Het Montreal Protocol werkt!
Twee jaar na de ontdekking van het gat in de ozonlaag tekenden landen van over de hele wereld het Montreal Protocol on Substances that Deplete the Ozone Layer (kortweg Montreal Protocol), dat afgelopen september zijn 30e verjaardag vierde. Overheden beloofden hiermee de productie van stoffen die de ozonlaag aantastte – zoals CFK’s – terug te schroeven. En dat blijkt goed te werken. In 2005 werden er voor het eerst de hoeveelheid van ozonvernietiger chloor gemeten. En nu blijkt dat er waarneembaar minder chloor in de atmosfeer zit, wat heeft geresulteerd in ongeveer 20 procent minder ozonafbraak tijdens de Antarctische winter.
MLS
De studie is de eerste die metingen van de chemische samenstelling van het ozongat gebruikt om uit te zoeken of er niet alleen minder afbraak van de ozonlaag is, maar of deze afname ook wordt veroorzaakt door de afname aan CFK’s. De onderzoekers gebruikten gegevens van de Microwave Limb Sounder (MLS) aan boord van de Aura-satelliet. De MLS meet microgolfemissies en kan daardoor spoorgassen over Antarctica meten. Vanaf 2005 tot 2016 voerde de MLS dagelijks metingen uit om de verandering in ozonconcentraties boven Antarctica in kaart te brengen. Dit gebeurde in de wintermaanden, wanneer het weer in de stratosfeer rustig is en de temperaturen laag en stabiel.
Chloorgehalte
Uit de data blijkt dat de ozonafbraak inderdaad is afgenomen. Maar heeft dit ook te maken met een afname van CFK’s? Volgens de onderzoekers is die conclusie inderdaad hard te maken. Door de concentraties CFK’s te vergelijken met de concentraties lachgas – een gas met een lange levensduur en daardoor een stabiele concentratie in de stratosfeer – bepaalden de onderzoekers dat het totale chloorgehalte gemiddeld met ongeveer 0,8 procent per jaar daalde.
Omvang
De 20 procent minder ozonafbraak ten opzichte van 2005 komt overeen met wat de onderzoekers van tevoren al hadden gedacht. “De gegevens van de MLS komen dicht in de buurt van wat we voorspelden en is te danken aan de dalende hoeveelheid chloor,” zegt hoofdauteur Susan Strahan. Echter betekent dit niet dat het gat in de ozonlaag duidelijk van omvang is veranderd. “De grootte van het gat wordt voornamelijk bepaald door temperaturen na de wintermaanden. Deze temperaturen variëren van jaar tot jaar.” Een afname van CFK’s in de atmosfeer is hoe dan ook een stap in de goede richting.
Het gat in de ozonlaag zou geleidelijk moeten herstellen als CFK’s uit de atmosfeer verdwijnen. Echter zal volledig herstel van de ozonlaag nog tientallen jaren duren. “CFK’s hebben een levensduur van 50 tot 100 jaar, dus ze blijven heel lang in de atmosfeer hangen,” zegt co-auteur Anne Douglass. “Voordat het gat helemaal weg is, is het 2060 of 2080 en zelfs dan is er misschien nog steeds een klein gaatje te bekennen.”