Moeten we de plasticsoep wel opruimen? Een heleboel zeedieren kunnen niet zonder

De plasticsoep is niet alleen maar een berg troep, die onze oceanen vervuilt. Er is ook een keur aan zeeleven dat meedrijft op de plastic rommel, leeft in het lokale ecosysteem en zich zelfs voortplant tussen de viezigheid. Is het opruimen ervan, zoals The Ocean Cleanup-project dat bijvoorbeeld doet, dan wel zo’n goed idee?

Maar eerst: hoe komt al dat plastic bij elkaar? Er zijn vijf grote oceanische gyres, oftewel draaikolken, waar meerdere oceaanstromen samenkomen. Hiervan is de Noord-Pacifische Subtropische Gyre de grootste, ook wel treffend de North Pacific Garbage Patch genoemd. Hier komt een enorme hoeveelheid zwerfplastic bij elkaar, maar opmerkelijk genoeg is het ook een plek waar het bruist van het leven. Allerlei drijvende zeediertjes, zoals kwallen, slakken, mossels en andere schaaldieren deinen op dezelfde stromingen en spoelen aan in de plasticsoep. Ze ontmoeten daar hun partner, leggen er eitjes, sommige dieren spenderen hun hele leven in dit ecosysteem. Het lijkt erop dat het plastic voor een groot deel in de plaats is gekomen van natuurlijke zwervende brokstukken, zoals bomen en takken.

Tachtig dagen zwemmen
Hoofdonderzoeker Rebecca Helm van de Amerikaanse Georgetown University ging samen met anderen op onderzoek uit en leerde veel over deze bijzondere samenleving aan het oppervlak van de oceaan. “We hoorden dat langeafstandszwemmer Benoît Lecomte van Hawaii naar Californië ging zwemmen en daarbij dwars door de Great Pacific Garbage Patch zou bewegen. Een van onze onderzoekers mocht mee op de boot die hem tachtig dagen lang begeleidde en nam onderweg monsters van het wateroppervlak. Hij gebruikte een kegelvormig net om allerlei drijvend materiaal te verzamelen en vast te leggen met de camera om later te analyseren. Veel van de soorten die aan de oppervlakte leven zijn heel fragiel. Daarom hebben we ervoor gekozen om de dieren direct te fotograferen. Veel organismen zouden anders niet bewaard zijn gebleven”, legt Helm uit aan Scientias.nl.

“Deze organismen zijn volledig aangepast aan het leven aan het wateroppervlak, je zou het bijna kunnen vergelijken met een rif. Ze glijden mee op de stroming, dit is onderdeel van hun levenscyclus. Er zijn honderden soorten die op deze manier leven bovenin de oceaan. Dit gedeelte is voor hen een stuk veiliger dan het open water eronder”, zegt de onderzoeker.

Plastic Fantastic
Helm vertelt verder: “Er leven allerlei verschillende soorten in de plasticsoep. Van veel van deze dieren wisten we dit nog niet eens tot Ben zijn lange zwemtocht ondernam. We hebben bijvoorbeeld ontdekt dat sommige insecten in de oceaan geholpen worden door het plastic, omdat ze hun eieren leggen op drijvende objecten. Een andere groep dieren noemen we de ‘rafters’ omdat ze zich vastmaken aan de drijvende vuilnisbelt. Veel mensen realiseren zich niet dat terwijl er steeds meer plastic ronddrijft, er steeds minder natuurlijke brokstukken in de oceaan ronddobberen. Veel ‘raftende’ dieren die vroeger bijvoorbeeld op drijvende bomen of takken meeliftten, doen dat nu op stukken plastic. We weten niet precies of de plasticvervuiling een positieve invloed heeft op ‘rafters’. We zijn het aan het uitzoeken, maar het mariene onderzoek zo ver van de kust af is erg ingewikkeld om uit te voeren.”

De kwal Porpita leeft in de plasticsoep. Foto: Bruskov

Maar wat ze tot nu toe heeft gevonden, verraste haar enorm. “Ik sloeg steil achterover van de hoeveelheid leven die we oppikten in de Garbage Patch, waaronder vele kleine dieren die nog maar een paar weken oud waren. Veel van deze soorten, zoals de Paarse zeezeiler, een zeeslakkensoort, kunnen niet zwemmen. Dit betekent dat ze letterlijk naar elkaar toe moeten glijden om nageslacht te produceren. Het lijkt er dan ook sterk op dat de plasticsoep een plek is waar veel soorten zich voortplanten”, zegt Helm.

“We vroegen ons af waarom de Noord-Atlantische Garbage Patch zo bijzonder is. Waarom deze plek de enige is waar het drijvende leven en de drijvende plasticsoep met elkaar mengen. Uit ons onderzoek blijkt dat dit helemaal niet zo uniek is. Het lijkt erop dat ook andere plekken, waar de oceaanstromingen en plasticstukken bij elkaar komen, een levendig ecosysteem herbergen. Al ver voordat de mens plastic uitvond, kwamen op deze plekken allerlei zeedieren samen.”

Grote zorgen over Ocean Cleanup-project
Over het Ocean Cleanup-project, in het leven geroepen om plastic afval op te ruimen uit oceanen en bedacht door de Nederlandse uitvinder en milieuactivist Boyan Slat, is de onderzoeker ronduit negatief. “Ik ben erg bezorgd over cleanup-projecten waarbij grote vangnetten worden ingezet om plastic uit de oceaan te halen. De netten zitten zo in elkaar, dat ze grote hoeveelheden dieren uit de zee halen en vernietigen. Hier hebben we afgelopen week nog een wetenschappelijk artikel en een persbericht over uitgebracht”, legt Helm uit.

“Vooral The Ocean Cleanup is een serieus gevaar voor dit ecosysteem, al is het heel moeilijk om de risico’s exact in te schatten, omdat we nog zo weinig weten over het leven in deze afgelegen gebieden. Drijvende organismen zijn fragiel en worden stukgetrokken door de netten, dus het is zo goed als onmogelijk om de schade te berekenen. Ook grotere, niet-drijvende diersoorten overlijden als bijvangst in de netten. Allerlei vissen, haaien, inktvissen, octopussen en zeeschildpadden zijn op deze manier gedood.”

Onmisbaar
En dat is heel erg. “Deze ecosystemen zijn niet alleen belangrijk voor de dieren die erin leven en zich voortplanten. Het is ook belangrijk voor de mens, omdat dit de kraamkamer is van veel vissoorten die bij ons op het bord belanden. Het wettelijke kader van de Nederlandse overheid met betrekking tot The Ocean Cleanup is op dit moment niet toereikend om het milieu te beschermen”, vertelt Helm.

“Aangezien plastic en levende dieren met elkaar vermengd zijn, betekent het verwijderen van plastic ook het verwijderen en vernietigen van het leven in dit belangrijke ecosysteem. Het leven aan de oppervlakte is onmisbaar voor zeevogels en schildpadden, om er maar een paar te noemen”, besluit Rebecca Helm.

Zo is die smerige plasticsoep toch een stuk nuttiger dan gedacht. En moeten we eigenlijk wel twee keer nadenken voor we hem opruimen.

Reactie The Ocean Cleanup
The Ocean Cleanup nam na publicatie contact op met de redactie en gaf daarbij aan teleurgesteld te zijn niet eerder te zijn benaderd over dit artikel om een reactie te geven. Het herkent zich voorts niet in de uitlatingen van Helm over de onderzoeksresultaten.
“Haar uitlatingen wekken de indruk dat wij ons niet bekommeren om de biodiversiteit op zee en onbezonnen te werk gaan. Het tegendeel is echter het geval.” Verder laat The Ocean Cleanup weten van mening te zijn dat Helm de negatieve impact die de plastic vervuiling op de neuston (en het mariene leven in het algemeen heeft) te negeren. “Hoewel ze met het oog op het opruimen van plastic een beroep doet op het voorzorgsbeginsel doet ze datzelfde niet voor de impact die de plastic vervuiling op neuston heeft. Ze stelt dat we niet genoeg weten over de impact van het opruimen van plastic en het dus niet moeten doen. Maar anderzijds stapelt het bewijs over de negatieve impact die de plastic vervuiling op het mariene leven heeft, zich op.” Dat er organismen op het plastic leven, staat ook wat The Ocean Cleanup betreft buiten kijf en is, zo stelt de organisatie, op zichzelf geen nieuws. “We hebben hier twee jaar geleden al over gepubliceerd.” Hetzelfde geldt voor Helms bevindingen over soorten die vanaf de kust op het plastic ‘meeliften’. “Wij hebben recent nog aangetoond dat 80 procent van de soorten die op het plastic in de plastic soep leven afkomstig zijn van de kust en dus invasief zijn. Ook is er bewijs dat sommige van deze soorten – zoals anemonen – zich voeden met neuston.” Dat de opruimwerkzaamheden van The Ocean Cleanup een bedreiging kunnen vormen voor neuston, bestrijdt The Ocean Cleanup in een reactie ten zeerste. “Veel soorten neuston zijn veel kleiner dan de maaswijdte van onze netten.” Ook stelt de organisatie wel degelijk in staat te zijn om de impact die haar werkzaamheden op neuston hebben, te monitoren en dat ook nog altijd te doen. “Dit onderzoek loopt en kost tijd.” De organisatie wijst er daarbij tevens op dat The Ocean Cleanup de unieke mogelijkheid biedt om in dit afgelegen gebied langdurig onderzoek te doen. “Helm merkt op dat het moeilijk is om deze afgelegen ecosystemen te onderzoeken. Wij bieden juist de mogelijkheid om dat te doen, terwijl we gelijktijdig vervuilende materialen met een bewezen nadelig effect op het mariene leven, verwijderen. We zijn nog altijd bezig om een ongeëvenaarde dataset omtrent deze ecosystemen en de soorten die in de plastic soep leven, op te bouwen. Ondertussen baseert Helm al haar aannames op 22 monsters, die allemaal tijdens dezelfde expeditie (en in één seizoen) zijn verzameld. Wij hebben honderden neuston-monsters, verzameld over een periode van 8 jaar, in alle seizoenen.” Ten slotte stuit het de organisatie tegen de borst dat Helm zo sterk de nadruk legt op neuston. “Ze negeert het grotere plaatje; er is in de gyre (de ringvormige zeestroming waarbinnen het plastic zich concentreert, red.) veel meer leven dan er neuston op het plastic is. En hoewel er weliswaar leven op het plastic te vinden is, worden de zeestromingen an sich nog altijd gezien als ‘woestijnen in de zee’: ze zijn arm aan voedingsstoffen en in die zin geenszins te vergelijken met koraalriffen of andere ecosystemen nabij de kust.”
Reactie Helm
Helm is op haar beurt enigszins verbaasd over de felle kritiek op haar peer-reviewed onderzoek. Temeer omdat één van de reviewers – een deskundige die in hetzelfde vakgebied werkzaam is en vanuit zijn expertise mede bepaalt of een studie gepubliceerd kan worden – werkzaam is bij The Ocean Cleanup. “Matthias Egger (Head Environmental & Social Affairs bij The Ocean Cleanup, red.) reviewde onze studie in PLOS Biology en gaf aan blij te zijn met de resultaten en adviseerde dat deze geschikt waren voor publicatie.”
Helm wijst er verder op dat inderdaad al lang bekend is dat neuston in de plastic soep voorkomt. “Wat wij aantonen is dat er een positieve relatie is tussen neuston en plastic; hoe meer plastic er is, hoe meer neuston.” En vanuit die observatie werd vervolgens de zorg geboren dat The Ocean Cleanup met het opruimen van het plastic ook weleens veel neuston kan opruimen. De maaswijdte van de netten is daarbij volgens Helm mogelijk niet relevant. Neuston zijn organismen die leven aan het wateroppervlak, zo legt ze uit. En in dit geval: tussen het plastic. Wanneer dat plastic weg wordt gehaald kunnen de overlevingskansen van de neuston – ook al weten de organismen aan het net te ontsnappen – afnemen, simpelweg omdat ze heel fragiel zijn en contact met het net al tot verwondingen kan leiden. En dat is niet alleen slecht nieuws voor de neuston zelf, zo stelt Helm, maar ook voor de dieren die voor hun voedsel van neuston afhankelijk zijn, zoals schildpadden. “Ondertussen is er – op dit moment – geen bewijs dat plastic schade toebrengt aan neuston,” stelt Helm. “Want daar is nog geen onderzoek naar gedaan.”
Dat de bevindingen en zorgen gebaseerd zijn op een relatief klein aantal waarnemingen, is een beperking, zo erkent Helm. “We moeten daar veel meer onderzoek gaan doen. Maar ik roep dan ook niet dat The Ocean Cleanup alles stil moet leggen, omdat alles in de Great Garbage Patch doodgaat. Nee: op basis van onze observaties stel ik dat er reden is tot zorg. Dat we eigenlijk nog te weinig weten en meer onderzoek moeten doen om het probleem te begrijpen, zodat we vervolgens kunnen zoeken naar de optimale oplossing daarvoor.”
Of The Ocean Cleanup de optimale oplossing is, is volgens Helm nog maar zeer de vraag. “Ik heb nog geen goed argument – of (onafhankelijk) wetenschappelijk bewijs – gezien dat de Great Garbage Patch, gelegen op duizenden kilometers afstand van de kust, de beste plek is om plastic op te gaan ruimen.”

Bronmateriaal

"High concentrations of floating neustonic life in the plastic-rich North Pacific Garbage Patch" - PLoS Biology
Interview met hoofdonderzoeker Rebecca Helm van Georgetown University
Afbeelding bovenaan dit artikel: Izanbar / Getty (via Canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd