Zelfs de giraf blijkt met zijn piepkleine brein aan kansberekening te doen

Het toont aan dat complexe, statistische vaardigheden misschien toch niet altijd grote hersenen vereisen.

Giraffen mogen dan misschien een klein brein hebben, dom zijn ze zeker niet. Onderzoekers hebben in een nieuwe studie namelijk aangetoond dat ze best goed zijn in kansberekening – als er natuurlijk wel iets lekkers tegenover staat.

Het experiment
In een grappig experiment lieten onderzoekers twee mannelijke en twee vrouwelijke giraffen twee doorzichtige bakjes zien, gevuld met heerlijke wortels en minder geliefde courgettes. De twee bakjes waren gevuld met verschillende verhoudingen van deze groentes. Vervolgens pakte de onderzoeker uit elk bakje een groentestick en presenteerde deze in een gesloten vuist aan de giraf. De giraf kon dus wel de hoeveelheid van de verschillende groentes in elk bakje zien, maar niet welke groente de onderzoeker in zijn vuist verborgen hield. De vraag is natuurlijk: wist de giraf de vuist met de wortel te kiezen?

Het antwoord op die vraag is ja. In 17 van de 20 gevallen kozen de giraffen voor de vuist waarmee de onderzoeker een groentestick uit het met voornamelijk wortelen gevulde bakje had gepakt. Hieruit blijkt dat ze kunnen inschatten welke optie het meest waarschijnlijk hun favoriete voedsel oplevert. En dat doen ze met behulp van basisstatistiek.

Verhoudingen
De onderzoekers stelden de giraffen behoorlijk op de proef. Zo werden de verhoudingen in de verschillende bakjes steeds ingewikkelder, waardoor het experiment moeilijker werd. In de eerste paar rondes boden de onderzoekers twee bakjes aan, waarbij de ene 20 wortelen plus 100 stukjes courgette bevatte, terwijl er in de andere 100 wortelen en 20 stukjes courgette zaten. Daarna bevatte het ene bakjes 20 wortelen plus 100 stukjes courgette en de andere 20 wortelen en vier stukjes courgette. Tenslotte vulden de onderzoekers het ene bakje met 57 wortelen en 63 stukjes courgette en de andere met 3 wortelen en 63 stukjes courgette.

Uitdaging
De onderzoekers kozen deze verhoudingen niet voor niets. De laatste twee situaties waren bedoeld om te testen of de giraffen niet alleen de absolute aantallen beoordeelden, maar ook de relatieve hoeveelheden konden inschatten. Ondanks deze uitdaging, lieten de giraffen zich niet van de wijs brengen. Ze wisten met gemak het bakje te achterhalen dat de meeste wortelen bevatte – en kozen voor de hand die uit dit bakje een groentestick had gepakt.

Kansberekening
Het betekent dat giraffen dus kunnen voorspellen hoe groot de kans is dat ze hun favoriete lekkernij kiezen. En dat toont aan dat zelfs de giraf, met zijn piepkleine brein, aan kansberekening doet. De resultaten suggereren dan ook volgens de onderzoekers dat giraffen aanleg hebben voor statistiek. Het duidt erop dat deze dieren mogelijk meer geavanceerde statistische vaardigheden onder de knie hebben dan eerder werd gedacht.

Grote hersenen
Het is een opmerkelijke ontdekking. Kansberekening wordt namelijk beschouwd als een sterk ontwikkelde cognitieve functie. Daarom dacht men dat alleen dieren met een groot brein hiertoe in staat waren. Dit vermogen is tot nu toe alleen nog getest bij dieren met grote hersenen, zoals primaten en kea’s (een papegaaiachtige). Maar nu blijkt dat ook dieren met een klein brein basisstatistiek toepassen. Volgens de onderzoeker is dit vermogen van giraffen zelfs vergelijkbaar met dat van een primaat.

Al met al tonen de onderzoekers aan dat er blijkbaar geen grote hersenen nog zijn om basisstatistieken te begrijpen. Ook dieren met een klein brein doen aan kansberekening. Een interessant nieuw inzicht. Want dit betekent dat het vermogen om statistische gevolgtrekkingen te maken in het dierenrijk misschien wel veel meer wijdverspreid is dan eerder voor mogelijk werd gehouden.