2023 gaat de boeken in als het warmste jaar ooit gemeten. En het jaar waarin de oceanen ongeëvenaarde temperaturen bereikten, gletsjers recordbrekend veel ijs verloren en Antarctisch zee-ijs gewoon werd weggevaagd. Een jaar om – in ieder geval als het om ons klimaat gaat – gauw te vergeten. En toch, gloort er ook een beetje hoop voor de toekomst.
2024 is inmiddels een paar maanden oud en daarmee hebben wetenschappers van de World Meteorological Organization (WMO) dus ook een aantal maanden de tijd gehad om te reflecteren op de staat van het klimaat in 2023. Hun bevindingen zijn zojuist bekendgemaakt en – zo op het eerste gezicht althans – weinig optimistisch.
Hoge temperatuur
Zo moeten de onderzoekers concluderen dat 2023 de boeken ingaat als het warmste jaar ooit gemeten. De wereldgemiddelde temperatuur lag in 2023 maar liefst 1,45 graden Celsius boven de pre-industriële basislijn, oftewel de wereldgemiddelde temperatuur tussen de jaren 1850 en 1900.
Oceaanwarmte
Maar dat is niet het enige klimaatrecord dat in 2023 werd verbroken. Ook de temperaturen van de oceanen waren recordbrekend hoog. Op een gemiddelde dag in 2023 bevond bijna eenderde van de wereldzeeën zich in een officiële mariene hittegolf. En tegen het eind van 2023 had maar dan 90 procent van de oceanen op een willekeurig moment in het achterliggende jaar een hittegolf doorgemaakt.
Gletsjers
En ook de gletsjers hadden het moeilijk; nog nooit sinds de metingen in 1950 begonnen zijn, hebben ze zoveel ijs verloren als in het afgelopen jaar. Vooral in Noord-Amerika kwijnden de gletsjers hard weg. Maar ook hier in de Europese Alpen maakten de gletsjers een extreem smeltjaar door. Voor de Zwitserse gletsjers geldt zelfs dat ze mede door de heftige smelt in 2023 in de afgelopen 10 jaar maar liefst 10 procent van hun resterende volume zijn kwijtgeraakt.
Antarctisch zee-ijs
Ondertussen begint ook het Antarctische zee-ijs de opwarming goed te voelen. Nog nooit lag er – sinds de metingen in 1979 begonnen – aan het eind van de winter zo weinig zee-ijs rond Antarctica als in 2023. Grofweg lag er aan het eind van de winter 1,5 miljoen km2 minder zee-ijs dan gemiddeld tussen 1991 en 2020 het geval was. De laatste keer dat de maximale omvang van het Antarctische zee-ijs aan het eind van de winter recordbrekend laag uitviel, was – tot voor kort – in 1986. Maar in 2023 is dat record dus aangescherpt. En niet zo’n klein beetje ook: aan het eind van de winter van 2023 lag er maar liefst 1 miljoen km2 minder zee-ijs dan aan het eind van de winter in 1986 het geval was.
Broeikasgassen
Het zijn allemaal gevolgen van de opwarming van de aarde, die weer veroorzaakt wordt door onze uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2, methaan en stikstofoxide. Alledrie bereikten ze in 2022 recordbrekend hoge concentraties in de atmosfeer en voorlopige data onthullen dat die concentraties in 2023 alleen maar verder gestegen zijn.
Extreme weersomstandigheden
De gevolgen daarvan zien we terug in de (oceaan)temperatuur en het smelten van gletsjers en zee-ijs. Maar ook in extreme weersomstandigheden: tropische cyclonen, overstromingen, extreme hitte, droogte en daaruit voortvloeiende natuurbranden. Zo ook in 2023: naast grote overstromingen (onder meer in Tanzania, Oeganda, Turkije en Libië) gingen sommige delen van de wereld (zoals het zuiden van Europa en noorden van Afrika) gebukt onder extreme hitte, terwijl andere weer te maken kregen met droogte (zoals Ethiopië, Kenia en Somalië). En in Canada ging door natuurbranden 14,9 miljoen hectare – zeven keer meer dan gemiddeld – in vlammen op. Terwijl in Hawaii zeker 100 mensen omkwamen bij de dodelijkste natuurbrand die in de VS in de afgelopen 100 jaar heeft plaatsgevonden.
Al met al schetst de World Meteorological Organization zo een weinig rooskleurig beeld van 2023. Is er dan niets positiefs te melden als het gaat om het klimaat? Jawel, zo stellen de onderzoekers. Temidden van alle gevolgen die de opwarming van de aarde heeft, is er een beetje hoop. Zo is er in 2023 wel veel meer hernieuwbare energie opgewekt dan in voorgaande jaren; wel 50 procent meer dan in 2022. Dat is de grootste groei in twee decennia. En het hint er toch heel voorzichtig op dat het doel dat overheden zich tijdens de laatste klimaattop stelden – drie keer meer hernieuwbare energie opwekken in 2030 – haalbaar is.