3D-printen zou wel eens een stuk populairder kunnen worden door een nieuwe techniek. Nu zouden objecten uit een 3D-printer nog niet sterk genoeg zijn, maar daar heeft een Amerikaanse professor iets op gevonden.
Thuis heeft hij “een hele kamer vol” met kapotte 3D-prints staan, zegt Bedrich Benes. Hij is professor in computergraphics en print vaker 3D-objecten. Maar hij stond er altijd van te kijken hoe snel die dan kapot gingen. Hoewel 3D-printen nog niet echt bij het grote publiek aanslaat, wordt de techniek wel steeds toegankelijker. “Één van de problemen van het 3D-printen is dat de geproduceerde producten altijd heel erg broos zijn,” legt onderzoeker Benes uit. “Je koopt iets van 300 dollar, maar dan blijft het vaak niet lang heel. Nu hebben we iets bedacht om dat te verbeteren.” Ook wordt 3D-printen op deze manier een stuk goedkoper. Er hoeft immers minder vaak een vervanging of reparatie te worden gedaan. Bovendien werkt de techniek deels door zware elementen uit te hollen, wat materiaal bespaart.
Zwakke punten
De onderzoekers hebben een programma geschreven dat kijkt naar de zwakke punten van de print. Dat kunnen punten zijn waar het object vast wordt gehouden, of waar de balans of het gewicht op ligt. Op basis van die metingen beslist het programma welke actie moet worden ondernomen. De print kan op die kritieke punten breder en dikker worden gemaakt, of uitgehold worden ter versteviging. Ook kan er een extra ondersteuning worden geplaatst, en natuurlijk zijn combinaties van die technieken mogelijk. Het programma blijft het 3D-model aanpassen tot alle zwakke punten zijn weggewerkt. “Deze methode verstevigt niet gewoon een specifiek model,” zegt Benes, “het maakt 3D-printen structureel sterker.” De nieuwe methode is ontwikkeld door de Perdue Universiteit in Indiana (VS) en het ‘Advanced Technology Lab‘ van Adobe.
Met een 3D-printer worden objecten laagje voor laagje opgebouwd uit diverse materialen, zoals plastic of metalen. U kunt zo bijvoorbeeld onderdelen van machines via het internet bestellen en thuis uitprinten. De industriële sector gebruikt 3D-printen al bijna vijftien jaar, zij het slechts mondjesmaat. De techniek komt echter steeds dichterbij voor consumenten, die er bijvoorbeeld meubelonderdelen uit zouden kunnen halen. Onder andere Ikea experimenteert daarmee. 3D-printen zou een uitkomst kunnen zijn wanneer fabrikanten geen losse onderdelen meer hoeven te maken, maar alleen nog de modellen online hoeven te zetten.