Wetenschappers hebben een nieuwe klasse planeten ontdekt: de gasdwergen. Het zijn gasachtige planeten die tot vier keer groter zijn dan onze aarde en beschikken over een dikke atmosfeer die uit waterstof en helium bestaat.
Tot voor kort waren er twee soorten planeten. Je had de rotsachtige planeten – zoals de aarde en Mars – en de gasreuzen – zoals Jupiter en Neptunus. Een nieuw onderzoek brengt daar verandering in en onthult de gasdwerg.
Elementen
De onderzoekers bestudeerden 400 sterren. Ze stelden de hoeveelheid elementen zwaarder dan waterstof en helium in deze sterren vast. Aangezien een ster en de planeten eromheen uit dezelfde schijf materiaal ontstaan, konden ze zo ook iets zeggen over de samenstelling van de kandidaat-exoplaneten rond deze sterren. Statistisch onderzoek toonde vervolgens aan dat planeten die kleiner zijn dan 1.7 keer de grootte van de aarde meestal rotsachtig zijn. Planeten die 3.9 keer groter zijn dan de aarde zijn meestal gasreuzen. Planeten die tussen de 1.7 en 3.9 keer groter zijn dan onze aarde zijn meestal gasdwergen. Ze hebben een dikke atmosfeer die bestaat uit waterstof en helium. De rotsachtige kern van deze gasdwergen ontstond vroeg genoeg om wat gas te verzamelen, maar de planeten zijn niet uitgegroeid tot gasreuzen, zoals Jupiter.
Sterren en planeten
Het onderzoek laat bovendien zien dat de samenstelling van de ster waar planeten omheen draaien gebruikt kan worden om te voorspellen om wat voor soort planeten het gaat. Sterren met kleine, aardachtige planeten beschikken doorgaans over dezelfde hoeveelheden zware elementen als onze eigen zon. Sterren met gasdwergen zijn ietsje rijker aan zware metalen. Sterren met gasreuzen bevatten de meeste metalen (ongeveer vijftig procent meer dan onze zon).
De onderzoekers ontdekten ook dat rotsachtige werelden heel groot kunnen worden. Hoe verder ze van hun ster verwijderd zijn, hoe groter ze kunnen worden zonder een dikke atmosfeer te ontwikkelen en te veranderen in een gasdwerg. Op grote afstand van hun ster kunnen rotsachtige planeten dus monsterachtige groottes aannemen, de nog maar net ontdekte mega-planeet Kepler-10c is daar tot op heden het beste voorbeeld van.