Het is miljardair Jeff Bezos gelukt: hij heeft twee raketmotoren die tijdens de Apollo-missies werden ingezet opgespoord en uit de Atlantische Oceaan gevist. En daarmee lijkt een belangrijk stukje ruimtehistorie van de ondergang gered.
Ze schreven historie: de raketmotoren die tijdens de Apollo-missies werden gebruikt. En toch liggen ze roemloos op de bodem van de Atlantische Oceaan te vergaan. Miljardair Jeff Bezos kondigde bijna een jaar geleden aan daar iets aan te willen doen. Hij wilde de raketmotoren van Apollo-11 opvissen. Hij schakelde experts in en liet ze de raketmotoren opsporen. En nu, bijna een jaar later, kondigt Bezos aan twee raketmotoren boven water te hebben gehaald.
Apollo 11?
Of het ook echt de raketmotoren van de beroemde Apollo 11-missie (het bezoek van Neil Armstrong en Buzz Aldrin aan de maan) zijn, is onduidelijk. De serienummers op de raketmotoren ontbreken namelijk (gedeeltelijk) waardoor het lastig is om de raketmotoren aan een specifieke Apollo-missie te koppelen.
Historische vondst
Desalniettemin is het bovenhalen van de raketmotoren geweldig, zo vindt ook NASA. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie was niet bij het project betrokken, maar prijst het initiatief zeker. “Dit is een historische vondst,” stelt NASA-baas Charles Bolden.
De raketmotoren zijn nog in redelijk goede staat. Wel is de raketmotoren aan te zien dat ze een heftige reis achter de rug hebben die met een enorme plons in de Atlantische Oceaan eindigde. De raketmotoren zullen gerestaureerd worden en krijgen hoogstwaarschijnlijk een plekje in een Amerikaans museum.