In de maag van de 5300 jaar oude mummie troffen onderzoekers de bacterie Helicobacter pylori aan. Onduidelijk is of Ötzi last had van de ziekteverwekker.
De bacterie Helicobacter pylori is vandaag de dag in bijna de helft van alle mensen op aarde te vinden. Onderzoekers vermoeden dat mensen al aan het begin van hun historie met deze bacterie geïnfecteerd raakten.
Verrassend
Het is heel verrassend dat onderzoekers de ziekteverwekker nu ook in de maag van de ijsman hebben ontdekt, zo legt onderzoeker Albert Zink. “Bewijs voor de aanwezigheid van de bacterie Helicobacter pylori wordt vandaag de dag gevonden in het maagweefsel van patiënten, dus we dachten dat het heel onwaarschijnlijk was dat we de bacterie bij Ötzi zouden aantreffen, omdat zijn slijmvlies er niet meer is.” Om eventuele bacteriën in de maag van de ijsman op te sporen, moesten de onderzoekers het dan ook over een andere boeg gooien. Ze verzamelden al het DNA dat in de maag van de ijsman te vinden was en gingen het vervolgens koppelen aan organismen. Zo stuitten ze ook op DNA van H. pylori: bewijs dat deze bacterie in de maag van Ötzi voorkwam.
Ziek?
Het immuunsysteem van de ijsman had al op de aanwezigheid van H. pylori gereageerd, zo ontdekten de onderzoekers. Onduidelijk is of de bacterie Ötzi ook ziek maakte. Vandaag de dag krijgt ongeveer één op de tien mensen die de bacterie oplopen te maken met gezondheidsproblemen zoals bijvoorbeeld maagzweren. “Of Ötzi leed aan maagproblemen kunnen we niet met zekerheid zeggen,” stelt Zink. “Omdat het maagweefsel er niet meer is en dergelijke ziektes zich in dat weefsel voor het eerst openbaren. Desalniettemin is er in het lijf van Ötzi wel sprake van de omstandigheden die aan dergelijke ziekten voorafgaan.”
De onderzoekers vergeleken de bacterie in het lijf van Ötzi ook met de bacterie zoals die vandaag de dag voorkomt. Ze verwachtten dat de stam die Ötzi infecteerde en de stam die vandaag de dag Europeanen infecteert, hetzelfde was. Maar dat bleek niet het geval te zijn. “Het blijkt een stam te zijn die we tegenwoordig met name in Centraal- en Zuid-Azië zien.” De onderzoekers vermoeden dat de bacterie van oorsprong twee stammen telde: een Afrikaanse en een Aziatisch, die ergens in de geschiedenis samengingen en de stam vormen die we nu vaak in Europa aantreffen. Aangezien bacteriën doorgaans binnen een familie worden doorgegeven, houdt de geschiedenis van de wereldbevolking nauw verband met de geschiedenis van bacteriën. Tot op heden werd aangenomen dat Neolithische mensen de Europese stam al bij zich droegen toen ze hun nomadische levensstijl inwisselden voor de landbouw. Maar Ötzi laat nu zien dat dat niet klopt. “De combinatie van de twee typen Helicobacter kan alleen ergens na de tijd van Ötzi hebben plaatsgevonden en dat laat zien dat de geschiedenis van nederzettingen in Europa veel complexer is dan voorheen werd aangenomen,” concludeert onderzoeker Frank Maixner.