Vliegende dino’s zijn misschien nog wel spectaculairder dan hun lopende soortgenoten. Zeker de pterosauriërs lijken wel uit een sprookjesboek gekropen. Fossielen van de dieren zijn zeldzaam, maar in Australië zijn er toch meer dan 100 miljoen jaar oude botresten gevonden. Nieuw onderzoek maakt nog meer duidelijk over de leefgewoonten van de gevleugelde reptielen.
De Zuid-Australische provincie Victoria waar nu de miljoenenstad Melbourne in ligt, bevond zich 107 miljoen jaar geleden in het poolgebied, een stuk zuidelijker dan nu dus. De winters waren er koud en donker, maar dat weerhield de Pterosauriërs er duidelijk niet van om juist daar neer te strijken. Dat is in de jaren tachtig al aangetoond toen er een onderdeel van het bekken en een stuk vleugelbot werden gevonden in de bekende fossielenvindplaats Dinosaur Cove.
Guur en duister
De botresten zijn afkomstig van twee verschillende pterosaurussen, blijkt uit nieuw onderzoek van de paleontologen Tom Rich en Adele Pentland. Het bekkenfragment was van een pterosaurus met een spanwijdte van meer dan 2 meter en het vleugelbot behoorde tot een pterosauriër die al op jonge leeftijd is overleden. De ontdekking van een fossiel van een onvolgroeid exemplaar is uniek voor Australië.
Het deel van het continent waar de fossielen zijn gevonden was geen pretje in die tijd. “Gedurende het Krijt (145 tot 66 miljoen jaar geleden) lag Australië een stuk zuidelijker dan nu. De staat Victoria lag zelfs binnen de poolcirkel, waardoor de winters lang en guur waren en het wekenlang volledig duister was. Ondanks deze zware omstandigheden lukte het de pterosauriërs om te overleven en te floreren in dit gebied”, vertelt Pentland. “De pterosaurussen waren nauw verwant aan de dino’s. Als grote vliegende reptielen waren ze tientallen miljoenen jaren oppermachtig in het luchtruim.”
Weinig fossielen
De vondst van fossielen van de dieren is zeldzaam. “Er zijn wereldwijd relatief weinig overblijfselen gevonden van de gevleugelde reptielen. Op hoge breedtegraden zoals in het Australische Victoria van weleer zijn de vondsten zelfs op één hand te tellen. Daarom zijn deze botten van grote waarde voor de wetenschap. Ze geven ons een duidelijker beeld van de manier waarop pterosaurussen leefden en hoe groot en imposant ze werkelijk waren. We hebben de twee botten uit de Dinosaur Cove geanalyseerd met de nieuwste methodes en hebben zo voor de eerste keer het bestaan van een jonge pterosaurus kunnen bevestigen. Die vloog zo’n 107 miljoen jaar geleden boven de bossen van Victoria”, vertelt Pentland.
Migrerende reptielen
De onderzoekers kunnen op basis van de twee botfragmenten verrassend veel vertellen over het doen en laten van het indrukwekkende dier, maar Pentland legt uit dat er nog weinig bekend is over de plek waar deze prehistorische dieren hun eieren legden en jongen grootbrachten. “Het is slechts een kwestie van tijd voor we erachter komen of pterosaurussen naar het noorden migreerden om de lange, gure winters te ontvluchten om daar hun jongen groot te brengen of dat ze zo goed aan het lokale klimaat waren aangepast, dat ze het hele jaar in Victoria bleven”, zegt Pentland. Het is een van de belangrijkste vragen die de paleontologen momenteel bezighoudt.
Zwaar werk
De Dinosaur Cove is al decennialang een vindplaats voor fossielen. Onderzoeker Tom Rich vindt het dan ook geweldig dat het zware werk van hem, zijn vrouw en vele andere onderzoekers veertig jaar later nog steeds zijn vruchten afwerpt. “Deze twee fossielen werden met uiterste zorgvuldigheid uit de grond gehaald. Het was erg arbeidsintensief werk, uitgevoerd door mij en meer dan honderd vrijwilligers. We zijn er meer dan tien jaar mee bezig geweest”, zegt Rich. “We hebben ruim 60 meter aan tunnels uitgegraven voordat we deze twee pterosauriërbotten vonden, diep in de kliffen aan de kust bij Dinosaur Cove.” Het was dus een enorme operatie om een prehistorische schat veilig te stellen voor toekomstige generaties.