Australische robots kunnen in stilte met elkaar communiceren, namelijk door te blazen. Wanneer de ene robot een wervelring produceert, vangt een druksensor van een andere robot dit wolkje op. De sensor analyseert de druk en weet zo precies wat de robot wil communiceren. Stel, beide bots maken gebruik van binaire code om berichten uit te wisselen, dan kunnen zij iedere vier seconden één ASCII-teken verzenden en ontvangen. Om de eerste alinea van dit artikel in stilte te communiceren zijn de robots dus ruim een half uur bezig.
Deze techniek is niet nieuw in de dierenwereld. De krekel Phaeophilacris spectrum (zie foto rechts) klappert met zijn vleugels en produceert zo donutvormige luchtwervelingen. Een wijfje luistert aandachtig naar de reeks luchtwervelingen. Produceert een krekel een reeks van vier of vijf luchtwolkjes, dan weet het vrouwtje dat er gepaard gaat worden. En omdat de wervelringen niet te horen zijn worden roofdieren niet gewaarschuwd.
De vraag is hoe effectief deze methode is om door robots gebruikt te worden. Ten eerste is vier seconden per ASCII-teken niet erg snel. Ten tweede kan de communicatie gemakkelijk onderbroken worden als de afstand tussen de robots groter is dan 30 centimeter of wanneer iemand een vel papier tussen de twee robots houdt.