Het is zo oneerlijk! De één kan eten wat hij wil zonder een grammetje aan te komen en bij de ander vliegen de kilo’s er al aan als hij alleen maar aan eten denkt. Hoe kan dat toch? Wetenschappers zijn nu een stapje dichter bij een antwoord op die vraag: ze fokten muizen die supervet kunnen eten en toch mager blijven.
Onderzoekers van de universiteit van Sydney wilden achterhalen welke functie het eiwit KLF3 had. Daarvoor fokten ze muizen die het KLF3-eiwit misten. “Tot onze grote verrassing ontdekten we dat deze muizen mager bleven, zelfs als ze een heel vet dieet volgden,” vertelt onderzoeker Kim Bell-Anderson.
Genexpressie
Hoe kan dat? “We wisten dat KLF3 belangrijk was voor het uitschakelen van de genexpressie,” vertelt Bell. Onduidelijk was op welke genen het eiwit precies invloed had. Om dat te achterhalen, bestudeerden de onderzoekers de genexpressie van zo’n 20.000 genen. “We wilden zien welke genen een afwijkende expressie hadden in onze gemuteerde muizen.”
Hormoon
Uit het onderzoek blijkt dat een gen dat codeert voor het hormoon adipoline actiever was in de gemuteerde muizen. Dit hormoon wordt geproduceerd door vetcellen, belandt in het bloed en oefent daar vervolgens invloed uit op hoe ons lichaam reageert op voedsel. Muizen die veel van dit hormoon in het lichaam hebben, kunnen hun bloedglucosespiegel beter stabiel houden en zelfs als ze een heel vet dieet volgen, mager blijven. Muizen die het met minder van dit hormoon moeten doen, kunnen de bloedglucosespiegel niet stabiliseren na een vette maaltijd en komen aan. Dat schrijven de onderzoekers in het blad Diabetes.
Uit nader onderzoek zal moeten blijken of diezelfde resultaten ook voor mensen gelden. Als dat het geval is, is dat hoopgevend. “Behandelingen gericht op het toenemen van het adipoline-niveau kunnen wel eens een veelbelovende manier zijn om diabetes type 2 en obesitas tegen te gaan.”