Als wilde koolmezen moeten kiezen tussen eten of dicht bij hun partner blijven, dan gaan ze voor het laatste.
Wetenschappers van de universiteit van Oxford trekken die conclusie op basis van een experiment. Ze zetten een aantal voedingsstations neer, maar zorgden ervoor dat vogels die een stelletje vormden niet allebei in hetzelfde voedingsstation naar binnen konden gaan. Dus de mannetjes konden alleen de voedingsstations betreden waar de vrouwtjes niet in konden en andersom. Er was ook een controlegroep, bestaande uit stelletjes die wel samen in alle voedingsstations naar binnen mochten.
De vogels die niet samen mochten eten, brachten aanzienlijk meer tijd door bij voedingsstations waar ze niet naar binnen mochten dan de vogels die elk voedingsstation met hun partner mochten betreden. In andere woorden: de vogels die niet met hun partner mochten eten, kozen ervoor om toch bij hun partner te blijven, ook al konden ze alleen maar toekijken hoe die partner at.
Maar waarom gaan de vogels niet elders eten en blijven ze bij hun partner? “Dat de vogels liever bij hun partner blijven laat zien dat de keuze van een individuele vogel die op de korte termijn misschien niet optimaal lijkt, op lange termijn heel gunstig kan zijn, omdat de vogels zo hun belangrijke relaties weten te handhaven,” vertelt onderzoeker Josh Firth. Hij wijst erop dat koolmezen een partner nodig hebben om hun jongen te verwekken en op te voeden. “Daarom kan het gedrag van een individu – zelfs in het wild – bepaald worden door de behoeften van degenen waar het zich sociaal mee verbonden weet.”