In het jaar 793 veranderde de wereld voorgoed. Vikingen vielen het ingeslapen Europa binnen en zetten de bewoners ervan op scherp. Nu, ruim 1200 jaar later herinneren wij ons de Vikingen als woedende mannen met opvallende helmen op. Maar ze verdienen veel meer credit. Deze week deel I van een Vikingreeks die dit oude volk voor eens en altijd in een ander daglicht zet.
De oorlogszuchtige zwervers kwamen oorspronkelijk uit een deel van het moderne Scandinavië: Noorwegen, Zweden en Denemarken. Hun volk werd de Noormannen genoemd, maar zelf kregen ze al gauw de naam ‘Vikingen’. Dit is geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord: de Noormannen stelden dat rusteloze geesten gingen ‘Vikingen’. Dat laatste betekent zoiets als ‘overvallen’.
Met lege handen
Het volk der Noormannen telde drie lagen: krijgers, vrije burgers en slaven. De meeste Vikingen kwamen uit de eerste en tweede laag en waren zonen van belangrijke landeigenaren. Goede akkergrond was zeldzaam in Scandinavië, dus meestal hadden deze landeigenaren niet genoeg grond om alle zonen een stuk te geven. Daardoor kwam minimaal één kind met lege handen te staan en juist deze kinderen groeiden uit tot de oorlogszuchtige vikingen. Ze gingen zwerven en deinsden niet terug voor een moord meer of minder.
Zwervers
De eerste overval van een groep Vikingen wordt in 793 gerapporteerd. De plunderende Noormannen hadden op het eiland Lindisfarne een klooster leeggeroofd en diverse monniken vermoord. De Europeanen – in die tijd nog een overtuigd christelijk volk – wisten niet wat ze overkwamen. Ze waren zich niet bewust geweest van de zeemacht die zich al honderden jaren lang in het noorden ontwikkelde. En dat terwijl de Noormannen altijd al hadden gezworven en wereldwijd handel dreven. De zeeën kenden geen geheimen voor het volk.
Redenen
Waarom de Vikingen in de achtste eeuw precies het ruime sop kozen, is nog steeds een raadsel. Men vermoedt dat het veranderende klimaat in Scandinavië een rol heeft gespeeld. Het werd er warmer en gletsjers trokken zich terug. De kindersterfte nam af en dus kwamen er steeds meer kinderen zonder land te zitten. Zij trokken erop uit. Er was immers niets om voor thuis te blijven. De Zweden trokken naar het oosten, de Denen naar het zuiden en de Noren naar Schotland en Ierland. Voor de Europeanen moet het gevoeld hebben alsof de plunderaars van alle kanten kwamen. Geen wonder dat zij de komst van deze Vikingen als een straf van God zagen.
IJsland
Maar het is volledig onterecht om de Vikingen alleen als plunderaars te zien. Het waren ook echte ontdekkers. Zo stuitten ze in het jaar 860 nadat ze uit koers waren geraakt op het eiland IJsland. De kolonisten namen het razendsnel in gebruik en zetten er het meest democratische regeringssysteem uit die tijd op. Er waren maar liefst 36 heersers met een eigen district. Wanneer er ‘landelijke’ beslissingen genomen moesten worden, vertegenwoordigden deze heersers de bewoners van het district. En dat terwijl het eiland slechts 60.000 inwoners had! Maar ook IJsland raakte vol en toen de landbouwgrond op was, trokken de Vikingen weer verder om vervolgens Groenland te ontdekken. In eerste instantie leek niemand veel zin te hebben om dit koude en uitgestorven gebied te betrekken en daarom gaven de ontdekkers het de naam Groenland: dat klonk al een stuk aantrekkelijker. De kolonisten dachten er ook zo over en gingen op Groenland wonen. Ze joegen er op walvissen en walrussen en zetten er een agrarische sector op.
Amerika
Volgens de overlevering verdwaalde één van de kolonisten toen hij op weg was naar Groenland en zag hij tijdens zijn tocht een kust met lage heuvels. Hij meldde dat toen hij Groenland eenmaal gevonden had direct aan de ontdekker Leif Eriksson. Eriksson ging op zoek naar het mysterieuze land en in 1001 legde hij aan bij het eiland Baffin en L’Anse aux Meadows. Waarschijnlijk was hij de eerste Europeaan die Amerika binnenstapte. En dat 500 jaar eerder dan Columbus!
Zo veel meer
Het moge duidelijk zijn dat de Vikingen naast plunderaars ook ambitieuze en vaardige zeelieden waren. Al die ervaringen en indrukken en het machtsvertoon inspireerde niet alleen de krijgers, maar ook de kunstenaars en architecten tot grote daden. Het Scandinavië dat voor 793 een onbeduidend en door de Europeanen vergeten gebied was, bloeide in de eeuwen daarna op tot een rijke en machtige cultuur die in weinig tot niets leek op de Europese tegenhanger. Dat wij moderne Europeanen zo’n eenzijdig beeld van dit oude volk hebben, is waarschijnlijk te wijten aan de geestelijke stand. Deze was het doelwit van veel van de aanslagen die de Vikingen organiseerden en zetten de Noormannen in hun geschriften en kunst neer als barbaren. We kunnen het ze niet kwalijk nemen: zien hoe andere geestelijken worden afgeslacht en honderden jaren aan wetenschap, kunst en kennis tezamen met kloosters in vlammen opgaat, is niet al te best voor de objectiviteit. Opgravingen en onderzoek zetten de Vikingen de laatste decennia echter langzaam maar zeker in een ander daglicht. Ja, het waren barbaren, maar ook kunstenaars en doorzetters die het ingeslapen Europa dapper wakker hebben geschud.
Nu we toch bezig zijn om al die vooroordelen en stereotyperingen uit de weg te ruimen, is er nog één dingetje wat rechtgezet dient te worden: de Vikinghelm. Het hoofddeksel met daarop de hoorns of vleugels is bij velen het eerste wat te binnen schiet wanneer over het oude volk gesproken wordt. Onterecht: geen enkele krijger droeg dergelijke helmen. Sterker nog: de meesten moesten het met een veel minder indrukwekkende leren muts doen. De enigen die wel eens een helm met hoorns droegen, waren de Noorse priesters. En zij droegen het hoofddeksel ook enkel tijdens rituele ceremonieën.
Dit artikel maakt deel uit van een serie over de Vikingen. Volgende week volgt deel twee: de goden van de Vikingen.