IJsberen houden er een bijzonder vet dieet op na. En toch blijven ze slank, slibben hun aderen niet dicht en lijden ze slechts zelden aan hart- en vaatziekten. Het genoom van de ijsbeer geeft nu inzicht in hoe dat kan.
IJsberen eten voornamelijk zeedieren. Denk bijvoorbeeld aan zeehonden. Deze zeedieren beschikken doorgaans over een dikke laag vet onder hun huid – ook wel blubber genoemd – die de ijsberen als een koningsmaal naar binnen slurpen. Het maakt hun dieet bijzonder vet. En toch blijven de ijsberen slank en ondervinden ze weinig problemen die wij doorgaans met een vet dieet associëren, denk bijvoorbeeld aan hart- en vaatziekten.
Genoom
Een nieuw onderzoek – waarbij wetenschappers het genoom van de ijsbeer vergeleken met dat van de bruine beer – biedt wellicht antwoorden. De onderzoekers ontdekten namelijk diverse genen die de ijsbeer in staat lijken te stellen om in de extreme omstandigheden nabij de pool te overleven. De genen houden verband met de stofwisseling van vetzuren en het functioneren van het hart en de vaten.
APOB
Eén zo’n gen is het zogenoemde APOB. Dit gen speelt een rol bij het transport van cholesterol, waarbij het vet uit de bloedbaan in cellen wordt geplaatst en zo de kans op hartziekten aanzienlijk verkleind wordt. “Zo’n drastische genetische reactie op chronisch verhoogde vet- en cholesterolniveaus in het dieet is nog nooit gerapporteerd,” vertelt onderzoeker Eske Willerslev.
Heel snel
Blijkbaar zijn de ijsberen – in een verbazingwekkend tempo – geëvolueerd tot dieren die bijzonder goed tegen een vet dieet bestand waren. Uit het onderzoek blijkt namelijk ook dat de ijsbeer nog maar 500.000 jaar bestaat en we weten dat deze er 100.000 jaar geleden al zo’n vet dieet op nahield.
Het onderzoek heeft niet alleen implicaties voor onze kennis over de ijsbeer. Wellicht kunnen wij mensen de resultaten ook op onszelf betrekken. “IJsberen zijn genetisch aangepast aan een bijzonder vet dieet dat veel mensen nu zichzelf opleggen,” vertelt onderzoeker Rasmus Nielsen. “Als we meer te weten komen over de genen die ijsberen in staat stellen om dat te doen, geeft dat ons wellicht ook gereedschappen om de menselijke fysiologie te moduleren.”