Katten staan bekend als onafhankelijke en ondankbare wezens. Als ‘baasje’ voel je je soms een lakei van de keizer. Maar is dat wel echt zo? Katten blijken meer empathie te hebben dan gedacht.
Ze kunnen namelijk onderscheid maken tussen de interessante spraak die op hen is gericht en het oeverloze gebabbel van mensen onder elkaar. En dan horen ze ook nog eens het verschil tussen teksten van hun verzorger en die van onbekende mensen. De kat filtert dus de communicatie en is alleen geïnteresseerd in het stemgeluid van zijn baasje, als het aan hem of haar gericht is. Het gaat de huispoes daarbij niet alleen om voedselgerelateerde teksten. Dit is een duidelijk teken van de sterke band tussen huiskat en verzorger.
Toonhoogte en intonatie
De toonhoogte en intonatie van menselijke spraak kan flink verschillen. Zo spreken mensen vaak met hogere stem richting baby’s en huisdieren. In eerdere onderzoeken is aangetoond dat de toon van menselijke spraak verandert wanneer deze op katten wordt gericht, maar er is minder bekend over de wijze waarop katten hierop reageren. Een kleine Franse studie naar de reacties van zestien katten op vooraf opgenomen stemmen van zowel hun baasje als wildvreemden moet daar meer over duidelijk maken.
Charlotte de Mouzon en collega’s van de Université Paris Nanterre wilden weten hoe katten reageren als ze hun baasje richting hen horen spreken op de bandrecorder en dat vergelijken met gesproken teksten van hun verzorger richting volwassenen. Ook de reactie van de kat op de stem van onbekende mensen richting kat en mens werd geanalyseerd.
Babybabbels
“Bij het praten met katten hebben mensen de neiging om een hogere toonhoogte te gebruiken, wat sterk lijkt op de manier waarop mensen tegen baby’s praten, al zijn de kenmerken van katgerichte spraak meestal minder uitgesproken dan de kenmerken van babygerichte spraak. We doen dit in de regel onbewust en het heeft waarschijnlijk te maken met zorg verlenen en aandacht krijgen”, zegt Charlotte de Mouzon tegen Scientias.nl.
Ze vervolgt: “Katten werden lang beschouwd als onafhankelijke en ondankbare wezens, die niets om hun baasje geven. Ze zijn echter goed in staat om een sterke band met hun menselijke verzorgers aan te gaan en te onderhouden. Het feit dat ze reageren op de specifieke manier waarop we met ze praten – en niet alleen wanneer we met eten op de proppen komen – impliceert dat we meer zijn dan alleen voedselleveranciers. We vormen een centraal onderdeel van hun sociale omgeving.”
De meeste katten lieten een afname in gedragsintensiteit zien toen ze audioclips hoorden met de stem van een vreemde die hun naam noemde. Bij het horen van de stem van hun baasje werden ze opeens weer alerter. Ze draaiden hun oren naar de luidsprekers, bewogen meer door de kamer en hun pupillen verwijdden bij het horen van hun naam, uitgesproken door hun verzorger. Het team trekt uit deze bevindingen de conclusie dat katten een een-op-een relatie met hun baasje aangaan en het belangrijk vinden om een sterke band te hebben.
Katten zijn eenkennig
“Dit is de eerste keer dat een onderzoek aantoont dat katten onderscheid kunnen maken tussen menselijke spraak die specifiek tot hen is gericht en spraak die tot andere mensen is gericht. Het was verrassend om te zien dat katten niet of nauwelijks reageerden op vreemden die tegen hen praten met katgerichte stem. De kat heeft alleen oren naar de stem van de verzorger(s) van de kat, en dan alleen als het baasje spreekt richting de kat. Heel selectief dus”, legt De Mouzon uit aan Scientias.
“Deze bevindingen geven een nieuwe dimensie aan de invulling van de relatie tussen mens en kat. Deze band is sterk, wat blijkt uit de manier waarop mens en kat op elkaar reageren. We leven in een samenleving waar gezelschapsdieren onderdeel zijn geworden van het gezin. Veel mensen beschouwen hun niet-menselijke metgezellen als gezinsleden en soms zelfs als hun kinderen. Om deze reden is het interessant om relaties tussen mens en huisdier te begrijpen, en onderzoek te doen naar de achterliggende mechanismen. Als we meer begrijpen van deze relatie, kunnen we bovendien extra aandacht geven aan het bevorderen van dierenwelzijn”, besluit De Mouzon.