Waarom mensen slechter gaan presteren als ze hulp krijgen van robots

Robots kunnen ons werk aanzienlijk vergemakkelijken. Niet gek dus dat ze in steeds meer beroepen opduiken. Maar we moeten natuurlijk zelf ook blijven nadenken. En volgens nieuw onderzoek gebeurt dat niet altijd even goed. We zouden maar lui worden van die robots, is de conclusie.

Dat komt doordat mensen robots zijn gaan zien als collega’s en dat heeft zowel positieve als negatieve effecten. “Teamwork is een vloek en een zegen”, vertelt hoofdonderzoeker Dietlind Helene Cymek van de Technische Universität Berlin. “Samenwerken kan mensen motiveren om goed te presteren, maar het kan er ook toe leiden dat ze de motivatie verliezen, omdat hun individuele bijdrage minder zichtbaar is.” Het gekke is dat dit dus ook gebeurt als mensen samenwerken met robots.

Experimenteren met Panda
Om dat te bewijzen, zetten de onderzoekers een experiment op waarbij 42 deelnemers een printplaat moesten controleren op fouten. Ze kregen afbeeldingen te zien waarop de printplaten geblurd waren. Alleen als ze met de muis over de printplaat bewogen, werden de afbeeldingen scherp. Zo konden de wetenschappers zien hoe goed deelnemers de plaat inspecteerden. De helft van hen kreeg daarbij te horen dat de printplaten al waren gecontroleerd door een robot, genaamd Panda. Hoewel ze niet direct met Panda samenwerkten, konden ze hem wel horen en zien, terwijl ze aan het werk waren. Nadat de deelnemers het printbord hadden onderzocht en de fouten gemarkeerd, moesten ze een cijfer geven voor hun inzet, hoe verantwoordelijk ze zich voelden en hoe goed ze hadden gepresteerd.

Onbewust lui
In eerste instantie leek de aanwezigheid van Panda weinig verschil te maken. De deelnemers in beide groepen waren ongeveer even lang bezig met de inspectie van de printplaten. Ook gaven de deelnemers een even hoog cijfer voor hun verantwoordelijkheidsgevoel, geleverde inspanning en prestaties.

Maar toen gingen de onderzoekers beter kijken naar het aantal fouten dat de deelnemers detecteerden. En ze ontdekten dat degenen die met Panda samenwerkten tegen het einde van de taak minder fouten oppikten, omdat ze hadden gemerkt dat Panda prima in staat was om zelf de fouten eruit te halen.

Fouten missen
“We hebben de inspanning van de deelnemers subjectief gemeten met een vragenlijst en objectief via de zoektijd en het gedeelte van de printplaat dat ze hadden gecontroleerd op mogelijke fouten”, legt Cymek uit aan Scientias.nl. “Daarbovenop hebben we gekeken hoeveel fouten ze eruit haalden in het laatste deel van het experiment, toen de robot niet perfect presteerde en vijf fouten expres miste.”

Pas op dat moment werd het duidelijk. “We vonden geen verschillen als het gaat om subjectieve en objectieve inspanning, maar wel bij het oppikken van fouten. De deelnemers die samenwerkten met de robot, detecteerden gemiddeld een van de vijf fouten minder dan degenen die alleen werkten”, aldus de onderzoeker.

In werkelijkheid nog erger
Ze beaamt dat dit op het eerste gezicht niet zo’n groot verschil lijkt. “Maar dit gebeurde al na 90 minuten teamwork. Bij langere diensten, waar taken routine zijn en de prestaties veel minder worden gemonitord, zal het prestatieverlies veel groter zijn.” En nog belangrijker: “De deelnemers leken zich niet te realiseren dat ze minder gemotiveerd waren. Ze gaven aan dat ze juist enorm hun best hadden gedaan en dat ze zich verantwoordelijk voelden voor de taak. In fabrieken in het algemeen, maar vooral op plekken waar veiligheid belangrijk is en dubbelchecken gebruikelijk, kan dit een negatieve invloed hebben op het werk”, aldus onderzoeker Linda Onnasch tegen Scientias.

Kijken maar niet zien
Dat verbaasde de onderzoekers wel. “Het was verrassend dat er zo’n verschil zat tussen de objectieve prestaties en de subjectieve vragenlijsten. Zowel de deelnemers die alleen werkten, als die samenwerkten met de robot, rapporteerden dat ze zich hard inspanden voor de taak, zich verantwoordelijk voelden en goed presteerden. Maar toch detecteerden degenen die in het team met de robot werkten, minder fouten dan de deelnemers die alleen werkten.”

De onderzoekers spreken van een ‘kijken maar niet zien’-effect. De deelnemers begonnen te vertrouwen op de robot en keken weliswaar wel naar de printplaat, maar dachten minder na over wat ze nu precies zagen. Onbewust dachten ze dat de robot de fouten wel zou opmerken.

Mensen motiveren
“Het is makkelijk om te volgen waar iemand naar kijkt, maar het is veel moeilijker om vast te stellen of die visuele informatie goed wordt verwerkt door de hersenen”, legt Onnasch uit. Aan dat laatste lijkt het dus te schorten. “Het combineren van de vaardigheden van mensen en robots biedt uiteraard veel kansen, maar we moeten ook nadenken over onbedoelde groepseffecten die ontstaan in teams bestaande uit mensen en robots. Als ze samen aan dezelfde taak werken, kan dit leiden tot motivatieproblemen bij mensen, die dan lui worden.”

De onderzoekers raden dan ook aan om daar rekening mee te houden bij samenwerkingen tussen mensen en robots. “Een mogelijke maatregel is bijvoorbeeld om de menselijke bijdrage zichtbaar te maken en niet alle inspanningen samen te voegen in een gezamenlijke prestatie. Zo blijven mensen beter gemotiveerd.” Al houden de wetenschappers een slag om de arm: “Om echt te weten hoe groot het motivatieverlies is bij mens-robot-interactie, moeten we onze aannames in de echte wereld onderzoeken met opgeleide werknemers die routineus hun werk uitvoeren in teams met robots.”

Bronmateriaal

"Lean Back or Lean In? Exploring Social Loafing In Human-Robot Teams" - Frontiers in Robotics and AI
Interview met onderzoekers Linda Onnasch en Dietlind Helene Cymek van de Technische Universität Berlin
Afbeelding bovenaan dit artikel: Phonlamai Photo's Images

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd