Onderzoekers slaan alarm: ‘raketlanceringen kunnen het ozongat opnieuw openbreken’

De afgelopen decennia hebben we zo ons best gedaan om het ozongat te dichten. Maar als het aantal raketlanceringen explosief blijft stijgen, is het allemaal voor niets geweest.

Het heelal, en alle bijzondere en exotische werelden die zich daar in ophouden, spreken erg tot onze verbeelding. De mens is dan ook gedreven de ruimte te ontsluiten, op zoek naar nieuwe planeten, buitenaards leven en een beter begrip van ons eigen bestaan. Deze ontdekkingsdrang heeft in de afgelopen vijf jaar geleid tot een exponentiële groei van het aantal raketlanceringen – en het einde is nog lang niet in zicht. Dit heeft echter ook een donkere keerzijde, zo waarschuwen onderzoekers nu. Want hoe meer raketten we de lucht in de sturen, hoe schadelijker dit zal zijn voor onze toch al kwetsbare atmosfeer.

Schadelijke deeltjes
De zogenoemde ‘ozonlaag’ heeft een belangrijke taak. Het beschermt het oppervlak van onze planeet tegen schadelijke UV-straling en maakt het leven op aarde mogelijk. We weten echter al langer dat er tijdens raketlanceringen een reeks gassen en deeltjes in meerdere lagen van onze atmosfeer wordt gepompt. “Sommige gassen en deeltjes die door raketten worden uitgestoten terwijl ze door de stratosfeer schieten, zijn schadelijk voor de ozonlaag,” vertelt onderzoeker Laura Revell in gesprek met Scientias.nl. “Sommige van deze soorten vernietigen in de gasfase (zoals reactief chloor en stikstofoxiden) ozon op een vergelijkbare manier als chloor dat vrijkomt uit cfks.”

Gat in de ozonlaag
Het is slecht nieuws voor de ozonlaag, die al decennialang in zwaar weer verkeerd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw ontdekten onderzoekers dat de belangrijke ozonlaag ernstig is aangetast door bepaalde drijfgassen (cfk’s) die onder meer massaal werden toegepast in spuitbussen en koelkasten. Wanneer deze ckf’s in de ozonlaag terecht komen, worden ze – onder invloed van UV-straling – afgebroken, waardoor chloorradicalen ontstaan die op hun beurt de ozonmoleculen weer afbreken. Met name boven Antarctica was de concentratie ozon hierdoor zodanig afgenomen dat er ook wel gesproken werd van een ‘gat in de ozonlaag’.

Hoewel er vaak wordt gesproken over het ‘gat in de ozonlaag’, gaat het in werkelijkheid niet om een echt gat, maar om een gebied waarin de concentratie ozon simpelweg veel kleiner is dan normaal. Deze verdunning ontstaat tegen het einde van de winter, wanneer de zon dit deel van de stratosfeer weer gaat beschijnen en de drijfgassen opbreekt, zodat ozonvernietigende stoffen ontstaan. Het ozongat is dus in feite een seizoensverschijnsel: het vormt zich elke lente op het zuidelijk halfrond maar tegen de zomer is er niets meer van te merken.

In reactie op de ontdekking van dit ‘gat in de ozonlaag’ werd het Montreal Protocol opgesteld, waarin landen wereldwijd beloofden de productie van ozonvernietigende stoffen terug te schroeven.

Montreal Protocol
En met succes. In de loop van de tijd wordt er gestage vooruitgang geboekt en is het gat steeds kleiner geworden. We zien wat haperingen als gevolg van weersveranderingen en andere factoren. Die zorgen ervoor dat de cijfers van dag tot dag en van week tot week enigszins schommelen. Maar over het algemeen zien we dat het gat in de afgelopen twee decennia kleiner is geworden – met dank aan het Montreal Protocol.

Groei
Eind goed al goed, zou je denken. Maar zo zit het helaas niet. De snelgroeiende lucht- en ruimtevaartindustrie kan namelijk tientallen jaren aan werk om de ozonlaag te herstellen, ongedaan maken, zo vrezen onderzoekers in een nieuwe studie. In de afgelopen vijf jaar is het aantal jaarlijkse, wereldwijde raketlanceringen gegroeid van 90 naar maar liefst 190. En hoewel dat al een ongekende toename is, zal het aantal raketlanceringen naar verwachting nog verder stijgen. De wereldwijde ruimtevaartindustrie kan tegen 2040 zelfs zijn toegenomen tot meer dan 3,7 biljoen euro.

Vertragen
Deze enorme uitbreiding van de ruimtevaartindustrie én het aantal raketlanceringen dat daarmee gepaard gaat, kan grote gevolgen hebben voor de zich herstellende ozonlaag. In het ergste geval kan al ons harde werken zelfs voor niets zijn geweest. “Zoals gezegd is het al langer bekend dat raketemissies schadelijk zijn voor de ozonlaag,” zegt Revell. “Maar tot nu toe ging het om vrij weinig lanceringen, waardoor het niet voor problemen zorgde. De industrie staat nu echter op het punt om enorm uit te breiden. We moeten er dus voor zorgen dat het aantal lanceringen het wereldwijde herstel van de ozonlaag niet vertraagt. De omvang van het probleem zal sterk afhankelijk zijn van het aantal lanceringen en de soorten brandstoffen die worden gebruikt.”

Voorkomen is beter dan genezen
De onderzoekers roepen dan ook op tot gecoördineerde wereldwijde actie om het milieu in de hogere atmosfeer te beschermen. “We denken dat nu de beste tijd is om potentiële problemen aan te pakken, voordat de wereldwijde ruimtevaartindustrie massaal opschaalt,” onderstreept Revell. “We moeten ons nu inzetten om duurzamere raketten te ontwerpen en te beoordelen wat de mogelijke gevolgen voor de stratosfeer kunnen zijn. In dat geval kunnen we voorkomen dat het probleem in de toekomst uit zijn voegen groeit.”

Actie
Om welke acties het heel concreet gaat? De uitstoot van raketbrandstof is momenteel niet gereguleerd. Het is dan ook noodzakelijk om de uitstoot van raketten beter te meten en hun impact op de atmosfeer beter in kaart te brengen, zo stellen de onderzoekers. Het team bepleit daarnaast voor de openbaarmaking van belangrijke gegevens tijdens raketlanceringen, zodat wetenschappers deze verder kunnen bestuderen. “De internationale onderzoeksgemeenschap heeft al eerder bewezen de hoeveelheid ozon in de atmosfeer goed te kunnen meten,” zegt Revell. “We zijn in staat sterke modellen te ontwikkelen, om te begrijpen hoe de menselijke activiteit deze kritieke laag van onze atmosfeer beïnvloedt. Door met lanceringsbedrijven samen te werken, kunnen we erachter komen welke effecten we kunnen verwachten.”

Kortom, onze nieuwsgierigheid naar andere werelden zit mogelijk verstrengeld in een ingewikkeld conflict met de gezondheid van onze eigen planeet. En hoewel we grote stappen hebben gezet om de ozonlaag te herstellen, lijkt het erop dat we nu weer om de tafel moeten om het naderende onheil af te wenden. “Ozonherstel is een wereldwijd succesverhaal,” zegt Revell. “We willen ervoor zorgen dat toekomstige raketlanceringen dat duurzame herstel niet in de weg zitten.”

Bronmateriaal

"Upsurge in rocket launches could impact the ozone layer — UC researchers" - University of Canterbury

Interview met Laura Revell

Afbeelding bovenaan dit artikel: alones (via canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd