De begraafplaats getuigt niet van één grote veldslag, maar van voortdurende kleine conflicten.
Oorlogen zijn van alle tijden. Daarvan getuigt ook Jebel Sahaba: een prehistorische begraafplaats die in de jaren zestig van de vorige eeuw in Soedan werd ontdekt. De mensen die hier meer dan 13.000 jaar geleden ter ruste werden gelegd, zijn duidelijk tijdens een conflict om het leven gekomen. En lang werd dan ook aangenomen dat de begraafplaats getuigt van een prehistorische oorlog.
Meerdere conflicten
Maar een nieuw onderzoek, verschenen in het blad Scientific Reports, trekt die conclusie in twijfel. Een nieuwe analyse van 61 overledenen die hier in de prehistorie begraven werden, wijst er namelijk sterk uit dat deze mensen niet tijdens één oorlog, maar tijdens verschillende conflicten het leven lieten.
Het onderzoek
De onderzoekers analyseerden de resten nauwgezet, onder meer met behulp van een microscoop. Het resulteert in de ontdekking van ongeveer 100 tot voor kort onbekende weefselbeschadigingen (laesies) die vaak het resultaat waren van geweld. Sommige van deze weefselbeschadigingen waren weer geheeld, wat erop wijst dat mensen ze geruime tijd voor hun overlijden opliepen. Andere wonden waren duidelijk niet geheeld en dus kort voor overlijden opgedaan. Het wijst er sterk op dat de individuen niet eenmalig, maar herhaaldelijk met geweld te maken hadden.
Meerdere begrafenissen
Die hypothese wordt onderschreven door de ontdekking dat sommige skeletten verstoord lijken te zijn door latere begrafenissen. De mensen die op deze begraafplaats rusten, zijn dus niet – zoals je tijdens een eenmalige veldslag zou verwachten – allemaal ongeveer tegelijkertijd gestorven en begraven. In plaats daarvan wijst alles in de richting van meerdere conflicten.
Vrouwen en kinderen
Zo ook het feit dat Jebel Sahaba niet alleen jonge en relatief gezonde mannen herbergt. Op de begraafplaats zijn ook vrouwen en kinderen teruggevonden, die net zoveel en bovendien hetzelfde type weefselbeschadigingen vertonen als de mannen. “Dat was toch wel de meest verrassende ontdekking,” vindt onderzoeker Isabelle Crevecoeur. En het pleit opnieuw tegen een eenmalige prehistorische oorlog en voor meerdere explosies van geweld. Ze legt uit dat op een begraafplaats die getuigt van een eenmalige gebeurtenis – zoals een bloedige veldslag – vaak juist mensen te vinden zijn die normaliter een kleine sterftekans hebben, zoals jongvolwassen mannen. “Wij keken naar het demografische profiel van de begraafplaats (Jebel Sahaba, red.) en zien dat deze niet past bij een eenmalige crisis.”
Pijl
Een analyse van de verwondingen die de mensen in Jebel Sahaba (kort) voor hun dood opliepen, geeft ook meer inzicht in het geweld waarmee zij te maken kregen. Zo zijn er verwondingen aangetroffen die erop wijzen dat mensen fysiek met elkaar vochten. De meeste weefselbeschadigingen blijken echter het resultaat te zijn van scherpe projectielen die bij sommige individuen meer dan 13.000 jaar later nog steeds uit de botten steken. Het wijst erop dat men elkaar ook van een afstandje, met speren en pijl en boog bijvoorbeeld, bestreed.
Dat laatste suggereert sterk dat het niet om interne conflicten ging. In plaats daarvan zouden verschillende groepen de wapens hebben opgepakt om elkaar (herhaaldelijk) te bestrijden. Mogelijk is de strijdlust te herleiden naar grote klimaatvariaties waarmee men zo tegen het einde van de Laatste IJstijd in dit gebied te maken had. “We hebben een goed beeld van de veranderingen die in deze tijd optraden,” aldus Crevecoeur. “Zo’n 20.000 jaar geleden was er sprake van extreme droogte die groepen jagers en verzamelaars dwong om zich dichter naar de Nijlvallei te begeven.” In de duizenden jaren die volgden, kregen de groepen ook daar met klimaatvariaties te maken. En ondertussen liepen ze dus ook elkaar tegen het lijf. “De kleine groepen lijken cultureel ook heel anders te zijn geweest,” merkt Crevecoeur op. Die combinatie van factoren – de veranderingen in klimaat, de bevolkingsdichtheid in de Nijlvallei en de culturele verschillen – vormden waarschijnlijk een vruchtbare bodem voor de conflicten waar de begraafplaats 13.000 jaar later nog steeds van getuigt.