Borstkankerscreening jaarlijks én vanaf 40 jaar kan levens redden

Op dit moment begint in de meeste Europese landen de borstkankerscreening op 50-jarige leeftijd. Maar er gaan al langer geluiden op om daar eerder mee te starten. Nieuw onderzoek bevestigt dat het beter is om inderdaad tien jaar eerder te beginnen en er zeker vijf jaar langer mee door te gaan.

In Nederland krijgen vrouwen vanaf hun vijftigste ongeveer elke twee jaar een oproep voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Daaraan geeft ruim 70 procent van de vrouwen gehoor. Ze ondergaan dan een mammografie waarmee tumoren kunnen worden opgespoord. Rond hun 75ste krijgen ze voor het laatst een oproep. Volgens het RIVM overlijden van iedere duizend vrouwen van 50 jaar er veertig ooit aan borstkanker. Doen vrouwen mee aan het bevolkingsonderzoek dan hebben ze een 50 procent kleinere kans om te overlijden aan de ziekte dan wanneer ze zich niet laten checken.

Zweden en de VS
Er zijn enkele landen, zoals Zweden en de VS, waar borstkankerscreening al op 40-jarige leeftijd begint. In de meeste EU-landen zijn experts echter nog steeds van mening dat dit niet nodig is, omdat de kans op borstkanker pas vanaf het 50ste levensjaar fors toeneemt. Bovendien zitten er ook nadelen aan de screening, zoals extra stress vanwege onnodig vervolgonderzoek.

Toch is er nu een nieuwe studie die aantoont dat een langere screening – vanaf 40 tot 79 jaar – levens kan redden. “Er is een voortdurend debat over het advies voor borstkankerscreening, vooral over wanneer te beginnen en hoe vaak”, zegt hoofdonderzoeker Debra Monticciolo, radiologieprofessor aan het Amerikaanse Dartmouth College.

Langer screenen
Daarom besloot ze samen met collega’s nog eens in de cijfers te duiken en de voordelen van screening, zoals het aantal gewonnen levensjaren en het aantal vermeden sterfgevallen, te vergelijken met de nadelen, zoals onnodige maar stressvolle biopsies en andere extra onderzoeken. Daarbij keken ze naar vier opties: tweejaarlijkse screening voor vrouwen van 50 tot 74 jaar, tweejaarlijkse screening van vrouwen tussen de 40 en 74 jaar, jaarlijkse screening voor 40- tot 74-jarige vrouwen en jaarlijkse screening van 40 tot 79 jaar.

De resultaten zijn duidelijk: het beste is een jaarlijkse screening voor vrouwen tussen de 40 en 79 jaar. Daarmee neemt de kans om te overlijden aan borstkanker met bijna 42 procent af. Tweejaarlijkse screening voor vrouwen tussen de 40 en 74 jaar vermindert de sterftekans met 30 procent. Begin je op 50-jarige leeftijd met bevolkingsonderzoek dan neemt het aantal sterfgevallen met 25,4 procent af. Dat klinkt als een groot verschil, maar het gaat nog steeds om kleine kansen.

Ook boven de 79 jaar
“Belangrijkste punt van onze studie is dat jaarlijkse screening vanaf 40 tot minstens 79 jaar leidt tot de grootste afname van de overlijdenskans. Zo worden de meeste kankerdoden voorkomen en de meeste levensjaren gewonnen”, zegt Monticciolo. “Er zit een enorm voordeel aan om door te gaan met screenen tot 79 jaar en het is zelfs nog beter als vrouwen boven de 79 nog worden gecontroleerd.”

Nadelen vallen mee
Er zitten ook nadelen aan zoveel meer screenen, maar die zijn volgens de onderzoekers klein. De kans dat een vrouw een biopsie krijgt die niet nodig was, is kleiner dan 1 procent en het totaal voor onnodig extra onderzoek ligt onder de 10 procent.

“De risico’s van screening zijn niet dodelijk en draaglijk voor de meeste vrouwen”, reageert de onderzoeker. “Maar vergevorderde borstkanker is vaak wel dodelijk. Borstkanker is makkelijker te behandelen als het eerder wordt gevonden. We kunnen vrouwen extra operaties en chemotherapie besparen. Het is gewoon een beter idee om nog meer in te zetten op vroege opsporing en dat is wat screening doet.”

Monticciolo hoopt dat haar studie bijdraagt aan het al bestaande onderzoek dat bewijst dat het beter is om met screening te beginnen op 40-jarige leeftijd. “Deze studie is belangrijk omdat hij nog eens aantoont dat er een enorm voordeel zit aan jaarlijkse screening tussen de 40 en 79 jaar en dat de nadelen klein zijn”, zegt ze. “Het komt neer op de waardering van vrouwenlevens. Ik hoop dat artsen dat inzien.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd