Vandaag maakt spaceshuttle Endeavour zijn laatste vlucht. De gepensioeneerde ruimteshuttle vliegt op de rug van een speciale Boeing richting het California Science Center in Los Angeles, waar hij tentoon wordt gesteld aan het publiek.
Endeavour was de laatste van de spaceshuttles die werd gebouwd. Hij werd in 1992 in gebruik genomen en maakte zijn eerste vlucht op 7 mei van dat jaar (STS-49). Endeavour was de officiële vervanging van Challenger, de spaceshuttle die in 1986 ontplofte.
Wedstrijd
De naam Endeavour is bedacht door scholieren van de Senatobia Middle School. Zij wonnen een wedstrijd waarbij scholieren een naam mochten geven aan de nieuwste aanwinst van de spaceshuttlevloot. Na de tragedie met de Challenger (waarbij ook lerares Christa McAuliffe om het leven kwam) besloten de Amerikanen dat het vertrouwen van de burgers in de shuttlemissies moest worden teruggewonnen. Daarom werd een wedstrijd uitgeschreven, waarbij basisscholieren een naam mochten bedenken voor de nieuwe spaceshuttle. Endeavour werd vernoemd naar een bekend ontdekkingsschip uit 1768.
Pensioen
In totaal vloog Endeavour 25 keer op en neer. Het was de tweede spaceshuttle die met pensioen ging, net nadat Discovery al eerder zijn laatste vlucht maakte. Endeavour vloog in mei 2011 voor het laatst naar het ISS, waar het onderdelen afleverde. Aanvankelijk zou het de allerlaatste missie van het spaceshuttleprogramma zijn, maar er werd later besloten om spaceshuttle Atlantis nog één keer te laten vliegen.
Mijlpalen
Tijdens de eerste vlucht van Endeavour werd de langste ruimtewandeling tot dan toe uitgevoerd: Drie astronauten werkten toen meer dan acht uur buiten de spaceshuttle. Het was daarnaast de eerste shuttle die een landing maakte met een parachute, een later veelgebruikte methode voor shuttlelandingen. Later, in 1993, was Endeavour de eerste spaceshuttle die een reparatie aan de Hubble Telescoop uitvoerde.