We hebben het allemaal weleens gedaan: schreeuwend converseren tijdens een lawaaiig feestje. En nu blijkt dat ook dolfijnen het volume opvoeren als ze zich in een lawaaiige omgeving verstaanbaar willen maken.
Die conclusie trekken onderzoekers op basis van experimenten met twee in gevangenschap levende dolfijnen, genaamd Delta en Reese. De twee dolfijnen werden losgelaten in een bassin met aan weerszijden een knop. Vervolgens kregen de dolfijnen de opdracht om elk – binnen een seconde van elkaar – zo’n knop in te drukken. Het vereiste nauwe samenwerking en coördinatie van Delta en Reese en dus ook de nodige communicatie (die in het geval van dolfijnen middels fluitgeluidjes verloopt). Dat was met name het geval wanneer de dolfijnen niet tegelijkertijd in het bassin werden losgelaten, maar vijf of tien seconden na elkaar.
Microfoons en speaker
Met behulp van microfoontjes werden de geluiden die de dolfijnen tijdens de experimenten maakten, nauwkeurig vastgelegd. Daarnaast was in het bassin, onder water, een speaker geplaatst waar de ene keer veel en de andere keer minder lawaai uit kwam. De onderzoekers gingen vervolgens – door observaties, maar ook middels een analyse van de geluiden die de dolfijnen maakten – na hoe de dieren op het lawaai reageerden.
Resultaten
Het onderzoek wijst uit dat naarmate er meer lawaai in het bassin werd gemaakt, de dolfijnen het volume van hun fluitsignalen verhoogden. Ook verlengden de dolfijnen – in een wanhopige poging zich verstaanbaar te maken – hun fluitsignalen. “Door elke dolfijn (…) bloot te stellen aan toenemende niveaus van antropogeen (door mensen veroorzaakt, red.) lawaai tonen we aan dat beide dolfijnen de duur van hun fluitsignalen bijna verdubbelden en de amplitude van hun fluitsignaal in reactie op het toenemende lawaai verhoogden,” zo schrijven de onderzoekers in het blad Current Biology. Daarnaast veranderde ook de lichaamstaal van de dolfijnen. Zo oriënteerden de dolfijnen zich vaker zo dat ze elkaar konden zien. Ook waren ze sterker geneigd om elkaar wat dichter te naderen.
Compensatie is genoeg
Het zijn stuk voor stuk maatregelen die de dolfijnen troffen om ook in die lawaaiige omgeving te kunnen communiceren en samenwerken. Maar harder praten en vaker naar elkaar kijken, kon de hinder die de dolfijnen van het lawaai ondervonden slechts tot op zekere hoogte compenseren, zo stellen de onderzoekers. Want waar de dolfijnen in de minst lawaaiige omstandigheden er nog in 85 procent van de gevallen in slaagden om binnen één seconde van elkaar de knop aan weerszijden van het bassin aan te tikken, lukte dat onder de meest lawaaiige omstandigheden slechts in 62,5 procent van de gevallen. “Dit laat ons zien dat hun communicatie, hoewel ze die compenserende mechanismen toepasten, toch door het lawaai werd aangetast,” stelt onderzoeker Pernille Sørensen.
In het wild
Hoewel het onderzoek zich beperkt tot in gevangenschap levende dolfijnen is het zeker niet ondenkbaar dat hun wilde soortgenoten tegen vergelijkbare problemen oplopen. “In de laatste decennia zien we een dramatische toename van door mensen veroorzaakt lawaai,” stelt Sørensen. En ook in de oceanen neemt het lawaai – bijvoorbeeld veroorzaakt door boten – toe.
Impact
Voor Delta en Reese is het hooguit vervelend als ze elkaar in het bassin even niet goed kunnen verstaan. Maar voor hun wilde soortgenoten kunnen de gevolgen van een mislukt gesprek veel groter zijn. “Als groepen dolfijnen in het wild daardoor bijvoorbeeld minder efficiënt samen naar voedsel kunnen zoeken, dan zal dat een negatieve invloed hebben op de gezondheid van het individu en uiteindelijk ook op die van de volledige populatie,” stelt onderzoeker Stephanie King.
Lastig te repliceren in het wild
Vervolgonderzoek zou idealiter uit moeten wijzen of ook wilde dolfijnen zodanig hinder ondervinden van lawaai dat ze harder gaan ‘praten’. En als dat het geval is, in hoeverre die compenserende maatregelen de onderlinge communicatie en samenwerking kunnen redden. Maar dergelijk onderzoek is nog niet zo gemakkelijk uit te voeren. Want het vereist onder meer dat wetenschappers duidelijk kunnen vaststellen dat dolfijnen samenwerken, met welk doel ze dat doen en ook vrij nauwkeurig weten hoe die samenwerking gecoördineerd wordt. En dat is in het wild nog niet zo eenvoudig, vandaar dat Sørensen en haar collega’s hun toevlucht allereerst namen tot een gecontroleerde omgeving met getrainde dolfijnen.
En nu die experimenten uitwijzen dat dolfijnen – die zowel voor hun onderlinge communicatie als voor de (door echolocatie gefaciliteerde) jacht zo afhankelijk zijn van geluid – serieuze hinder kunnen ondervinden van lawaai. Zelfs wanneer ze pogingen doen om dat lawaai te overstemmen. En het hint er voor nu in ieder geval voorzichtig op dat ook dolfijnen en andere dieren in het steeds lawaaierigere wild links of rechtsom tegen vergelijkbare problemen aan kunnen lopen. “Aangezien er in veel diergemeenschappen door soortgenoten wordt samengewerkt en antropogeen lawaai een breed scala aan taxa beïnvloedt, laten onze resultaten zien dat we er rekening mee moeten houden dat verstoring door lawaai van invloed is op collectieve taken die binnen wilde dierpopulaties worden uitgevoerd,” zo schrijven de onderzoekers.