De planeet is zo groot dat er nog steeds van alles te ontdekken valt. Vooral in de diepzee is er nog veel onontgonnen terrein. Zo vonden wetenschappers voor de kust van Chili vermoedelijk zeker vijftig nieuwe diersoorten.
Ze gingen veertig dagen op expeditie naar een onderzees gebergte dat ergens uit de kust bij Chili begint en doorloopt tot Paaseiland. Het gebied is enorm afgelegen en daardoor relatief weinig onderzocht. De onderzoekers vonden er 160 diersoorten waarvan ze niet wisten dat die daar leefden en zeker vijftig soorten die ze überhaupt nog nooit hadden gezien. Het gaat onder meer om diepzeekoralen, glassponzen, zee-egels, kwallen, vissen, krabben, kreeften, zeesterren en weekdieren.
Kwetsbare habitat
“De belangrijkste resultaten van onze expeditie zijn dat we tussen de vijftig en zestig op het eerste gezicht nieuwe soorten hebben ontdekt, een aantal dat waarschijnlijk nog groter wordt, omdat we nog aan veel samples werken in het laboratorium”, vertelt onderzoeker Ariadna Mechó. “We vonden ook een van de diepste mesofotische koralen ter wereld (koralen in donkere zones met weinig licht, red.). Deze Polynesische fauna komt daarmee enkele honderden kilometers verder voor dan gedacht. En op grote diepte ontdekten we velden vol sponzen en koralen, habitatten die kwetsbaar zijn en bescherming nodig hebben.”
Grote expeditie
De expeditie vond plaats van 24 februari tot 4 april en er gingen 25 wetenschappers van 14 organisaties uit vijf landen mee, te weten Chili, de VS, Italië, Spanje en Nederland. De reis was bedoeld om de ecosystemen te bestuderen van een van de meest afgelegen gebieden ter wereld, de onderzeese bergen en oceanische eilanden van Salas y Gómez, een 2900 kilometer lange onderzeese bergketen met meer dan tweehonderd bergen. Bijna driekwart van het gebied ligt in extraterritoriale wateren en behoort dus niet tot een bepaald land. De bergrug kent een van de meest unieke en diverse landschappen van de planeet, met een extreem hoog endemisch gehalte (soorten komen alleen daar voor), cruciale habitatten voor bepaalde zeeorganismen, essentiële migratiecorridors voor heel mobiele soorten en de aanwezigheid van meer dan tachtig bedreigde diersoorten.
Daarbovenop heeft de Salas y Gómez-bergrug een rijke culturele en maritieme historie met sterke connecties met de inheemse eilandbevolking en gemeenschappen op het vasteland. De regio kent een geweldige biodiversiteit die nog ongerept is en bescherming nodig heeft voordat het verloren gaat, aldus de onderzoekers.
Supercomputers
De studie is uitgevoerd onder leiding van het Barcelona Supercomputing Center. Dat klinkt misschien niet direct logisch maar de supercomputers zijn gebruikt om klimaatmodellen te ontwikkelen die met verschillende scenario’s de verspreiding van de belangrijkste soorten konden berekenen. Dat helpt om te achterhalen hoe deze soorten in de toekomst veranderen door de opwarming van de aarde.
“Maar eerst moeten we de biodiversiteit in de regio beter begrijpen om te weten welke belangrijke soorten er leven en op welke bergen precies. Ook moeten we uitzoeken waar de populaties mogelijk veranderen of niet meer verbonden zijn met andere soorten. Het is een uniek onderzoek op plekken waar bijna alles nog onontdekt is”, aldus Mechó.
Beschermd gebied
Doel is om cruciale informatie te leveren om de Salas y Gómez-bergen aan te merken als ecologisch en biologisch belangrijk zeegebied dat internationaal beschermd moet worden onder de in februari vorig jaar ingevoerde High Seas Treaty van de VN, die stelt dat tegen 2030 zo’n 30 procent van de oceanen beschermd natuurgebied moet zijn. Nu is nog maar 1 procent van de internationale wateren beschermd.
Deze expeditie hing samen met een eerdere studie, die zich richtte op het knooppunt van Salas y Gómez, de Nazca Ridge en de Desventuradas-eilanden. Tijdens de twee expedities zijn meer dan honderd nieuwe soorten ontdekt plus nog grote koraal- en sponsvelden. Tezamen moeten de studies duidelijk maken dat dit gebied een van de eerste en grotere beschermde zeegebieden ter wereld moet worden.