Venus mag dan wel in veel opzichten op de aarde lijken, er is één duidelijk verschil. Fosfine, het gas dat hier op aarde door bacteriën wordt geproduceerd, herbergt het niet.
Enkele jaren geleden liepen de gemoederen hoog op. Wetenschappers betoogden fosfine in de Venusiaanse atmosfeer te hebben ontdekt. En omdat dit gas hier op aarde geproduceerd wordt door bacteriën, zou dit erop kunnen wijzen dat er ook in Venus’ dichte wolkendek levende organismen krioelen. De kwestie eindigt nu met een sisser. Want nieuwe waarnemingen spreken de ontdekking van fosfine in de wolken van Venus flink tegen.
Leven op Venus?
De studie waarin de onderzoekers hun ontdekking over het gas fosfine uit de doeken deden, veranderde onze kijk op Venus voorgoed. Waar de planeet tot voor kort werd gezien als het onleefbare tweelingzusje van de aarde – dat ongeveer net zo groot is als onze thuisplaneet, maar door een uit de hand gelopen broeikaseffect oppervlaktetemperaturen van zo’n 465 graden Celsius kent – bleek het nu opeens weleens leven te kunnen herbergen. Dat leven zou zich dan hoog in het wolkendek ophouden, waar de temperaturen rond de dertig graden Celsius liggen. De onderzoekers veronderstelden dat er in de wolken van Venus zo’n 20 ppb (deeltjes per miljard) fosfine te vinden is. Het onderzoek deed het hart van menig astrobioloog harder kloppen en het haalde begrijpelijkerwijs in 2020 vele krantenkoppen.
Op aarde kennen we fosfine als een kleurloos, ontvlambaar en zeer giftig gas dat slechts in minieme hoeveelheden oplosbaar is in water. Het wordt soms als pesticide gebruikt. Pure fosfine is geurloos, maar gemengd met andere verbindingen kan het ruiken naar rottende vis of knoflook. De reden dat de vondst ervan in de Venusiaanse atmosfeer voor zoveel reuring zorgde, is omdat het een zogenoemde biomarker is. Op aarde wordt het gas gevormd uit rottend organisch materiaal in moerassen en kan dus worden toegeschreven aan biologische activiteit. Dat laatste hoeft overigens niet altijd zo te zijn. Ook door bliksem of vulkanische activiteit ziet het gas soms het levenslicht. Bovendien bestaan er wel degelijk planeten in ons zonnestelsel die fosfine herbergen. Zo maakt het gas voor 0,0001% deel uit van de atmosfeer van de planeet Saturnus. Ook in de atmosfeer van Jupiter komen sporen van het gas voor, zij het in hele kleine hoeveelheden. Op beide gasreuzen heeft de aanwezigheid van fosfine geen biologische oorsprong.
Natuurlijk konden vervolgwaarnemingen niet uitblijven en meerdere telescopen werden op ons ‘kwaadaardige’ maar mogelijk dus leefbare tweelingzusje gericht. Ook de Stratospheric Observatory for Infrared Astronomy (SOFIA) voerde waarnemingen uit om de vermeende ontdekking te bevestigen of te weerleggen.
SOFIA
Onlangs heeft SOFIA zijn wetenschappelijke operaties afgerond. Tijdens drie vluchten aan boord van een 747-vliegtuig zocht het vliegende observatorium naar tekenen van fosfine in het wolkendek van Venus. Omdat SOFIA op grote hoogte vliegt, heeft het geen last van de verstorende invloed van onze eigen atmosfeer. De hoge spectrale resolutie stelt SOFIA bovendien in staat om fosfine op grote hoogten in de Venusiaanse wolken te detecteren. Zo zocht het tussen de 75 en 110 kilometer boven het oppervlak naar het vermeende gas – dezelfde regio waarin onderzoekers eerder dachten fosfine te hebben gevonden.
Geen fosfine
De uitkomst van de zoektocht is ontnuchterend. Want SOFIA vond geen spoor van fosfine in de Venusiaanse atmosfeer. En mocht er toch fosfine in het wolkendek te vinden zijn, dan zou het hooguit om 0,8 ppb gaan – veel minder dan de aanvankelijke schatting. De nieuwe zoektocht verbant dan ook de eerdere theorie dat er mogelijk aliens in de wolken van Venus te vinden zijn, regelrecht naar het rijk der fabelen.
Kortom, Venus mag dan wel in veel opzichten op de aarde lijken, er is één duidelijk verschil. Fosfine, het gas dat hier op aarde door bacteriën wordt geproduceerd, herbergt het niet. Dat er op onze buurplaneet dus leven te vinden is, is met de nieuwe waarnemingen een stuk onwaarschijnlijker geworden.
Dat betekent overigens niet dat de astronomische interesse in de planeet verzwakt. Sterker nog, er staan enkele hele boeiende missies naar Venus op de planning. Niet alleen keert NASA terug – het Amerikaanse agentschap stuurt maar liefst twee ruimtesondes naar onze naaste buur – ook de Europese ruimtevaartorganisatie trakteert ons ‘zusje’ op een bezoekje. Het beloven spannende en interessante missies te worden, die uiteindelijk een globaal beeld zullen scheppen van onze zusterplaneet en deze van onder tot boven gaan karakteriseren. En daardoor zullen we naar alle waarschijnlijkheid veel meer te weten komen over de nog altijd raadselachtige – en al dan niet leefbare – planeet Venus.