Wetenschappers hebben op Hawaii twaalf nieuwe mottensoorten ontdekt. De soorten zijn bijzonder: als rups kunnen ze weken onder water leven, zonder ook maar even boven te komen en naar adem te happen. Daarbij hebben ze ook nog eens geen kieuwen en houden ze ook hun adem niet in. Rara, hoe kan dat?
De twaalf soorten leven in de waterstromen die van de bergen afkomen. Ze eten algen of korstmos en bouwen zijden cocons om zich te ontpoppen. Eén soort versiert zijn cocon zelfs met vogelveertjes om zich beter gecamoufleerd te weten.
Andere rupsensoorten zijn goed in staat om onder water te leven, omdat ze zuurstof opslaan. Maar dan nog moeten ze regelmatig boven komen om naar water te happen. De nieuwe soorten niet: zij kunnen weken onder water blijven. Hoe ze het doen? Dat is onduidelijk. Uit onderzoek is gebleken dat de diertjes in stilstaand water heel snel verdrinken. Dat wijst erop dat ze het snel stromende en zuurstofrijke water dat uit de bergen komt heel hard nodig hebben. Wellicht absorberen ze de zuurstof via hun poriën.
Volgens de onderzoekers zijn de soorten los van elkaar geëvolueerd. De twaalf soorten zijn in drie verschillende geslachten te verdelen. Deze geslachten verkregen de mogelijkheid om zolang onder water te blijven allemaal op een ander moment in het verleden.
Waarom ze deze bijzondere eigenschap hebben ontwikkeld, is onduidelijk, maar dieren en planten zijn met name op schaars bewoonde eilanden vaak iets anders geëvolueerd. In zo’n nieuwe omgeving waar ze niet hoeven te vechten voor eten en de roofdieren schaars zijn kunnen ze zich op andere dingen richten. “Waartoe zijn dieren als de druk van de leefomgeving afneemt, in staat?” verwondert entomoloog Felix A.H. Sperling zich. “Je vraagt je dan af..hebben alle dieren die potentie?”