Het lijkt erop dat ook NASA niet meer op Hubble gaat wachten om te concluderen dat komeet ISON dood is. In een persbericht zet NASA de levensloop – en het levenseinde – van de komeet uiteen en concludeert dus dat de komeet echt dood is. En komt direct met een doodsoorzaak.
“Het verhaal van de komeet begint met de vorming van het zonnestelsel,” legt astrofysicus Karl Battams uit. “De sneeuwbal die wij komeet ISON noemen, ontstond in dezelfde tijd als de planeten.”
Oortwolk
ISON bevond zich in de Oortwolk, op grote afstand van de zon. Maar een paar miljoen jaar geleden gebeurde er iets waardoor de komeet uit zijn vertrouwde baan werd geschopt en koers zette richting het hart van het zonnestelsel. Mogelijk had het iets te maken met een ster die in het voorbijgaan ISON uit zijn baan schopte.
Ontdekking
Vervolgens duurt het miljoenen jaren alvorens mensen op aarde zich realiseren dat ISON eraan komt. Pas in september 2012 wordt ISON door twee Russen ontdekt. En dan wordt duidelijk dat deze dicht langs de zon zal scheren. Direct rijst de vraag of de komeet dat wel overleven zal. Een antwoord bleef lang uit: de tijd zou het moeten leren.
Restje ISON
En op 28 november was het dan eindelijk zover: de komeet scheerde langs de zon en de wereld keek gespannen toe. Zou de komeet het overleven? “Een restant van ISON redde het inderdaad, maar nam rap in helderheid af,” stelt NASA vast. Observaties wijzen erop dat de komeet in aanloop naar zijn ontmoeting met de zon al flink wat massa verloren was en dat wat nog over was gebleven tijdens de ontmoeting met de zon in stukken uiteenviel. Dat wordt onderschreven door het feit dat de komeet kort na de ontmoeting weinig stof meer produceerde.
Grootte
Maar waarom heeft ISON het niet gered? Zijn grootte speelde een belangrijke rol. De komeet lijkt vrij klein te zijn geweest: zijn grootte bevindt zich op de grens van de grootte die een komeet nodig heeft om een dergelijke ontmoeting met de zon te overleven.
Komeet ISON is er dus hoogstwaarschijnlijk niet meer. Toch is dat voor onderzoekers geen reden om te gaan zitten treuren. Uit de vele metingen en waarnemingen die tijdens ISON’s ontmoeting met de zon zijn verricht, kan een schat aan informatie worden gehaald. En zo komen we uiteindelijk meer te weten over de tijd waarin deze komeet ontstond en dus over de totstandkoming van ons zonnestelsel. Zo is het bijvoorbeeld al veelbetekenend dat het restant van de komeet wel op beelden van observatoria als STEREO en SOHO opdook, maar niet op de beelden van het observatorium SDO. SDO richt zich op golflengtes licht die erop wijzen dat er zuurstof aanwezig is. “Het feit dat ISON – ondanks dat deze zo dicht bij de zon in de buurt kwam – geen zuurstof vertoonde, vertelt ons hoe hoog de temperatuur moest zijn om het materiaal waar ISON uit bestond te laten verdampen,” legt onderzoeker Dean Pesnell uit. En met die informatie kunnen onderzoekers bepaalde bouwmaterialen van de komeet uitsluiten.