Zo af en toe wordt de ster een stukje minder helder, maar dat komt waarschijnlijk niet door een buitenaardse mega-structuur.
Ruimtetelescoop Kepler heeft al heel wat sterren bestudeerd. De telescoop houdt de ogen langdurig op een ster gericht in de hoop de helderheid van de ster met enige regelmaat te zien afnemen. Dat kan er namelijk op wijzen dat rond die ster een planeet draait die het licht van de ster zo af en toe (deels) tegenhoudt. Zo richtte Kepler ook de ogen op de ster KIC 8462852. En dat leverde bijzondere resultaten op. De helderheid van de ster nam namelijk ook zo af en toe af. Maar dat ging heel onregelmatig, zo kon je eerder al op Scientias.nl lezen. En niet alleen het tijdsbestek tussen de dipjes in helderheid verschilde; ook de grootte van de dipjes verschilde van keer tot keer.
Dysonbol
Wat was hier aan de hand? Een natuurlijke verklaring konden wetenschappers zo snel niet bedenken. En dus draaide de geruchtenmolen al snel op volle toeren. Wat blokkeerde het licht van deze ster? Misschien wel een mega-structuur, gebouwd door buitenaardse wezens. Het zou bijvoorbeeld een Dysonbol kunnen zijn: een systeem van satellieten dat de energie van de ster opvangt die vervolgens weer door die slimme buitenaardse wezens gebruikt kan worden.
Allen Telescope Array
Het onderzoek naar de ster en zijn onregelmatige dipjes trok ook de aandacht van SETI en die organisatie besloot op zoek te gaan naar (intelligent) leven rond deze ster. Meer dan twee weken hield de Allen Telescope Array (bestaande uit 42 antennes) de oren op de ster gericht, in de hoop radiosignalen van de buitenaardse beschaving op te pikken. Er werd voor het eerst ook geluisterd naar eventueel breedbandige signalen, die afkomstig kunnen zijn van ruimteschepen in de buurt. Men zou immers verwachten dat als buitenaardse wezens zo’n megastructuur gebouwd hebben, er ook ruimteschepen in de buurt rondhangen om die megastructuur in de gaten te houden.
Geen vergeefse moeite
Maar hoe de onderzoekers ook zochten: ze vingen geen expres uitgezonden radiosignalen op. Toch zien ze de zoektocht zelf niet als vergeefse moeite. “De geschiedenis van de astronomie vertelt ons dat we er, elke keer dat we dachten dat we een fenomeen gevonden had dat wijst op activiteiten van buitenaardse wezens, naast zaten,” vertelt onderzoeker Seth Shostak. “Maar hoewel het waarschijnlijk is dat het vreemde gedrag van de ster te wijten is aan iets natuurlijks en niet aan buitenaardse wezens is het alleen maar verstandig om zulke dingen uit te zoeken.”
SETI blijft de ster in de gaten houden, maar vooralsnog wijst alles er dus op dat er rond de ster geen buitenaardse wezens te vinden zijn. Waardoor de bijzondere dipjes in de helderheid van de ster dan veroorzaakt worden, blijft een raadsel.