Onder bepaalde omstandigheden blijken mensen veel verder te gaan dan gedacht.
Nieuw onderzoek, uitgevoerd door onderzoekers van de Radboud Universiteit en LMU München, wijst uit dat mensen soms bereid zijn om een robot te redden ten koste van een mensenleven. Dat blijkt met name het geval te zijn wanneer mensen het idee hebben dat een robot menselijke eigenschappen heeft, zo is in het blad Social Cognition te lezen.
Moreel dilemma
Onderzoekers trekken die conclusie op basis van een studie waarbij proefpersonen een moreel dilemma voorgelegd kregen. Onderzoeker Sari Nijssen beschrijft zo’n dilemma desgevraagd als volgt: “U werkt in de controlekamer van de nationale spoorwegen, en u bent verantwoordelijk voor een groot aantal spoorwissels. Op één van de camera’s ziet u dat een groep monteurs onderhoud pleegt aan de rails. Achter de monteurs doemt plotseling een trein op. U staat op het punt om een spoorwissel om te zetten zodat de trein naar andere rails wordt geleid. Dan ziet u echter ‘X’ – de X staat hierbij voor de naam van de robot – op de andere rails staan. Als u de spoorwissel omzet vanuit de controlekamer, redt u de groep monteurs. ‘X’ zou dan echter verpletterd worden door de trein. Als u niets doet, blijft ‘X’ veilig. De groep monteurs zal dan sterven. Zult u de spoorwissel omzetten?” Het antwoord lijkt misschien voor de hand liggend: een mensenleven is toch meer waard dan dat van een robot? Maar de proefpersonen dachten daar heel anders over wanneer de robot menselijk leek. “Als ‘menselijk’ bestempelen, heeft twee verschillende kanten,” vertelt Nijssen. “Aan de ene kant kan een robot er meer of minder menselijk uit zien: vergelijk bijvoorbeeld een Roomba met Wall-E. In het onderzoek laten we zien dat robots die er meer menselijk uit zien, ook vaker gered werden. Aan de andere kant kunnen wij het idee hebben dat een robot meer of minder menselijke (‘psychologische’) eigenschappen heeft, zoals gedachten of gevoelens. In het onderzoek zagen we dat hoe meer mensen het idee hadden dat een robot menselijke eigenschappen had, hoe vaker de robot gered werd.”
Verrassend
Het is in zeker opzicht best verrassend. “Er is al veel onderzoek gedaan naar antropomorfisme (het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens, red.) en hoe dit bijvoorbeeld ons gedrag naar dieren beïnvloedt. Ook zijn de factoren die wij hebben onderzocht in ons onderzoek al eerder onderzocht in onderzoek over mensen. Zo bleek eerder bijvoorbeeld dat hoe meer we denken dat iemand eigen gevoelens en gedachten heeft, hoe meer we die persoon willen helpen of willen redden in een moreel dilemma (check Majdandzic et al 2012). Wat wel verrassend is, is dat dit dus ook op robots van toepassing is: dus dat mechanismen waarvan misschien oorspronkelijk werd aangenomen dat die vooral tussen mensen speelden, ook op robots van toepassing zijn.”
Emotionele band met robots
Het geeft te denken. Want is het niet zorgwekkend dat mensen het leven van een robot soms boven dat van een mens stellen? “Je moet je goed afvragen of je wilt dat mensen een emotionele band opbouwen met robots,” bevestigt Nijssen. “Bij sommige robots is dat misschien handig (zoals de sociale robots die bijvoorbeeld ouderen gezelschap houden of kinderen rekenles geven) maar bij stofzuigerrobots of robots die in het leger worden ingezet kan die band juist in de weg komen te staan van de functie waarvoor ze zijn ontwikkeld. Ik laat het over aan ethiekexperts om hier een mening over te vormen, maar ons onderzoek laat in ieder geval zien dat het onder hele simpele omstandigheden al mogelijk is om robots morele hulp te bieden.”
Als het aan Nijssen ligt, wordt er in de nabije toekomst dan ook veel meer onderzoek gedaan naar de interactie en band tussen mensen en robots. “Robots nemen een steeds grotere rol in in onze samenleving. Waar ze eerst vooral in fabrieken werden ingezet, zijn er nu ook ’sociale robots’. Maar eigenlijk is er nog niet zo veel bekend over hoe wij omgaan met zulke robots, en de psychologische processen die daaraan ten grondslag liggen. Om die interactie beter te begrijpen is het dus van belang om onderzoek te doen naar ons sociale gedrag naar robots.”