De enorme crisis vond 233 miljoen jaar geleden plaats en maakte de weg vrij voor de dinosaurussen.
Wetenschappers hebben een nieuwe massa-extinctie ontdekt. Het gaat om omvangrijke crisis die zo’n 233 miljoen jaar geleden plaatsvond. De kritieke omstandigheden betekende het einde voor veel organismen, maar leidde ook tot nieuw leven. Want dankzij de enorme massa-extinctie kwamen de dinosaurussen op, die vervolgens gedurende miljoenen jaren wisten te floreren.
Massa-extinctie
Het gebeurt niet vaak dat er een nieuwe massa-extinctie wordt ontdekt. Dergelijke gebeurtenissen zijn namelijk zo verwoestend, dat ze zich niet gemakkelijk in het fossielenbestand kunnen verschuilen. Vaak steken ze er met kop en schouders bovenuit. Toch lijkt het erop dat wetenschappers iets over het hoofd hebben gezien. In een nieuwe studie beoordeelden onderzoekers geologisch en paleontologisch bewijsmateriaal en kwamen tot een onomstotelijke conclusie: zo’n 233 miljoen jaar geleden moet er wel een massa-extinctie hebben plaatsgevonden. Het betekent dat de aarde niet vijf, maar wel zes keer getroffen is door een massale uitsterving. De crisis is Carnian Pluvial Episode genoemd. “Tot dusverre hebben paleontologen vijf grote massa-extincties ontdekt die in de afgelopen 500 miljoen jaar hebben plaatsgevonden,” zegt onderzoeker Jacopo Dal Corso. “Elk van deze massale uitstervingen had een diepgaande effect op de evolutie van de aarde en op het leven zelf. Wij presenteren nu de ontdekking van een andere grote massa-extinctie. Deze speelde duidelijk een belangrijke rol bij herstellen van het leven op het land en in de oceanen en droeg op die manier bij aan de opkomst van moderne ecosystemen.”
De afgelopen 540 miljoen jaar hebben er dus in totaal zes massa-extincties plaatsgevonden; oftewel het wereldwijd massaal uitsterven van vele soorten organismen in een relatief korte tijd. De massa-extincties op een rij:
(1) De eerste massa-extinctie – de Laat-Ordovicische massa-extinctie – vond zo’n 445 miljoen jaar geleden plaats en werd mogelijk veroorzaakt doordat het wereldwijde klimaat afkoelde of door een gammaflits die een imploderende nabije ster teweegbracht. (2) De tweede massa-extinctie – de Laat-Devonische extinctie – gebeurde zo’n 360 miljoen jaar geleden. Een mogelijke oorzaak is de opkomst van landplanten of een meteorietinslag. (3) In de overgang tussen het Perm en het Trias zo’n 252 miljoen jaar geleden vond de derde massa-extinctie plaats; de Perm-Trias massa-extinctie. Deze werd mogelijk veroorzaakt door methaanproducerende bacteriën. (4) Dan volgt de nieuw ontdekte massa-extinctie, de Carnian Pluvial Episode waarover in dit artikel gesproken wordt. (5) De vijfde massa-extinctie omvat de Trias-Jura extinctie die zo’n 202 miljoen jaar geleden op het toneel verscheen. Aan deze massale uitsterving zouden vulkaanuitbarstingen ten grondslag liggen. (6) De Krijt-Paleogeen massa-extinctie is de laatste in. het rijtje. Deze crisis kan ook wel als de meest bekende worden aangemerkt. De extinctie vond zo’n 66 miljoen jaar geleden plaats en maakte een einde aan het dinotijdperk. Waarschijnlijk kan voor deze massale uitsterving de inslag van een meteoriet als schuldige aangewezen worden.
De oorzaak van de Carnian Pluvial Episode is hoogstwaarschijnlijk desastreuze vulkaanuitbarstingen in de westelijk gelegen Canadese provincie Wrangellia. De vulkanen spuugden enorme hoeveelheden vulkanisch basalt uit wat over een groot deel van de westkust van Noord-Amerika neer regende. “De uitbarstingen bereikten het hoogtepunt tijdens de Carnian,” zegt Dal Corso. “Toen ik de geochemische signatuur van de uitbarstingen bestudeerde, ontdekte ik een aantal enorme effecten op de wereldwijde atmosfeer. Ze waren zo immens, dat er grote hoeveelheden broeikasgassen zoals kooldioxide de atmosfeer in werden gepompt. Dit leidde tot verschillende pulsen van opwarming.”
Klimaatverandering
Door deze opwarming regende het op aarde meer, iets dat al wel eerder in het fossielenbestand is opgevallen. Deze periode van regenval werd namelijk al in de jaren tachtig door twee geologen ontdekt. De vochtige periode duurde zo’n 1 miljoen jaar. En dat had een grote weerslag op het leven op aarde. De klimaatverandering leidde namelijk tot een groot verlies aan biodiversiteit in de oceanen en op het land. Maar de een zijn dood is de andere zijn brood. Want na deze massale uitsterving domineerden nieuwe groepen de aarde en ontstonden er andere ecosystemen. De verschuiving in het klimaat stimuleerde bijvoorbeeld de groei van planten en de uitbreiding van moderne naaldbossen. “De nieuwe flora waren waarschijnlijk heel voordelig voor overlevende herbivore reptielen,” vertelt onderzoeker Mike Benton.
Dinosaurussen
Bovendien ontstond er dankzij de extinctie letterlijk ruimte voor de dinosaurussen. Volgens de onderzoekers is er namelijk een verband te leggen tussen de Carnian Pluvial Episode en de opkomst van het dinotijdperk. Hoewel dinosaurussen tijdens deze crisis al wel over de aarde struinden – de eerste dino’s zouden rond 245 miljoen jaar geleden zijn ontstaan – bleven ze zeer zeldzaam tót de Carnian Pluvial Episode. We weten nu dat dinosauriërs zo’n 20 miljoen jaar eerder ontstonden,” vertelt Benton. “Maar ze kwamen maar mondjesmaat voor en waren onbelangrijk totdat het Carnian Pluvial Episode toesloeg. Dankzij de plotselinge droge omstandigheden na de vochtige periode kregen de dino’s een kans.”
Andere dieren
Ook andere dieren wisten dankzij de Carnian Pluvial Episode te floreren. Naast de dino’s verschenen er in dezelfde tijd namelijk ook andere groepen planten en dieren waaronder enkele van de eerste schildpadden, krokodillen, hagedissen en de eerste zoogdieren. Maar niet alleen op het land veranderde de boel. Zo markeert de Carnian Pluvial Episode het begin van de opkomst van koraalriffen en ontstonden er veel van de hedendaagse groepen plankton. Dit duidt op ingrijpende veranderingen in de oceaanchemie en de koolstofkringloop.
Dankzij de bevindingen weten we nu niet alleen hoe het dinotijdperk eindigde, maar ook hoe deze begon. Iets waar tot nu toe niet veel over bekend was. En het lijkt erop dat de heerschappij der dino’s niet alleen eindigde met een crisis: het begon er ook mee. Ironisch genoeg zouden zij zo’n 180 miljoen jaar later op vergelijkbare wijze ruimte maken voor andere soorten, waaronder grotere zoogdieren en uiteindelijk de mens.