niet een hele gekke gedachte. Onder biologen wordt namelijk al langer aangenomen dat de generatietijd van een soort (de snelheid waarmee diersoorten een nieuwe generatie tot stand kunnen brengen) invloed heeft op hoe snel een soort kan reageren op veranderingen van het klimaat. Kortlevende dieren die zich op relatief korte tijdschalen voortplanten (zoals muizen, die een generatietijd hebben van enkele maanden) zullen in dit licht sneller evolueren dan hun langlevende tegenhangers (zoals olifanten, die een generatietijd van 22 jaar hebben). En hoe langer de generatietijd, hoe trager een soort zich aan klimaatveranderingen kan aanpassen en daarom waarschijnlijk eerder zal uitsterven.

Al met al wijst het onderzoek uit dat er niet alleen een causaal verband lijkt te bestaan tussen de opwarmende planeet en de lichaamsgrootte en vleugellengte van vogels, maar dat de lichaamsgrootte ook kan onthullen in welke mate een diersoort het veranderende klimaat het hoofd kan bieden. “Lichaamsgrootte kan een waardevolle voorspeller zijn van het aanpassingsvermogen,” zo concluderen de auteurs. “Het laat de mate zien waarin hedendaagse evolutie het risico op uitsterven van soorten kan verminderen.”

Bronmateriaal

"Smallest shifting fastest: Bird species body size predicts rate of change in a warming world" - University of Michigan
Afbeelding bovenaan dit artikel: Field Museum, Daryl Coldren

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd