ASTRONOMIE Het Suzaku observatorium heeft de restanten van extreem warme vuurballen in de Kwalnevel gezien. De vuurballen zijn allang uitgedoofd, maar toch is het gas in de stellaire wrakken 10.000 keer warmer dan het oppervlak van de zon. En dat terwijl de supernovaexplosie duizenden jaren geleden plaatsvond.
“Dit is het eerste bewijs van een nieuw type supernovarestant”, vertelt Hiroya Yamaguchi van het Instituut voor Fysisch en Chemisch Onderzoek in Japan. Normaal koelt een supernovarestant kort na een explosie flink af, waarna het restant warmer wordt wanneer het in aanraking komt met interstellair gas.
De Kwalnevel – IC 443 – zit echter anders in elkaar. Het object bevindt zich op een afstand van 4.000 lichtjaar bij de aarde vandaan. Het röntgenapparaat van Suzaku onderzocht het restant en vond meer details dan andere telescopen zien in visueel licht.
“We vonden grote hoeveelheden silicium- en zwavelatomen, waarvan alle elektronen verdwenen waren”, vertelt Yamaguchi. Dit is vreemd, want om alle elektronen uit een siliciumatoom te halen is een temperatuur nodig van meer dan 17 miljoen graden Celsius. Voor zwavelatomen is een nog hogere temperatuur vereist. Yamaguchi: “Deze ionen kunnen niet ontstaan in een normaal supernovarestant. We zien ionen die kort na de supernova zijn ontstaan door extreem hoge temperaturen.”
Het team denkt dat de supernova plaatsvond in een relatief dichte omgeving: waarschijnlijk in een soort cocon. Toen de ster explodeerde, verhitte de schokgolf van de ster de cocon van gas en stof tot 55 miljoen graden Celsius. Hierdoor verloren de atomen hun elektronen. Tegenwoordig blijven de atomen warm, omdat het duizenden jaren duurt voordat een atoom tegen een ander deeltje botst en een elektron vangt. Dit komt doordat het supernovarestant razendsnel uitdijt en de afstanden tussen deeltjes groter worden.
Suzaku is een ruimtetelescoop en werd gelanceerd op 10 juli 2005. De missie is een samenwerking tussen Japan en de Verenigde Staten.