Het ziet er slecht uit als de oceanen op aarde nog verder verzuren.
Dat blijkt wel uit onderzoek onder zeeslakken die behoren tot de soort Charonia lampas. De onderzoekers bestudeerden de zeeslakken die voor de kust van het vulkanische eiland Shikine-jima (Japan) leven. In de zeebodem zijn scheuren te vinden waaruit CO2 sijpelt, waardoor het water ongeveer net zo sterk verzuurd is als we in de toekomst – bij nog meer CO2-uitstoot – van de wateren wereldwijd mogen verwachten.
Dunner
De zeeslakken die in deze Japanse wateren leven, blijken niet alleen een veel kleinere schelp te hebben; hun schelp is ook veel dunner. In sommige gevallen waren delen van de schelp zelfs compleet opgelost, waardoor lichaamsweefsel bloot kwam te liggen.
Bedreiging
“Verzuring van de oceaan is een duidelijke bedreiging voor het mariene leven,” aldus onderzoeker Ben Harvey. Het onderzoek wijst uit dat die verzuring ervoor zorgt dat zeeslakken geen stevige schelpen kunnen produceren en/of handhaven. “Het corrosieve water maakt ze (de schelpen, red.) gladder, dunner en poreuzer.”
Het effect dat de verzuurde wateren op de schelpen van zogenoemde kalkdieren hebben, heeft waarschijnlijk verstrekkende gevolgen voor deze organismen. Harvey wijst erop dat zij namelijk weinig of niets kunnen doen om het oplossen van hun schelpen tegen te gaan. “Het suggereert dat sommige kalkdieren niet in staat zullen zijn om zich aan de verzuurde wateren aan te passen als de CO2-uitstoot zo ongecontroleerd blijft toenemen.”