Een onderzoeker kreeg via Twitter een foto van een miljoenpoot onder ogen en zag wat niemand anders zag: kleine schimmeltjes.
Sociale media nemen een steeds grotere plaats in in ons dagdagelijkse leven. De Amerikaanse president Donald Trump bereikt via Twitter zijn achterban, we maken met z’n allen massaal TikTok video’s en wie heeft het nieuws niet gevolgd over het fake news dat via Facebook en andere sociale media werd verspreid tijdens recente verkiezingen. Het hoeft geen uitleg dat sociale media ook hun ingang vinden in het wetenschappelijk onderzoek. Zo bewijst een paper die deze week is gepubliceerd in het mycologische vakblad MycoKeys over een nieuwe schimmelsoort die via Twitter werd ontdekt, Troglomyces twitteri.
Het verhaal van deze nieuwe schimmel begint met een miljoenpotenkenner, Dr. Derek Hennen. Tijdens de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen in November 2018 postte hij een tweet om zijn volgers aan te sporen om te gaan stemmen. Iemand die liet weten dat hij of zij was gaan stemmen kreeg in ruil – via Twitter – een foto van een miljoenpoot. Een van de foto’s die hij postte was er een van een Cambala annulata uit Ohio.
That early vote earned you a close-up of Cambala annulata, one of the royal crested millipedes! Notice its neat line of eyes! Usually millipede eyes are in a triangular field when present. pic.twitter.com/CRaNy33xFO
— Derek Hennen, Ph.D. (@derekhennen) October 31, 2018
Op het eerste zicht is er met deze foto niets aan de hand. Een gewone miljoenpoot, denk je dan. Het oog van een laboulbenioloog, echter, is getraind om microscopische schimmeltjes te spotten op geleedpotigen. En dus toen Dr. Ana Sofia Reboleira de foto via Twitter onder ogen kreeg, zag zij wat niemand anders zag: kleine schimmeltjes. Dit soort microscopische schimmeltjes die geleedpotigen parasiteren zijn Laboulbeniales, genoemd naar de Franse entomoloog Joseph A. Laboulbène die in de jaren 1840 de allereerste observaties deed van deze groep schimmels. Laboulbeniales zijn steeds met geleedpotigen of Arthropoda geassocieerd — meestal kevers (onder andere lieveheersbeestjes) en vliegen, maar ook mieren, oorwormen, mijten, hooiwagens, evenals miljoenpoten (Lees meer over Laboulbeniales hier).
Soortbeschrijvingen van Laboulbeniales kunnen gebaseerd zijn zowel op gastheerspecimens die tijdens veldwerk werden verzameld als op specimens die in museumcollecties werden gescreend voor ectoparasitaire schimmels. Nadat Reboleira de foto van Twitter had gezien, dook zij in de collecties van het Natuurhistorisch Museum van Denemarken en het Muséum national d’histoire naturelle in Parijs om meer specimens van Cambala miljoenpoten te onderzoeken. Wat zij vermoedde, kwam uit: ze vond meerdere specimens geparasiteerd met dezelfde schimmel. Omdat de schimmel via Twitter werd ontdekt, is de Latijnse naam gepast Troglomyces twitteri.
Happy to see the first #Laboulbeniales paper in @MycoKeys. @SReboleira et al. describe a #NewSpecies of Troglomyces from an American millipede—discovered here on @Twitter thanks to a photo posted by @derekhennen! https://t.co/ZVwKgdWxa9 #SocialMedia #FungalDiversity pic.twitter.com/aWtjAciwBo
— Dr. Danny Haelewaters 🇧🇪🇪🇺🏳️🌈 (@dhaelewa) May 14, 2020
Behalve dat het een onverwachte toepassing is van hoe we sociale media op een positieve manier kunnen gebruiken, bevestigt deze soort dat Laboulbeniales ook op miljoenpoten op het Amerikaanse continent voorkomen. Dat was tot nu toe nog niet bekend. Met andere woorden, er gaat een nieuwe wereld open voor onderzoekers van Laboulbeniales met interesse in miljoenpoten. Het staat vast dat er veel meer onbeschreven soorten Laboulbeniales zijn, niet alleen vanop miljoenpoten maar ook op andere gastheren. Collega’s Alex Weir and Peter M. Hammond deden in 1997 een poging om op basis van extrapolatie een schatting te maken van het totaal aantal soorten Laboulbeniales in de wereld. Zij verwachtten tussen de 15.000 en 75.000 soorten. Echter, dit aantal houdt geen rekening met cryptische diversiteit; dit is diversiteit die niet via morfologie waarneembaar is. Het echte aantal soorten Laboulbeniales is met andere woorden dus veel hoger.
In het rijk van de schimmels valt nog veel te ontdekken. Naar verwachting is er maar een goeie 5% van alle schimmels beschreven. Reboleira en haar collega’s Henrik Enghoff en Sergi Santamaria hebben nogmaals aangetoond dat museumcollectie’s en sociale media kunnen helpen om enkele bizarre schimmelgeheimen te ontsluieren.