Een eenzame schapenpoot lag meer dan duizend jaar verborgen in een Iraanse zoutmijn, waardoor het op natuurlijke wijze mummificeerde en nu wetenschappers een blik terug in de tijd geeft.
De Iraanse zoutmijn Chehrābād is een bekende archeologische vindplaats waar al eerder biologisch materiaal is gevonden. In deze mijn werden bijvoorbeeld de menselijke overblijfselen van de beroemde ‘Zoutmannen’ aangetroffen; uitgedroogd door de zoutrijke omgeving. Nu zijn wetenschappers hier wederom op een interessante vondst gestuit: een eenzame poot van een 1600 jaar oud gemummificeerd schaap.
Natuurlijke mummificatie
De schapenpoot verkeert – zoals je op onderstaande afbeelding kunt zien – in opmerkelijk goede staat. Dit is te danken aan de extreem zoute omgeving waardoor de poot op natuurlijke wijze mummificeerde. Tijden dit proces wordt water uit het stoffelijk overschot gezogen, waardoor zachte weefsels – die anders afgebroken worden – behouden blijven. Op dezelfde manier zijn eerder al de beroemde zoutmannen in de mijn teruggevonden.
In de nieuwe studie namen wetenschappers de opmerkelijke, gemummificeerde schapenpoot onder de loep en besloten het DNA te sequencen. Hoewel oud DNA meestal beschadigd en gefragmenteerd is, ontdekte het onderzoeksteam dat het DNA van dit gemummificeerde schaap buitengewoon goed bewaard is gebleven. De onderzoekers schrijven dit toe aan de zoutrijke omgeving die de ideale omstandigheden biedt voor het behoud van dierlijke weefsels en DNA. Bovendien troffen de onderzoekers op de schapenpoot zoutminnende bacteriën aan die mogelijk tevens hebben bijgedragen aan het uitzonderlijke behoud van het weefsel.
Inkijkje
Het ongerepte DNA onthult dat de resten van het schaap maar liefst 1600 jaar oud zijn. En dat geeft het team een uniek inkijkje terug in de tijd. “Door een combinatie van genetische en microscopische benaderingen toe te passen, is ons team erin geslaagd een genetisch beeld te scheppen van hoe Iraanse schapenrassen er 1600 jaar geleden uit hebben gezien en waar ze voor werden gebruikt,” aldus onderzoeker Kevin Daly.
Genetisch beeld
Door het DNA van het 1600 jaar oude gemummificeerde schaap in kaart te brengen, ontdekten de onderzoekers bijvoorbeeld dat het dier genetisch vergelijkbaar is met hedendaagse schapen uit dezelfde regio. Daarnaast probeerden ze met behulp van het DNA te ontraadselen hoe de vacht van het schaap eruit moet hebben gezien. Sommige wilde schapen – denk bijvoorbeeld aan de moeflon (Ovis orientalis) – beschikken bijvoorbeeld over een ‘harige’ vacht die er heel anders uitziet dan de wollige vachten die we tegenwoordig bij veel gedomesticeerde schapen zien. De onderzoekers denken dat het gemummificeerde schaap waarschijnlijk over een dergelijke ‘harige’ vacht beschikte.
Veehouderij
De onderzoekers veronderstellen dat het schaap deel uitmaakte van een kudde die werd grootgebracht voor de productie van vlees en melk. Het zou betekenen dat de zoutmijn Chehrābād mogelijk dienst deed als stal voor schapen en geiten die de mijnwerkers vervolgens consumeerden. “We leren nu hoe oude culturen met dieren omsprongen,” aldus Daly. “De studie laat zien dat mensen uit het Sassaniden-tijdperk mogelijk kuddes schapen hielden voor de vleesconsumptie. En dat wijst op een goed ontwikkelde veehouderij.”
Al met al verschaft de gemummificeerde schapenpoot ons niet alleen meer inzicht in schapen uit het verleden, maar vertelt het ons ook meer over het behoud van DNA. “Gemummificeerde overblijfselen zijn vrij zeldzaam,” zegt onderzoeker Conor Rossi. “Vóór deze studie was er dan ook weinig empirisch bewijs van hoe oud DNA in dergelijke weefsels behouden blijft.” Dankzij het onderzochte monster krijgen we een steeds helderder beeld van hoe natuurlijke mummificatie bij mensen én dieren in extreme omgevingen zoals zoutmijnen, precies in zijn werk gaat.