Nieuw onderzoek – gebaseerd op gegevens van Marsrover Spirit – suggereert dat ook op Mars zure mist voorkomt.
Onderzoeker Shoshanna Cole bestudeerde verschillende gesteenten op Mars. Allereerst keek ze – met behulp van de Alpha Proton X-ray Spectrometer (APXS) aan boord van Marsrover Spirit – naar de chemische samenstelling van de gesteenten. Alle gesteenten bleken dezelfde chemische samenstelling te hebben.
Verandering
Vervolgens keek Cole naar gegevens die andere instrumenten aan boord van Spirit over deze gesteenten hadden verzameld. Eén van die instrumenten toonde aan dat er kleine bultjes op de gesteenten zaten. Waarschijnlijk zijn deze ontstaan doordat mineralen veranderd zijn en hun structuur zijn kwijtgeraakt. Ook wezen de gegevens erop dat iets de interactie was aangegaan met ijzer in de gesteenten. Maar de mate waarin dat was gebeurd, verschilde van steen tot steen.
Vulkanische smog
Omdat de gesteenten wel dezelfde chemische samenstelling hadden, stelt Cole dat ze van oorsprong identiek waren. “Er moet iets zijn gebeurd waardoor ze van elkaar zijn gaan verschillen.” Maar wat is er dan gebeurd? Cole heeft daar wel ideeën over. Ze vermoedt dat de gesteenten bloot zijn gesteld aan zure waterdamp van vulkaanuitbarstingen, vergelijkbaar met de vulkanische smog die soms op aarde ontstaat. Toen de Martiaanse vulkanische smog op de gesteenten landde, losten sommige mineralen op en vormden een gel. Toen het water verdween, bleven de bultjes achter. “Dus er is niks toegevoegd of weggehaald, er is alleen iets veranderd,” stelt Cole. “Dat gebeurde geleidelijk aan over een lange periode.” Het onderzoek is in lijn met een studie die in 2004 verscheen en stelde dat mineralen in Martiaanse basaltgesteenten wanneer ze bloot worden gesteld aan zuren hun structuur kwijtraken.
Maar waarom zijn er verschillen tussen gesteenten die slechts dertig meter van elkaar verwijderd zijn? Waarschijnlijk zijn ze toch allemaal aan zure mist blootgesteld? Het heeft alles te maken met microklimaten. Hoelang de gel aanwezig was op de gesteenten is afhankelijk van de hoeveelheid zonlicht en de wind waar aan de gesteenten werden blootgesteld. Gesteenten die het meest zijn veranderd, bevinden zich op heel steile, sterk beschaduwde hellingen. De gesteenten die het minst veranderd zijn, bevinden zich op zonnigere, minder steile hellingen.