Wetenschappers hebben bewijs gevonden dat kapucijnapen in Brazilië al zeker 700 jaar stenen gereedschappen gebruiken om cashewnoten te openen.
Onderzoekers trekken die conclusie na onderzoek in Brazilië, op een plek met veel cashewbomen, in het nationaal park Serra da Capivara. Op deze plek zijn zeer regelmatig moderne kapucijnapen te vinden die met behulp van stenen gereedschappen de cashewnoten kraken. De onderzoekers sloegen aan het graven, tot een diepte van zo’n 70 centimeter en vonden 69 stenen terug. Ze bestudeerden de vorm en grootte van de stenen, maar ook de beschadigingen op de stenen. Al snel vonden ze overtuigend bewijs dat de stenen – die zeker 600 tot 700 jaar oud waren – gebruikt waren om cashewnoten te kraken. Op de stenen troffen ze namelijk restjes van die noten aan. Het betekent dat deze stenen nog voordat Europeanen de Nieuwe Wereld betraden al door kapucijnapen werden gebruikt om cashewnoten te openen.
Honderd generaties
De onderzoekers schatten dat ongeveer 100 generaties kapucijnapen deze stenen gereedschappen hebben leren gebruiken. Ze gingen ook na of de gereedschappen door de tijd heen geëvolueerd zijn door de zeker 600 jaar oude stenen te vergelijken met de stenen die vandaag de dag door kapucijnapen worden gebruikt. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de stenen die kapucijnapen vandaag de dag gebruiken ongeveer net zo zwaar zijn. Dat er in die honderden jaren vrijwel geen verandering is opgetreden in de stenen gereedschappen van de kapucijnapen wijst er volgens de onderzoekers op dat de dieren conservatief zijn. Ze veranderen – in tegenstelling tot mensen die in hetzelfde gebied leven – de gereedschappen die ze gebruiken liever niet.
Afgekeken van apen?
“We hebben hier bewijs dat suggereert dat apen en andere primaten buiten Afrika gereedschappen gedurende honderden – misschien zelfs duizenden – jaren gebruikten,” vertelt onderzoeker Michael Haslam. Het roept een interessante vraag op. Hebben de apen met het gebruik van gereedschappen misschien invloed gehad op de mens? “Cashewnoten komen van oorsprong in dit deel van Brazilië voor en het is mogelijk dat de eerste mensen die hier aankwamen, leerden over deze onbekende voedselbron door toe te kijken hoe apen de cashewnoten verwerkten.”
Moderne kapucijnapen gebruiken de stenen als een soort hamers die ze hard op de cashewnoten neer laten komen. Jonge kapucijnapen kijken het kunstje af van oudere apen. Wanneer de kapucijnapen zijn uitgegeten, stapelen ze hun stenen gereedschappen op een specifieke plek op, bijvoorbeeld aan de voet van een boom. Lang niet elke steen kan in de ogen van een kapucijnaap dienst doen als gereedschap. Zo gebruiken ze een specifiek gesteente – het harde kwartsiet – om hamers van te maken. Kapucijnapen zijn overigens niet de enige primaten die gereedschappen gebruiken. Eerder ontdekten onderzoekers bijvoorbeeld in Thailand al een groep makaken die stenen gereedschappen gebruikten om zeeslakken, oesters en krabben kapot te slaan.